Hoe meer overheden, hoe minder energiebeleid

© belga

Vanaf 2013 komt er een concurrent bij op de energiemarkt. Hoewel, nieuw? Niet zozeer in naam als wel in attitude. Electrabel mengt zich in de strijd om de consument.

Vanaf 2013 komt er een concurrent bij op de energiemarkt. Hoewel, nieuw? Niet zozeer in naam als wel in attitude. Electrabel mengt zich in de strijd om de consument.

Meer dan tweehonderdduizend klanten raakte Electrabel vorig jaar kwijt. Het marktaandeel zakte onder 50 procent. Het Franse moederbedrijf GDF Suez stuurde begin december een winstwaarschuwing de wereld in, zag zijn koers kelderen, kondigde besparingen aan, én commerciële acties in ons land, inclusief een stevige prijsdaling.

Dat kan goed nieuws zijn voor de prijsbewuste consument. Ook concurrenten bazuinden al uit dat ze hun prijzen laten zakken of minstens op hetzelfde niveau houden. Zelfs dat laatste is al een korting, want op 1 januari loopt de prijsbevriezing af die de federale regering had opgelegd.

Die overheid laat voortaan alleen nog toe dat energieprijzen stijgen wanneer de werkelijke kosten van de energie stijgen. Zaken als personeelskosten, afschrijvingen en exploitatiekosten mogen gas- en elektriciteitsleveranciers niet meer in rekening brengen voor het doorvoeren van een verhoging.

Het gevecht om de consument zal in 2013 veel krantenbladzijden vullen. Belangwekkender is echter de strijd om de productiecapaciteit. Die bepaalt mee of de prijzen op lange termijn ook relatief laag worden. Het valt op dat de meeste nieuwe energieleveranciers niet staan te springen om nieuwe energiecentrales te bouwen. Wellicht concludeert de nucleaire waakhond FANC begin volgend jaar dat de stilgelegde kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 technisch gezien kunnen worden heropgestart. Tenzij er deze winter een black-out is, zal de vraag zijn wie de politieke verantwoordelijkheid daarvoor wil nemen.

Visie

Staatssecretaris voor Energie Melchior Wathelet (cdH) krijgt binnen en buiten de sector lof omdat hij, voor het eerst sinds lang, een visie op het energiebeleid heeft ontwikkeld. Hij mikt op veel hernieuwbare energie, aangevuld met gas. Van die visie een werkbaar verhaal maken, is een ander paar mouwen. Om maar één voorbeeld te geven: de gascentrales staan in de zomer meestal stil omdat er te veel groene energie is. Investeerders willen zekerheid, onder andere over de kernuitstap, en een rendement in verhouding tot het risico. Maar afscheidnemend CREG-voorzitter François Possemiers vindt het hemeltergend dat een rendabele sector subsidies zou krijgen om gascentrales draaiende te houden.

Bovendien heeft Wathelet niet alle touwtjes in handen. Hernieuwbare energie is grotendeels regionale materie. Maar daar loopt het vaak strop. De windwerkgroep die in Vlaanderen schot probeert te krijgen in onder andere het vergunningenbeleid, ligt op apegapen. De aangepaste subsidieregels voor groene stroom maken het moeilijker projecten rendabel te krijgen. Dat geldt op microniveau ook voor de injectietarieven die de distributienetbeheerders Eandis en Infrax invoeren voor zonnepanelen.

De bedoeling van die maatregelen is scheeftrekkingen teniet te doen. Helaas bevestigen ze vooral het beeld van rechtsonzekerheid en een onbetrouwbare overheid. Bovenal staan ze bijna haaks op de visie die Wathelet op federaal niveau ontwikkeld heeft. Om het nog wat ingewikkelder te maken, gaat de bevoegdheid over de tarieven van de distributienetbeheerders in 2014 naar de gewesten. Al staan nagenoeg alle voorbereidingen voor die nochtans niet eenvoudige kennisoverdracht nog in de steigers.

Luc Huysmans

Partner Content