Klaag niet als de knappe koppen verhuizen
Irrelevant, vindt Greenpeace de resultaten van de recente Britse studie over het effect van genetisch gewijzigde landbouwgewassen (GGO’s) op het milieu. En helemaal ongelijk hebben de eco-idealisten niet, al slaat ook hun hoogmis voor biologische landbouw de bal mis. De studie – overigens op vraag van de Britse regering opgestart – stelt dat GGO’s een grotere bedreiging zijn voor de biodiversiteit dan de conventionele landbouwgewassen. Ze meet de aanwezigheid van onkruid en insecten in het veld. Op de GGO-percelen lag die duidelijk lager bij suikerbiet en koolzaad; maïs deed het echter beter dan de conventionele varianten. Niet in de studie opgenomen zijn het residu van gebruikte sproeistoffen in de bodem, de opbrengst per hectare en de arbeidsintensiteit van de teelt.
En daar wringt nu net het schoentje: het totaalplaatje blijft onderbelicht. Nochtans is risicomanagement pas zinvol als alles in rekening wordt gebracht. Zelfs de kostprijs is daarbij een issue. Vergelijk het met afvalverwerking. Daar predikte iedere milieujongen jarenlang het gebruik van glazen flessen. Ondertussen houden specialisten er rekening mee dat plastic flessen een tweede leven krijgen als brandstof en de recyclage van glazen flessen juist schadelijk is voor de natuur.
Dezelfde wetten gelden voor landbouwgewassen. Zonder totaalplaatje is het zinloos op de grotere milieu-impact van GGO’s te wijzen. Want ook de klassieke en zelfs de biologische landbouw hebben hun effecten op de biodiversiteit. De vraag is niet: als we plantenrassen genetisch veredelen, heeft dat een kostprijs op milieuvlak? De vraag luidt welke methode de laagste kostprijs heeft voor het milieu, de economie en de maatschappij. Zoniet kun je net zo goed beweren dat wie Shakespeare leest, gevoeliger is voor depressies.
De politieke impact van de studie raakt overigens heel Europa, dat van plan was zijn houding tegenover GGO’s te versoepelen. Dat wordt nu moeilijker dan ooit. De consument is in het oude continent al langer koning. Sinds 1991 geldt er in de Europese eenheidsmarkt de facto een moratorium op de introductie van nieuwe GGO’s. Zo’n zestien varianten waren al toegelaten en nieuwe aanvragen kwamen tot nader order in de koelkast terecht. Sinds juli 2003 heeft de Europese Unie een nieuwe richtlijn op stapel staan die dit moratorium zou versoepelen.
Maar Europese consumenten willen eigenlijk geen genetisch gewijzigde granen. Dat is toch stilaan de conclusie die de Amerikaanse chemie- en zadenproducent Monsanto trekt – maar binnenkort misschien ook de meer Europese groepen Syngenta en Bayer Cropscience. Monsanto sluit in elk geval zijn Europese researchtak voor plantenbiotechnologie. Het effect van een braindrain is niet uit te sluiten. Steeds meer knappe koppen doen de Atlantische oversteek.
Dat Europa kiest voor voorzichtigheid en een erg strikt voorzorgsprincipe, is het resultaat van een consumentocratie. Door dat beleid lopen onze wetenschappers steeds grotere achterstand op tegenover hun Amerikaanse collega’s. En dan? Dat mag. Maar later klagen dat hier massaal ontslagen vallen, dat onze knappe koppen allemaal verhuizen en dat de enige toprekruten hier slimme Russen zijn, heeft weinig zin. Roeland Byl
Guido Muelenaer n
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier