“Ik ben er geen voorstander van om alles plat te reguleren”
Sinds 1 juni controleert de Commissie voor het Bank- en Financiewezen weer de beurs in ons land. Bovendien gaat deze instelling binnenkort fuseren met de Controledienst der Verzekeringen. Topman Eddy Wymeersch, een man van weinig woorden, vertelt aan Trends hoe hij de CBF door deze wateren wil loodsen. “Ik kan u morgen 200 bladzijden reglementen aanbieden, maar pas ze maar eens toe.”
Een aangepaste versie van de wet van Murphy: een herstructurering komt nooit alleen. Ook niet voor de Commissie voor het Bank- en Financiewezen ( CBF). Na de fel besproken intrede van enkele bewindslui van de Nationale Bank in het nieuwe directiecomité van de CBF, controleert de instelling sinds 1 juni opnieuw de beurs in ons land. Voortaan houdt deze publieke waakhond een oogje in het zeil of de regels over handel met voorkennis en koersmanipulatie wel nageleefd te worden. De CBF kan zelfs administratieve boetes opleggen, die variëren van 250 tot 2,5 miljoen euro. Zo hoopt de overheid het beschadigde vertrouwen van de belegger in het bedrijfsleven te herstellen.
Terzelfdertijd moet de instelling het hoofd buigen over de nakende en al even fel besproken fusie met de Controledienst der Verzekeringen ( CDV). Ook kan de CBF niet voorbij de economische neergang die de gecontroleerde instellingen treft, de nieuwe kapitaalnormen voor de banken Basel II, de nieuwe Europese regels over spaarfiscaliteit, de problematiek van de zelfstandige bankagenten. Enfin, genoeg stof voor een gesprek met voorzitter Eddy Wymeersch, dachten wij zo.
TRENDS. Het mag geen wonder heten dat we u nooit horen speechen op recepties zoals uw voorganger Jean-Louis Duplat. U kunt hier de deur niet uit.
EDDY WYMEERSCH (CBF). “Ik ben dan ook een andere figuur dan Jean-Louis Duplat. Ieder zijn stijl. Maar goed, ik heb inderdaad een rem gezet op het aantal voordrachten dat ik geef en de recepties waar ik naartoe ga. Als ik een verhaal breng, wil ik dat het wetenschappelijk onderbouwd is. Anders praat ik liever niet. Bovendien is het hier inderdaad zeer druk. Ik voel mij niet een crisismanager, maar een herstructureringsmanager. Na de samenwerking met de Nationale Bank en de marktautoriteiten ga ik nu de integratie van de CDV aanpakken. Als voormalig bestuurder van Biac – de luchthavenexploitant van Zaventem – en de Regie der Luchtwegen heb ik enige ervaring met de reorganisatie van overheidsdiensten en het managen van grote groepen personeel. De grote les die ik daar geleerd heb, is te wachten als de tijd nog niet rijp is. Vele problemen rijpen of verdwijnen met de tijd.”
U moet heel blij zijn met de nieuwe bevoegdheden van de CBF. U hebt er nooit een geheim van gemaakt dat de beurscontrole een bevoegdheid van de CBF moet zijn en niet van de beurs.
WYMEERSCH. “In 1995 vond de beurs van Brussel dat ze toezicht op haar eigen leden moest kunnen uitoefenen. Volgens Amerikaanse studies bood zelfregulering de beste waarborg voor een goed evenwicht tussen vraag en aanbod. In een wetenschappelijk artikel uit 1995 toonde ik aan dat de toenmalige structuur volledig onsamenhangend in elkaar zat. De beurs had het voordeel zeer dicht bij de markt te zitten en onmiddellijk te kunnen ingrijpen – zelfs preventief – maar was als marktorganisator moeilijk als neutraal te beschouwen. Zij hebben een aantal fraudegevallen opgespoord, maar het publiek bleef dikwijls met vragen zitten. Als openbare instelling zal de CBF dit euvel proberen op te lossen. Maar het echte probleem ligt bij de sanctionering. Het justitieapparaat in Europa voldoet niet. Denk maar aan de vrijspraak van Cor Boonstra, de voormalige topman van Philips, voor handel met voorkennis in de Endemol-affaire in Nederland. Daarom voeren wij nu een dubbele sanctie in: een administratieve boete en een gerechtelijke straf.”
Met de administratieve boetes treedt het CBF als rechter en partij op. Is dit geen schending van de scheiding der machten?
WYMEERSCH. “Een gelijkaardige situatie vind je sterk terug in het sociaal recht, waar de arbeidsinspectie de boetes oplegt. Dat is dus een normale regeling. Bovendien behoudt elke verdachte alle fundamentele rechten van de mens, zoals het recht op verdediging en op bijstand van een advocaat. Daarnaast onderzoekt een auditeur van het CBF autonoom het dossier voor het ter beslissing aan het directiecomité wordt voorgelegd. Maar ik verheel niet dat – mocht ik de wet kunnen herschrijven – ik de auditeur volledig van het CBF zou loskoppelen.”
Tijdens de publieke hoorzittingen over het wetsvoorstel trok u fel van leer tegen een al te grote invloed van de Nationale Bank. Nochtans bestaat nu de helft van uw directiecomité uit vertegenwoordigers van deze financiële instelling, dat tevens op de beurs genoteerd staat. Hebt u nu bakzeil gehaald?
WYMEERSCH. “U begrijpt dat ik over dit zeer delicate dossier moeilijk uitspraken kan doen. Mijn standpunt is echter veel genuanceerder dan algemeen wordt aangenomen. Ik besef goed dat er duidelijke synergieën tussen de CBF en de Nationale Bank kunnen en moeten bestaan op gebieden zoals het prudentieel beleid, de Basel II-normen en de International Accounting Standards in de rapportering. We streven ernaar om op een meer economische manier te kunnen werken en kosten te besparen.”
Nog altijd financiert de financiële sector helemaal zelf de werking van de CBF. Critici vrezen dat de CBF haar geldschieters al te vaak met de mantel der liefde bedekt.
WYMEERSCH. “Ik kan u het tegendeel bewijzen. De financieringswijze is belangrijk voor onze autonomie. Wij zijn niet afhankelijk van de schatkist. De historische reden was om te vermijden dat de overheid de banken zou verplichten systematisch staatsobligaties op te nemen en zo de openbare schuld te financieren. Veel bankiers laken zelfs ons harde optreden. Onlangs hebben wij een financiële instelling verplicht om haar eigen vermogen substantieel op te krikken om haar risicograad te verlagen en zo de veiligheid van de spaarders te waarborgen. De deontologie verbiedt mij namen te noemen. Publicatie zou de onmiddellijke ondergang van de betrokken bank kunnen impliceren. In het financiële wereldje merken ze dergelijke acties onmiddellijk op, maar dat ziet de buitenwereld allemaal niet.
“Tegen onwettige technieken om spaardersgelden aan te trekken, treden wij ook streng op. U kunt zich niet inbeelden wat er allemaal op de markt wordt aangeboden. Consumenten kopen soms papieren van vennootschappen die ze totaal niet kennen, en die blijkbaar ook niet echt bestaan, met enkel in hun achterhoofd: ‘dat gaat veel opbrengen’. Hierover sturen wij regelmatig brieven naar het openbaar ministerie. Ik hoop dat zij de nodige stappen kunnen nemen.”
Toch durven banken zich soms aan belangenvermenging te bezondigen. Tijdens de beurshausse vertoonden zij weinig of geen gewetensbezwaren om waarderingen op te schroeven of schimmige belastingroutes aan te bevelen, zoals in het geval van Artwork Systems.
WYMEERSCH. “Dat is gedeeltelijk juist. Diverse banken hebben ook toegegeven dat ze in de ‘wilde’ jaren negentig praktijken toepasten waar ze nu berouw over hebben. De vraag blijft echter wat je daar als publieke toezichthouder tegen kan doen. Zo verkochten de financiële instellingen massaal reverse convertibles aan het grote publiek tegen het dubbele van de geldende interestvoet. Maar de klanten moesten zelf het risico dragen bij koersdalingen. Zij zagen echter te weinig de gevaren van deze instrumenten in. Na de implosie van de beurs werden zij uiteindelijk het kind van de rekening. De CBF heeft echter niet het recht de voorwaarden aan te passen. We kunnen als overheid toch niet op kosten van de schatkist waarborgen welke aandelen goed zijn en welke niet. Daar zitten we dus op een dood spoor. Het enige wat we kunnen doen, is de mensen aansporen voorzichtig te zijn en in de prospectus een uitdrukkelijke waarschuwing opnemen. Ook komt de overheid niet tussenbeide in de prijszetting om de vrije markt niet te verstoren. Dat kan alleen in basissectoren, zoals water en elektriciteit.”
Ook de financiële analisten van de banken bleken niet altijd even onpartijdig.
WYMEERSCH. “Ik geloof in de nieuwe corporate governance-wetgeving in Amerika – de Sarbanes-Oxley Act – of minstens in haar grote denklijnen. Ik denk dat die wel tot in Europa zullen overwaaien. Nu, ik ben er geen grote voorstander van om alles plat te reguleren. Ik kan u morgen 200 bladzijden reglementen aanbieden, maar pas ze maar eens toe. Ik denk dat we beter af zijn met reguleringen die nageleefd worden op basis van vrijwillige toetreding. Een objectieve analyse krijg je alleen als de analist zelf de verantwoordelijkheid neemt voor wat hij schrijft, als hij persoonlijk waarborgt dat de paragrafen naar de regels van de kunst zijn gemaakt. Dat kost niets en het is efficiënt. Aan een valse verklaring moet wel een zeer zwaar prijskaartje hangen.”
Intussen schaft de Europese ontwerpspaarrichtlijn het bankgeheim en de couponnetjestrein naar Luxemburg af. Hoe staat u tegenover de reactie van sommige bankdirecteuren, die hun cliënteel adviseren hun buitenlands geld te repatriëren zonder spontane regularisatie van niet-aangegeven belastinginkomsten?
WYMEERSCH. “Dat is een fiscale problematiek, die niet tot onze bevoegdheden behoort. Dat staat expliciet in de wet en ik ben daar zeer gelukkig om. Maar duidelijkheid ontbreekt. Ik weet dat de banksector bij ons aangedrongen heeft een standpunt in te nemen, maar wij kunnen dat niet. De banken vroegen ook de procureurs-generaal een standpunt in te nemen over heling – want zo kan men dit omschrijven – maar dat kunnen zij niet. Aftredend minister van Financiën Didier Reynders ( MR) zegt dat je een ruling moet aanvragen. Maar over deze nieuwe techniek van voorafgaande beslissingen bestaan nog wat onduidelijkheden. Ik hoop dat de volgende regering dit dossier in haar programma opneemt en klare wijn schenkt. Als het gaat om echt crimineel kapitaal – zwart geld – is geen medelijden mogelijk. Als het gaat om officieel geld – waar belastingen op betaald zijn – dat Belgen in het buitenland hebben belegd maar dat roerende inkomsten genereerde die zij ‘vergaten’ aan te geven, kun je dat regulariseren. Daartussen ligt echter nog een grijze zone, waar de regering een of andere regeling zou moeten treffen. Maar de druk van de concurrentie is nu zo groot dat er inderdaad bankiers zijn die beginnen te grabbelen om zoveel mogelijk buitenlandse deposito’s te recupereren.”
Is het dan niet de taak van de CBF om als toezichthouder die grabbelende bankiers op de vingers te tikken? Bijvoorbeeld via een deontologische code?
WYMEERSCH. “Ja, maar er bestaat geen deontologische code. De vraag rijst nu of deze technieken wel of geen inbreuk op de strafwetgeving zijn. Wij hebben daar geen antwoord op. Dat is de taak van de procureurs-generaal, maar zij weten het ook niet. Desnoods moet daar een vervolgingsbeleid voor opgesteld worden, maar niemand doet voorlopig iets. Als wij nu een code opstellen en achteraf oordeelt de rechtbank dat het toch heling is, waar zitten wij dan? Je moet dat regelen door een nieuwe wet te maken, dat is de enige oplossing.”
Tijdens de kamerbespreking verzette CDV-voorzitter Willy Lenaerts zich fel tegen een fusie met de CBF om zo een filiaal van de Nationale Bank te worden. Bent u ook zo blij met het aanstaande huwelijk?
WYMEERSCH ( lacht). “Het algemeen belang primeert. De grote verzekeringsmaatschappijen vragen al lang om het publieke toezicht op hun sector te versterken. Verzekeraars zijn een belangrijke concurrent voor de banken geworden. Denk bij voorbeeld aan de Tak-23-producten ( nvdr – levensverzekeringen gekoppeld aan beleggingsfondsen), die aan een andere reglementering onderworpen zijn dan de klassieke fondsen. Dat kan niet. De spaarders moeten op dezelfde manier beschermd worden, ongeacht het juridische karakter van het product. In die zin is een betere samenwerking tussen de CBF en de CDV een goede zaak. Bovendien kunnen beide partijen veel van elkaar leren. Zo kan de controletechniek van het renterisico – goed bekend in de banksector – makkelijk worden overgedragen op de verzekeringswereld. Ik heb de indruk dat een aantal verzekeraars problemen zou kunnen hebben met het renterisico en snel de nodige maatregelen moeten nemen om grote problemen te vermijden. Dan zijn alle remedies uit de financiële sector meer dan welkom.”
Hoe gaat u de nieuwe bevoegdheden inkleuren?
WYMEERSCH. “Dat is een werk van lange adem. Eerst gaan we een consultant inhuren om als klankbord te fungeren. Uit deze evaluatie wordt dan een nieuw organogram opgesteld, die de twee bestaande ploegen zal verweven. De mentaliteit van ‘wij tegen zij’ moet vermeden worden. Bij de CDV bestaat een beetje de vrees dat de CBF zich superieur zal opstellen. Dat is een foute perceptie. Wij streven naar een echte integratie met volledige kennisoverdracht. Geen makkelijke uitdaging.”
Spijt het u dat we na de concentratiebeweging in de financiële sector nog maar één Belgische (lees: Vlaamse) bank hebben?
WYMEERSCH. “Spijt is veel gezegd. We hebben nog heel wat kleinere Belgische banken, waarvan enkele met een groot potentieel. De vraag is ook of Fortis een Belgische of een Nederlandse groep is. De Nederlanders verkopen hun waren goed. Misschien is de werkelijkheid heel wat genuanceerder. Trouwens, ING is weliswaar een Nederlandse groep, maar met een zeer sterke Belgische aanwezigheid. Michel Tilmant ( nvdr – ex-voorzitter van de BBL en nu directielid van ING) is niet de nummer vier of vijf. Wat ik in elk geval ook zie, is dat ‘de bank van hier’ meer en meer de bank van ginder wordt.
“Maar wat voor mij belangrijker is, is dat ik met een gerust geweten kan stellen dat de situatie van de Belgische banken zeer behoorlijk is in de huidige omstandigheden. We moeten ons geen illusies maken, de basiseconomie doet het slecht, maar de bancaire sector… Laten we zeggen dat ik nog altijd op mijn twee oren kan slapen.”
eXtra informatie op www.trends.be
Trends sprak met Eddy Wymeersch in december 1989. Op Trends.be vindt u het artikel over hem.
Eric Pompen / An Gooaverts
“Ik kan met een gerust geweten stellen dat de situatie van de Belgische banken zeer behoorlijk is.”
“We kunnen als overheid niet op kosten van de schatkist waarborgen welke aandelen goed zijn en welke niet.”
“Ik heb de indruk dat een aantal verzekeraars problemen zou kunnen hebben met het renterisico en snel de nodige maatregelen moet nemen om grote problemen te vermijden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier