IJsland doet Belgen bibberen

De Belgische Kaupthing-spaarders kunnen ervan meepraten: het virtuele failliet van IJsland. Delen wij mee in de klappen?

Kan IJsland failliet gaan?

Landen kunnen niet failliet gaan. In tegenstelling tot bedrijven kan een land het zich nu eenmaal niet permitteren om zijn werknemers (ambtenaren, rechters, politie-agenten, enzovoort) allemaal op straat te zetten en zo de dienstverlening aan zijn burgers op te schorten. Wat landen als Argentinië en Rusland in het verleden wel al hebben gedaan, is de betaling van hun buitenlandse schulden stopzetten. Een soort concordaat, als het ware.

Wat is er dan aan de hand met IJsland?

Eigenlijk simpel: de trein reed te snel en is ontspoord. Sinds de jaren tachtig is de prijs van aluminium, IJslands belangrijkste exportproduct, bijna permanent gestegen. Gevolg: massale investeringen in de ontginning, nog amper werkloosheid en dus fors hogere lonen en een exploderende vastgoedmarkt. Twee jaar geleden was het IJslandse sprookje al veel van zijn charme verloren. Door de dalende rente op internationaal vlak werd IJsland, dat met zware tekorten kampt op de lopende rekening, minder interessant voor buitenlandse beleggers. Gevolg: de munt onder druk en drastische renteverhogingen (tot 15 procent) van de Nationale Bank, waardoor investeringen en consumptie afkalfden.

Het nekschot volgde de afgelopen weken, met het opdrogen van de internationale interbankenmarkt. Want de banken vonden op de binnenlandse markt veel te weinig geld om de investeringen te financieren en deden vooral een beroep op buitenlandse kredieten. Gevolg: de drie grote banken – in volgorde Kaupthing, Landsbankinn en Glitnir – werden plots geconfronteerd met torenhoge schulden. Net als in andere landen werden ze daarom gehernationaliseerd, waarbij de IJslandse regering eerder als vereffenaar optreedt dan als ondernemer.

Het grote probleem is dat IJsland niet staat te springen om een staatsgarantie te geven voor de buitenlandse schuldverplichtingen van zijn banksector. Want die vormen een veelvoud van het bruto binnenlands product. Dat is ook het grote verschil met Ierland, dat twee weken geleden voor de spaartegoeden en schuldverplichtingen van de Ierse banken een staatsgarantie gaf van 400 miljard euro, bijna twee keer zo groot als het eigen bbp. De schulden van de IJslandse banken zijn echter ruim vijf keer groter dan het bbp, waarvan het merendeel in buitenlandse munt.

Wat gaat er nu gebeuren?

Voor de IJslanders oogt de toekomst de komende jaren bijzonder somber. Na de broodnodige sanering zal er wellicht geen IJslandse banksector meer zijn en de landgenoten van de artiesten Björk en Sigur Ros staat een zware recessie te wachten, met zelfs een negatieve economische groei van 15 tot 25 procent en een inflatie van 20 tot 40 procent per jaar. IJsland zal uiteindelijk wel zijn buitenlandse schuldverplichtingen (onder andere de spaartegoeden van de Belgische Kaupthing-spaarders) nakomen, weliswaar wellicht tot maximaal 20.000 euro, maar volgens UBS-analist Sunil Kapadia riskeren degenen die hebben geïnvesteerd in schuldobligaties of aandelen van de drie banken, een grote, zo niet complete, verwatering van de waarde van hun activa.

(T)

Door Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content