Het gaat om de kwaliteiten

Wie heeft vandaag de touwtjes in handen bij de succesvolste Belgische bedrijven? Vierde en laatste deel van onze reeks over de honderd machtigste managers van het land. Met deze keer extra aandacht voor de kwaliteiten die een topmanager in 2000 moet bezitten.

“De managersfunctie is vandaag niet meer te vergelijken met tien jaar geleden,” zo blijkt uit de enquête die Trends en Trends-Tendances organiseerden naar aanleiding van de Management Top-100.

Technologie.

De belangrijkste veranderingen in het nieuwe millennium houden verband met de technologie. “De manager van de 21ste eeuw zal de evolutie van de informatica moeten beheersen,” aldus François Narmon, voorzitter van de raad van bestuur van Dexia. Hij voegt er wel aan toe dat “ook teammanagement een must blijft”. Michel Tilmant ( BBL-ING) en Dirk Bruneel (Artesia) delen dezelfde mening, wellicht beïnvloed door de centrale plaats die de computer in de financiële wereld inneemt.

Paradoxaal is dat de ‘jongere’ bedrijfsleiders minder bezig zijn met dit onderwerp. Pierre-Oliver Beckers (Delhaize) wil liever “zo snel mogelijk aandacht schenken aan de jongste generatie kaderleden ( Generatie X)”. Stef Witteveen (Randstad Interlabor), 38 jaar, vermeldt meer algemene karakteristieken, zoals sneller zijn, meer openstaan. Hij is de enige van de ondervraagden die in een vrouwelijker management gelooft.

Onder de andere kwaliteiten die gevraagd worden, zijn er de talenkennis (die altijd al een zeer belangrijke rol speelde) en het grensoverschrijdend zakelijk denken. Alfred Bouckaert (Axa-Royale Belge); “De manager van het derde millennium moet op euroland-niveau kunnen opereren. Daarom wordt multicultureel zijn en zich kunnen aanpassen aan de meest uiteenlopende mensen een onmisbare kwaliteit.” Chris Hoste (Kuwait Petroleum) legt de nadruk op de beheersing van een discipline in volle ontwikkeling, het ‘ change management‘.

Maar de meest gedetailleerde uitlatingen komen van Eddy Geysen ( General Motors, Antwerpen). Hij is van mening dat de organisatie van de jaren ’90 vooral “gericht was op de resultaten voor de aandeelhouders”. Met als gevolg dat het beheer zich toespitste “op de kosten- en kwaliteitsbeheersing.” Hij gelooft dat er sneller en vaker van omgeving zal worden veranderd en dat men een organisatie zal moeten uitdenken die is afgestemd op deze flexibiliteit. Eddy Geysen ziet de oplossing ergens in de toepassing van ‘ scenario building‘-principes.

Werken.

Sommigen zien niet in welk opzicht het beheer is veranderd. “Nieuwe capaciteiten? Bij nader inzien, neen,” aldus Jean-Pierre Hansen (Tractebel), die de ongrijpbare karakteristieken van de functie nog maar eens aanhaalt: “volledig opgaan in wat je doet, extreem nieuwsgierig zijn, kunnen werken als een paard, en aandacht hebben voor mensen, binnen en buiten het bedrijf.”

RVA