Handeldrijven vergt andere handelwijzen
De Chinese leiders hebben besloten dat de potentiële voordelen van toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie zwaarder wegen dan de risico’s. Maar vindt de bevolking dat ook?
In 2001 komt het economische hervormingsprogramma van China in een kritieke fase terecht. De toetreding van het land tot de Wereldhandelsorganisatie (WTO) zal de moeizame sociale en economische veranderingen die momenteel plaatsvinden in China versnellen en ze zal ook van aanzienlijke invloed zijn op de cruciale relaties met de Verenigde Staten en Taiwan.
Politiek gezien zal het ook een belangrijk jaar worden met de voorbereidingen die de Communistische Partij treft voor de wisseling van de macht in 2002. De partij zal ook te maken krijgen met een toenemend aantal aanvallen op haar gezag door een breed front van ontevreden burgers, van leden van quasi-religieuze sekten tot werkloze arbeiders.
China’s toetreding tot de WTO, die waarschijnlijk vroeg in het jaar zal plaatsvinden, is de grootste stap op weg naar integratie van haar economische systeem met dat van het kapitalistische Westen sinds de installatie van de communistische heerschappij, nu meer dan vijftig jaar geleden. Het lidmaatschap zal niet alleen van vergaande invloed zijn op de Chinese economie, maar uiteindelijk ook op de wijze waarop het land wordt bestuurd. Het Westen zal deze veranderingen publiekelijk toejuichen, maar het zal zich ook gespannen afvragen wat het uiteindelijk zal losmaken in een land waar conservatisme en achterdocht jegens de buitenwereld nog diepgeworteld zijn. De anti- Navo-protesten die in 1999 in heel China de kop opstaken, waren een voorproefje van wat een groter pluralisme kan teweegbrengen. De verlaging van de tariefmuren en andere handelsbarrières voor de Chinese markt zal op korte termijn de werkloosheid verergeren en het verzet tegen het westerse bedrijfsleven onder de bevolking waarschijnlijk doen toenemen.
Na intensieve beraadslagingen hebben de Chinese leiders besloten dat de potentiële voordelen van het WTO-lidmaatschap zwaarder wegen dan de risico’s. De hervormers, die momenteel in de meerderheid zijn, betogen dat de gigantische verliezen die veroorzaakt worden door de inefficiënte overheidssector en de staatsbanken niet kunnen voortduren. Als de regels van de markteconomie, afgedwongen door de WTO, in China niet zullen overwinnen, dan zal de industriële sector en uiteindelijk ook het Chinese financiële systeem instorten.
In 2001 zullen de Chinese leiders de loftrompet steken over het welslagen van de driejarige campagne om de staatsondernemingen nieuw leven in te blazen met de verklaring dat de meeste ervan nu uit de rode cijfers zijn. Na de stormachtige groei met dubbele cijfers in het begin van de jaren negentig zijn er meer tekenen dat de economie zich weer in een opwaartse spiraal bevindt nadat in 1999 met 7,1% het laagste punt was bereikt. Het jaar 2001 zal een groei te zien geven van ongeveer 7,5%. Maar de kennelijke ommezwaai binnen de staatssector is eerder te danken aan de herstructurering van de schuldenlast dan aan het oplossen van fundamentele management- en concurrentievraagstukken. Net zoals de hernieuwde groei eerder te danken is aan gigantische overheidsuitgaven en aan toenemende exporten dan aan een grotere efficiëntie of aan een toegenomen vraag van de consumenten.
Achter gesloten deuren woeden de debatten voort over de snelheid en de mate waarin China zich zou moeten openstellen voor de buitenlandse concurrentie. Conservatieven vielen in 1999 heftig eerste minister Zhu Rongji aan, omdat hij naar verluidt te veel concessies zou hebben gedaan aan de Verenigde Staten bij de WTO-onderhandelingen. Zij staan in de coulissen klaar om opnieuw toe te slaan.
Er zullen ongetwijfeld geschillen ontstaan tussen China en de Verenigde Staten over de uitleg van de WTO-regels en de wijze waarop China zich eraan houdt. Het besluit van het Amerikaanse Congres in september 2000 om een eind te maken aan de jaarlijkse herziening van het systeem waarbij voor China een laag tarief gold op de Amerikaanse markt, heeft één bron van spanning tussen beide landen weggenomen. Maar de handel zal een bron van vaak bittere strijd blijven.
China verwacht niet dat de nieuwe Amerikaanse president, George W. Bush, de relaties tussen beide landen zal verbeteren. De informele top van regeringsleiders van de Asia Pacific Economic Cooperation (APEC), die in oktober 2001 in Shanghai zal worden gehouden, zal de nieuwe president de gelegenheid geven om een bezoek te brengen aan China. Maar Taiwan zal de relatie voortdurend bemoeilijken, vooral wanneer het land zich voorbereidt op de parlementsverkiezingen in december 2001.
Peking zal zijn gebruikelijke tactiek toepassen en pogen de steun van de kiezer aan de Democratisch Progressieve Partij (DPP) te ondermijnen door het eiland te waarschuwen voor een militair optreden wanneer het zou opschuiven in de richting van formele onafhankelijkheid, waar sommige DPP-politici voorstander van zijn. De Chinese retoriek zal de spanningen met de Verenigde Staten verhevigen en de pogingen van president Chen Shui-bian van de DPP ondermijnen om de dialoog met Peking weer te heropenen.
Voordat de verkiezingscampagne op Taiwan losbreekt, zou de Chinese regering voorzichtige stappen kunnen ondernemen die in de richting gaan van een opheffing van het verbod om met Taiwan besprekingen te beginnen. Dit verbod is sinds juli 1999 van kracht, toen de voormalige Taiwanese president Lee Teng-hui voorstelde dat de beide partijen elkaar als staten tegemoet zouden treden. Taiwan zal lid worden van de WTO als China eenmaal is toegelaten. Dit zal beide partijen de gelegenheid bieden om officiële contacten aan te gaan over handelsaangelegenheden zonder dat eerst het twistpunt van de soevereiniteit hoeft te worden opgelost.
Hoewel de Chinese leiders in het openbaar verklaren dat de oplossing van de kwestie-Taiwan urgenter is geworden na de teruggave aan China van Hongkong en Macao eind jaren negentig, zullen ze zich in 2001 vooral met binnenlandse aangelegenheden bezighouden. De voorbereidingen voor het Zestiende Congres van de Communistische Partij dat eind 2002 zal plaatsvinden en die van het Nationale Volkscongres een jaar daarop zullen de nodige tijd vergen. Verwacht wordt dat president Jiang Zemin op de eerste van deze bijeenkomsten zal aftreden. De grondwet verplicht hem op de tweede bijeenkomst afstand te doen van het presidentschap. (Andere leiders, onder wie de president van het Volkscongres Li Peng en Zhu, zullen ook aftreden.) Achter de schermen zullen er heftige discussies plaatsvinden over de opvolging en over Jiangs nieuwe rol. Ondanks zijn leeftijd – tegen de tijd van het partijcongres zal hij 76 zijn – wil hij opperbevelhebber van de strijdkrachten blijven.
Met de publicatie van zijn verzameld werk, dat waarschijnlijk in 2001 het licht zal zien, treft Jiang de voorbereidingen voor een rol als ouder staatsman na zijn formele terugtreden. Het zou een daad van aanzienlijk symbolisch belang zijn om Jiang een status toe te kennen die overeenkomt met die van Mao Zedong en Deng Xiaoping als iemand die de leidende ideologie van het land heeft helpen vormgeven. De lancering van de Chinese leider als nationale held zal gepaard gaan met een propagandaoffensief. Maar de poging om een kleine persoonlijkheidscultus rond Jiang te creëren zal weinig enthousiasme teweegbrengen in een tijd van toenemende onvrede onder de bevolking. In plaats daarvan zal 2001 in het teken staan van toenemende protesten van ontslagen arbeiders, boeren die te hoge belastingen moeten betalen, slachtoffers van corruptie van de overheid en volgelingen van verboden geestelijke bewegingen, zoals Falun Gong, die miljoenen mensen hebben aangetrokken die het spoor bijster zijn als gevolg van het tempo waarin China de afgelopen 23 jaar is veranderd.
James Miles is verbonden aan het International Institute for Strategic Studies in Londen.
JAMES MILES
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier