Groeien dankzij de concurrentie

Sinds Michel Raets aan het hoofd staat van ThyssenKrupp België, heeft het bedrijf vooral voordeel gehaald uit de fusie van staalreuzen Arbed, Usinor en Aceralia tot Arcelor.

T hyssenKrupp België lijkt een klein radertje in een enorme machine: wereldwijd telt ThyssenKrupp 193.000 werknemers, in België zijn er dat 14.000. De groep is actief in staal, auto-industrie, liften en technologie voor assemblagelijnen. De Belgische dochter richt zich echter vooral op de distributie van staal. Distributie betekent direct contact met klanten en vooral op dat domein heeft Michel Raets gefocust in zijn eerste jaar aan het hoofd van de Belgische divisie. Hij blikt trots terug: “Ik wilde het bedrijf profileren als een dienstenbedrijf. En dat is aardig gelukt, want de medewerkers zeggen me dat het bedrijf een nieuwe identiteit heeft gekregen. Ook de naamsverandering heeft daarin een rol gespeeld. Thyssen Krupp België heet nu ThyssenKrupp Materials België.”

Raets kent de staalsector door en door. Hij werkte in commerciële functies bij Cockerill-Sambre, Corus Aluminium en de Franse groep IMS. Bij Thyssen draagt hij voor het eerst een algemene verantwoordelijkheid. Maar de grote problemen waarmee de Europese staalsector worden geconfronteerd, houden hem niet wakker. Verklaart hij: “Wij zijn ook actief op andere markten, zoals non-ferromaterialen. ThyssenKrupp is slechts voor een derde van de omzet afhankelijk van de productie van staal. De gevoeligheden die bij een groep als Arcelor spelen, kan je dus niet zomaar naar ons overplaatsen.”

De protectionistische maatregelen die de Amerikaanse staalreuzen het voorbije jaar hebben genomen om de invoer van Europees staal te verminderen, laten Raets minder ongevoelig: “Uiteraard zijn zulke maatregelen altijd vervelend, maar de Europese staalproducenten hebben op de goede manier gereageerd: door zelf een aantal beschermende maatregelen te nemen die veel beter binnen het kader van de internationale akkoorden over wereldhandel vallen.”

Raets was evenwel vooral bezig met het afhandelen van contracten met nieuwe klanten. Een aantal onder hen was met de fusie van Arbed, Usinor en Aceralia tot Arcelor voor de aanvoer van staal afhankelijk geworden van één bedrijf. “Een producent van radiatoren, bijvoorbeeld, moet zich voor de levering van basisproducten plots tot één bedrijf richten. Veel bedrijven vinden dat geen comfortabele positie en doen daarom ook een beroep op andere leveranciers.”

A.M.

“Ik wilde het bedrijf profileren als een dienstenbedrijf. En dat is aardig gelukt, want de medewerkers zeggen me dat het bedrijf een nieuwe identiteit heeft gekregen.”