EEN PLUSPUNT IN HET PLAN
De beleidsverklaring van eerste minister Jean-Luc Dehaene (CVP) voor het parlement ontlokte verleden week overwegend negatieve perscommentaren. Vooral de hervorming van de politiediensten en de maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling kregen kritiek.
Men kan een verlaging van de sociale lasten met 30 miljard, gespreid over drie jaar, inderdaad niet anders dan catalogeren als too little, too late (zie ook blz. 35). Toch zat er in het tewerkstellingsplan van de premier één positief element, maar dat is klaarblijkelijk velen ontgaan.
“Voor de financiering van de sociale zekerheid zal deze vermindering gecompenseerd worden door een verhoging van de tewerkstelling, de resultaten van goed beheer van de sociale zekerheid, het deels aanwenden van budgettaire ruimte, en zo nodig, door een supplementaire, alternatieve financiering,” zo luidde Dehaenes strategie om het tekort op te vullen dat ontstaat als de sociale lasten worden verlaagd. De volgorde waarin de premier de vier mogelijkheden opsomde, was merkwaardig. “Goed beheer van de sociale zekerheid” kan immers betekenen dat misbruiken in de ziekte- en invaliditeitsverzekering en werkloosheidsuitkeringen hard zullen worden aangepakt en dat ook inzake pensioenen al het noodzakelijke zal worden gedaan voor de overleving van het systeem.
Alternatieve financiering komt op het lijstje van de premier pas als laatste financieringsbron voor. Eigenlijk zegt Dehaene : “Liever opnieuw een groter lopend tekort dan te gaan prutsen met alternatieve financiering”. Deze houding is zonder meer positief omdat het hele begrip van alternatieve financiering op een grote vergissing berust. Als men belastingen in de indirecte sfeer (BTW, accijnzen…) verhoogt of een kapitaalbelasting invoert, treden net zo goed als bij een directe arbeidsbelasting negatieve effecten inzake tewerkstelling op. Voor de werklozen die men langs de voordeur recupereert in het arbeidsproces, vallen er nieuwe slachtoffers uit de boot aan de achterdeur. Eigenlijk erkent de premier nu impliciet dat de totale fiscale druk moet worden teruggedrongen.
Dat de premier in zijn beleidsverklaring het scenario van de alternatieve financiering niet genegen was, was in ieder geval de vakbondsleiders Willy Peirens (ACV) en Mia De Vits (ABVV) niet ontgaan. Onmiddellijk nadat Dehaene zijn beleidsverklaring had voorgelezen, jammerden ze over het feit dat er geen alternatieve financieringsbronnen waren aangeboord om de kosten van het arbeidsherverdelingsbeleid te dekken. Het is nu afwachten of de regering de komende maanden echt de rangen sluit en het onzinnige voorstel over alternatieve financiering laat waar het thuishoort : in de prullenmand.
Dit ene lichtpuntje kan vanzelfsprekend niet de algemene, negatieve teneur van Dehaenes beleidsverklaring goedmaken. De arrogantie waarmee de premier in het kamerdebat tekeerging, versterkte dat negatieve beeld nog. Jean-Luc Dehaene is in een fase terechtgekomen waar het machtsgevoel zo intens is geworden dat men het zelfs niet meer nodig vindt om de minachting die men koestert tegenover iedereen die het niet met hem eens is, enigszins te verbergen. Dehaene en Fons Verplaetse, gouverneur van de Nationale Bank van België, zijn daarmee op hetzelfde punt aanbeland in hun politieke ontwikkeling (zie ook Inside, blz. 11).
Het contrast tussen het onbeschofte gebalk van Dehaene en de waardige argumentatie die Marc Verwilgen (VLD) vanop datzelfde spreekgestoelte ontwikkelde, is niemand ontgaan ook niet op de CVP-banken. Dat Dehaene zijn hatelijke natrap naar Verwilgen liet voorafgaan door een loense tackle van CVP-fractievoorzitter Paul Tant liet verschillende CVP’ers rood worden van diepe schaamte.
Vraag is of er meer brood zit in de tewerkstellingsvoorstellen van VLD-voorzitter Guy Verhofstadt. Het tewerkstellingsprobleem in België is gigantisch ; een lastenverlaging van 200 miljard frank houdt dan ook meer steek dan één van 30 miljard frank. Evenzeer zinvol is Verhofstadts voorstel om privatiseringsopbrengsten te gebruiken om het gat in de sociale zekerheid te financieren dat met een dergelijke ingreep ontstaat. De tewerkstellingsstijging zal na één à twee jaar immers voor aanzienlijke meeropbrengsten zorgen.
Het zwakke punt in het voorstel van Verhofstadt is dat hij van patronale zijde een garantie eist van 160.000 nieuwe jobs. In Nederland weten ze nu al jaren dat een dergelijke garantie onmogelijk kan worden gegeven. De VLD-voorzitter beseft dat ook. Verhofstadts eis tot jobgarantie vanwege de patroons moet meer worden gezien als dé vis die hij uitwerpt naar de linkerzijde van de CVP. Maar door dit zwakke politieke manoeuvre ondergraaft de belangrijkste oppositieleider zelf de geloofwaardigheid van een plan dat voor het overige veel meer pespectieven biedt dan dat van Dehaene & Co.
Johan Van Overtveldt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier