DRAADLOZE TELEFONIE. Mobilofolie
Draadloze telefonie is nog lang niet aan verzadiging toe. De studies van gereputeerde onderzoeksbureaus geven waanzinnige vooruitzichten. Alle cijfers op één rij.
Hét technologisch symbool van de jaren ’70 ? De tv. En van de jaren ’80 ? De pc. En van de jaren ’90 ? De mobilofoon. Amper 5 jaar geleden werd dit draadloos kleinood op de markt gebracht, en nu al worden we overspoeld door nieuwigheden en revolutionaire aanpassingen. De mobiele telefonie gaat te snel. Terwijl we er 20 jaar over hebben gedaan om te evolueren van passieve naar interaktieve tv, zijn we er in amper vijf jaar in geslaagd om van de mobiele in de auto bevestigde telefoon te komen tot een toestel van 160 gram dat ook funktioneert op het topje van de Mont Blanc.
En toch wat men er ook mag van denken is de draadloze kommunikatie nog lang niet tot volle maturiteit gekomen. Anno ’95 maakt nog maar 1 % van de totale wereldbevolking gebruik van cellulaire telefonie, slechts 1,3 % speelt met de pager (semafoons en andere zakapparaatjes voor overdracht van boodschappen) en 0,7 % is aangesloten op een privé-net voor mobiele radio’s (de PMR of private mobile radio).
Om ons een beeld te geven van de weg die we nog kunnen afleggen, vergelijkt het Amerikaanse telekombedrijf Motorola de nummer één in de sektor wereldwijd die ene procent gebruikers met de 50 % van de wereldbevolking die nog nooit een telefoon in handen heeft gehad.
MODEGRIL ?
Doelgroep : de wereld. De mobilofoon, die bij zijn lancering werd beschouwd als een gadget of modegril voor rijken, heeft een geweldige inhaalbeweging gemaakt. In de eerste plaats omdat hij werd gedemokratizeerd : in ’93 bedroeg het BNP (bruto nationaal produkt) per inwoner in de landen met een mobilofoonnet 14.500 dollar. Dit cijfer is vandaag gezakt tot 1500 dollar en zal in ’98 nog verder dalen tot een luttele 600 dollar.
Volgens het onderzoeksbureau Herschel Shosteck Associates zullen tegen dan drie landen op vier over minstens één operationeel cellulair netwerk beschikken. Wellicht een pessimistische inschatting. Bij Motorola herinnert men zich geamuseerd marktstudies uit ’83 over het wereldpotentieel van de cellulaire kommunikatie over 10 jaar. Deze voorspelden toen een “plafond” van 900.000 gebruikers. Op 1 januari ’95 waren er alle standaarden bijeen genomen 52 miljoen abonnees.
Die explosieve groei van de mobilofonie lijkt grenzeloos. En deze is niet allen te danken aan de voortdurende prijsdalingen van onderdelen, waardoor de toestellen zelf goedkoper worden, of aan de bitse konkurrentiestrijd onder operatoren of de groeiende standaardizering. Ook al zijn die 3 aspekten essentieel, ze verklaren niet alles. De draadloze kommunikatie wordt vandaag, ondanks haar vergevorderde ontwikkelingsstadium, nog altijd beschouwd als een logische uitbreiding van het klassieke telefoonnet. Gebruikers breiden hun kommunikatievermogen gewoon uit met een draadloos toestel, of dit nu een GSM of een pager is.
DRAADLOOS.
De voorspellers van Motorola menen dat tegen het jaar 2003 zo’n 25 % van onze kommunikatie draadloos zal verlopen. Het gebruik zal dan opgelopen zijn tot 2000 miljard minuten tegenover 5600 miljard minuten met de klassieke telefoon. Met andere woorden, het draadloze verkeer zal niet alleen één verbinding op vier vertegenwoordigen, maar ook de totale tijd van het telefoonverkeer over de hele wereld zal toegenomen zijn met 97 %.
De meest weerspannige telefoongebruikers kunnen echter op hun twee oren slapen : de geïndustrializeerde landen zullen niet in staat zijn een dergelijke groei te verwerken. Azië en Latijns-Amerika (met de Caraïbische regio) kennen vandaag de sterkste groei wat de aanleg van lijnen betreft en nu al is één nieuwe “lijn” op vier, voor de totale vraag op wereldvlak, cellulair.
Vergeten we ook niet het massale aantal verzoeken om aansluiting waaraan niet wordt voldaan. In een onderzoek van het ITU uit ’92 werd het aantal mensen dat op een aansluiting wacht, geraamd op 138 miljoen. De argumenten die door de operators worden aangevoerd om deze wachtcijfers te verklaren, zijn hoofdzakelijk de technische belemmeringen voor de installatie en de kosten van het netwerk. Het probleem van zware infrastruktuurwerken stelt zich niet meer bij de mobilofonie en de investering per abonnee die een operator moet dragen zakt zo tot onder de 600 dollar tegenover een gemiddelde van 1300 voor de klassieke telefonie.
Tegen eind deze eeuw zou de mobiele analoge, maar vooral ook cellulaire telefonie een wereldmarkt vertegenwoordigen van 100 miljoen toestellen (tegenover 28 miljoen in ’94) en 34 miljard dollar (19 miljard dollar in ’94). Het aantal abonnees zal vervijfvoudigd zijn en oplopen tot 251 miljoen. Volgens de laatste studies van Dataquest, een Californisch consultancybureau gespecializeerd in de analyse van speerpunttechnologie, zal de GSM deze enorme markt op termijn overschaduwen en zou Europa baanbreker van deze technologie zijn gemiddelde penetratiegraad van 4,4 % moeten verdrievoudigen.
Geloofwaardig of utopie ? Feit is dat, alleen al in de laatste 18 maanden, het aantal Europese abonnees in de mobilofonie gestegen is van 10 tot 17,6 miljoen.
FM
MOBIELE TELEFONIE EVOLUEERT RAZENDSNEL Intussen heeft één mens op twee nog nooit een telefoon in zijn handen gehad.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier