De Vlaamse Ardennen

Niet alleen de streek van Geraardsbergen, maar ook het Waalse toerisme is voor een groot stuk in handen van Vlamingen. In het kielzog van Marc Ponnet, marktleider in vakantiedorpen, trokken heel wat Vlaamse ondernemers naar de échte Ardennen, en professionaliseerden de sector.

Die vruchten waren in 2000 een nettowinst van 300.000 euro (1,2 miljoen frank) en een omzet van 9,17 miljoen euro (370 miljoen frank). In 2000 werden bij Ourthe&Somme één miljoen overnachtingen geboekt in de duizend Ardense vakantiewoningen. Negen op de tien van die toeristen zijn Nederlanders of Vlamingen. Marc Ponnet zou zelf tot dat peloton kunnen behoren, want ook hij is een Vlaming. “De Waalse overheid is ons de voorbije decennia steeds meer als een partner in de lokale economische ontwikkeling gaan beschouwen.” Cijfers moeten die bewering staven: het bedrijf genereert jaarlijks 150 voltijdse banen, en geeft 3,47 miljoen euro (140 miljoen frank) inkomsten aan lokale leveranciers en overheden.

Afrekenen met oud imago

Ourthe&Somme viert in 2001 zijn twintigjarig bestaan. Maar het verhaal start in 1971, bij Hendrik Seghers. Marc en vrouw Lieve Ponnet zijn dan werknemer bij het filiaal Seghers Investment, dat twee bungalowparken in de Ardennen uitbaat. Na tien jaar wil Marc Ponnet het heft in eigen handen nemen. Hij neemt het beheer van de twee parken over en Ourthe&Somme is geboren. Stelselmatig worden nieuwe vakantieparken ingepalmd. Vandaag beheert Ponnet twaalf dorpen. Eén vierde van de bungalows in de parken is eigendom van het bedrijf ( zie kaart). De overige 75% behoort toe aan private eigenaars, voor wie Ourthe&Somme het beheer doet. In de voorbije twee decennia kocht de onderneming op die manier bungalows ter waarde van 17,35 miljoen euro (700 miljoen frank), en investeerde jaarlijks nog eens gemiddeld drie kwart miljoen euro (30,25 miljoen frank) in de modernisering van de infrastructuur. “Begin de jaren tachtig was er een overaanbod aan vakantiedorpen in Wallonië. In de jaren zeventig was iedereen aan het bouwen geslagen: de vakbonden, de ziekenfondsen, de gemeenten. Maar bijna niemand had kaas gegeten van de exploitatie van die parken,” zucht Ponnet. “De vakantieparken boekten verlies, waardoor er geen ruimte was voor investeringen in vernieuwing. Twintig jaar geleden zat Wallonië dan ook met een hopeloos verouderd toeristisch imago.”

Bij de touroperators _ die 70% van de boekingen leveren _ heeft Ourthe&Somme alvast een solide reputatie. In Nederland werkt het bedrijf samen met Thomas Cook (vooral dan met de keten van reiskantoren Vrij Uit), in België met de marktleiders Thomas Cook ( Neckermann) en Preussag ( Jetair).

Niet bang van de groten

Tot in het begin van de jaren negentig kwam de modale toerist bij Ourthe&Somme één keer per jaar. Hij boekte dan een verblijf van een maand. Vandaag komt hij vier keer, voor kortere vakanties. “We hebben onze prijzenpolitiek afgestemd op de spreiding van de vakanties,” zegt Catherine van Beek, die verantwoordelijk is voor de verhuur. De prijzen in het laagseizoen liggen dus heel wat lager.

Het beleid werkt: de gemiddelde bezettingsgraad bedroeg in 2000 65%. In de zomermaanden klimt dat naar bijna 100%. Ook in de barslechte zomer van vorig jaar. Het leverde Ourthe&Somme een nettowinst van 300.000 euro (12,1 miljoen frank) op, of een nettomarge van 3,5%. Heel behoorlijk voor een toeristische sector in België waar touroperators al tevreden zijn met een schamele 1,5%.

Maakt dat van de Waalse marktleider meteen ook een gegeerde overnameprooi? Ourthe&Somme is nog steeds een familiaal bedrijf. Maar het Franse Pierre&Vacances, de grootste verhuurder van vakantiewoningen in Europa, kocht vorig jaar Center Parcs. En het Brits-Nederlandse Landal GreenParks, dat in Europa 66 vakantiedorpen beheert, wordt nu ook actief in Wallonië. Het runt drie parken in de provincie Luik. “We zijn helemaal niet bang van die groten,” zegt Lieve Ponnet. “Ourthe&Somme staat zeker niet in de etalage. Meer nog: we zijn zelf op zoek naar opportuniteiten, als specialist in de Ardennen.”

Waar Vlamingen thuis zijn

“Het toerisme in de Ardennen is voor een groot stuk een zaak van Vlamingen. De voertaal op de vergaderingen van de toeristische verenigingen is het Nederlands.” Nee, Marc Ponnet gekscheert niet. In zijn kielzog trokken heel wat Vlamingen naar de Ardennen, en professionaliseerden het toerisme.

Vooral de campings werden aangepakt. Van de 375 Waalse campings zijn er 100 in Vlaamse handen. Ludo Maertens is de eigenaar-exploitant van de grootste camping van het land. In Oteppe, in Waals Haspengouw, beheert de West-Vlaming al vier decennia het 65 hectare grote domein L’Hirondelle. Goed voor een hotel met twintig kamers, 25 bungalows en een camping met 1100 plaatsen. “Het Waalse toerisme is sterk geprofessionaliseerd. Jammer dat de Vlamingen dat hebben moeten doen. Walen kunnen zich heel moeilijk inleven in een internationale cultuur, ze spreken enkel Frans. Pas de jongste jaren is de kentering merkbaar.”

Ludo Maertens haalde met zijn drie familiebedrijfjes _ SPRL L’Hirondelle, SA Promotion du Tourisme Social, en SA Domaine d’Oteppe _ in 2000 een geconsolideerde omzet van 1,98 miljoen euro (80 miljoen frank). De voorbije tien jaar werd 4,46 miljoen euro (180 miljoen frank) geïnvesteerd in de optimalisering van de infrastructuur. Vandaag bezit L’Hirondelle een horecapoot, een commercieel centrum en de grootste speeltuin van Wallonië. Het resulteerde in 200.000 overnachtingen in 2000.

Dat economische succes creëert geenszins afgunst bij de lokale bevolking. “De sociale integratie verloopt vlot. Vlamingen in Wallonië worden door de Waalse bevolking gezien als hard werkende money-makers. Dat creëert respect.”

Vlamingen zijn in de Ardenen erg actief in immobiliën. Er is immers meer ruimte dan in Vlaanderen, en de bouwgrond is tot twee derde goedkoper. Eén van de meest begeerde stekken is Achouffe. Het gehucht bij Houffalize verzeilt zo langzaam aan in Vlaamse handen. De brouwer van het lokale bier La Chouffe is een Vlaming, een handvol nieuwe Ardenners verhuren en verkopen onroerend goed.

Maar je vindt er vooral de broers Romain en Germain De Pré, van de Bourgondische en goed draaiende restaurants La Petite Fontaine en La Grange. Een kwart eeuw geleden maakten de twee vijftigers de overstap van Knokke-Heist naar de Ardennen, en toverden een stuk moeras om in La Grange. “In Vlaanderen hadden we zeker beter geboerd,” beseft Romain De Pré. “Maar hier heb je ruimte, hectaren verlaten grond. En dat geeft je vrijheid.”

Wolfgang Riepl

FOTO 1

FOTO 2

FOTO 3

“De voertaal op de vergaderingen van de toeristische verenigingen is het Nederlands.”

“Vlamingen in Wallonië worden door de Waalse bevolking gezien als hard werkende ‘money-makers’. Dat creëert respect.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content