Redactie Trends

De vergeten loondiscussie

Mochten de gevolgen niet zo verstrekkend zijn, het zou bijna hilarisch zijn. We hebben het over de intensiteit van de discussie over onze loonkosten, waarbij cijfers allerhande in alle mogelijke richtingen door het decor vliegen. De voorbije dagen hield deze discussie de hele regering dagenlang in de ban.

Mochten de gevolgen niet zo verstrekkend zijn, het zou bijna hilarisch zijn. We hebben het over de intensiteit van de discussie over onze loonkosten, waarbij cijfers allerhande in alle mogelijke richtingen door het decor vliegen. De voorbije dagen hield deze discussie de hele regering dagenlang in de ban.

En dan is het merkwaardig om vast te stellen dat, ondanks de eindeloze stroom aan argumenten en cijfers, belangrijke aspecten van het loondebat compleet onbesproken blijven. We denken dan aan het feit dat wij via ons systeem van sociaal overleg tot een zo homogeen mogelijke loonvorming in de hele economie trachten te komen. Zowel de economische groei als de jobcreatie, en dus ook de evolutie van de publieke financiën, ondervinden daarvan substantiële nadelen.

Finaal bepaalt de arbeidsproductiviteit het loon dat een werkgever kan uitkeren aan zijn mensen. Door allerhande factoren die te maken hebben met technologische evolutie en innovatie, kapitaalintensiteit, evolutie van de vraag en dies meer, verschilt de arbeidsproductiviteit sterk naargelang van de sector en het bedrijf. Ons centraal gestuurd systeem van loonvorming drukt die verschillen grotendeels weg. De automatische loonindexering, die geldt voor de hele economie, maakt onze loonvorming in grote mate uniform. De loonnorm die in het kader van het interprofessioneel overleg tot stand komt, dikt die eenvormigheid nog wat aan.

Het gebrek aan loondifferentiatie rijdt de jobcreatie en de werkgelegenheid in de wielen. Meer nog, ze werkt in belangrijke mate de vernietiging van jobs in de hand. Want de grotendeels uniforme loonvorming legt ondernemingen met een kleinere toename van de arbeidsproductiviteit loonkosten op die ze niet kunnen dragen. Het onvermijdelijke gevolg is dat zulke bedrijven de factor ‘arbeid’ zo veel mogelijk proberen weg te rationaliseren en te automatiseren. De productiviteit stijgt dan wel, maar dat is voornamelijk een uiting van de te hoge arbeidskosten. In vele gevallen komt via zulke onevenredige verhogingen van de loonkosten zelfs de overleving van de onderneming in het gedrang. Ongedifferentieerde loonvorming leidt tot meer faillissementen, jaagt de werkloosheid op en tast de veerkracht en het weerstandsvermogen van het economische weefsel aan.

De al te gelijkmatige loonvorming tast ook het groeipoten-tieel van de economie ten gronde aan. Bedrijven met de sterkste productiviteitsgroei zijn vaak ook de bedrijven met de beste groeikansen. Zij moeten alle kansen krijgen om de juiste mensen te kunnen aanwerven, en hun goede medewerkers te kunnen behouden. Een aantrekkelijk loonpakket is daarbij van cruciaal belang. Ons systeem van centraal geleide loonvorming maakt dat echter vaak moeilijk. Het gevolg is helaas dat ondernemingen met veel potentieel ofwel hun ambities moeten terugschroeven, ofwel naar elders trekken om hun vleugels volledig te kunnen uitslaan.

Uiteraard leidt een meer gedifferentieerde loonvorming tot grotere verschillen in de brutolonen. Twee bedenkingen dringen zich hier op. Ten eerste maakt de progressiviteit in de personenbelasting sowieso al een stuk van die ongelijkheid ongedaan. Een verlichting van de fiscale druk onderaan de loonladder kan bovendien extra koopkracht bieden voor de laagste inkomens.

Ten tweede is het, zoals met zovele zaken in het sociaaleconomische gebeuren, een kwestie van prioriteiten te stellen en daar naar te handelen. Als meer economische groei en jobcreatie belangrijke prioriteiten zijn – onder meer omdat zo een duurzame sanering van de publieke financiën veel sneller binnen handbereik komt – dan moeten we daarvoor wat meer ongelijkheid in de loonvorming toestaan. Deze stelling heeft bitter weinig met ideologie te maken, maar alles met de bereidheid om de realiteit onder ogen te zien. Dat is niet altijd leuk, maar zeker in deze wat moeilijkere tijden is het in het belang van iedereen.

Helaas lijkt de federale regering-Di Rupo hoe langer hoe meer een clubje met een hoog ontwikkelde zin voor negationisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content