“De strijd om Euronext is nog niet gestreden”
Van lokaal, stoffig en bijna vergeten tot mondiaal, hip en in het middelpunt van de belangstelling. Beursbedrijven zijn in amper een generatie tijd onherkenbaar veranderd. Baron Jean Peterbroeck heeft alle stappen meegemaakt, en is vandaag een bevoorrechte getuige van het nakende huwelijk tussen Euronext en de beurs van New York.
Van krijtbord tot klavier. ‘ Dat is de werktitel van het boek dat Jean Peterbroeck ooit nog wil schrijven. Daarin wil Peterbroeck, de medeoprichter van beurshuis Petercam en de voormalige voorzitter van de Beurs van Brussel, het verhaal van de razendsnelle evolutie die het Belgische beurswereldje sinds 1980 onderging, uit de doeken doen.
Voorlopig ontbreekt het hem nog aan tijd, want ondanks zijn bijna zeventig lentes is Jean Peterbroeck nog steeds een heel bezige bij. Minstens twee dagen per week zakt hij af naar zijn bescheiden kantoor bij Petercam. Zijn wat aftandse computer bedient hij enkel met de beide wijsvingers. “Ik ben nog van de generatie die steeds een secretaresse ter beschikking had,” verontschuldigt hij zich.
Op zijn bureau blinkt het vorige maand verschenen boek Invasion der Heuschrecken (invasie van de sprinkhanen) waarin Werner Seifert, de voormalige topman van Deutsche Börse, beschrijft hoe de vraatzuchtige hefboomfondsen de controle van het beursbedrijf hebben overgenomen.
Op maandag draagt de baron het petje van schepen van Financiën van zijn gemeente Lasne, het Sint-Martens-Latem van Waals-Brabant. De gouverneur van de Nationale Bank, Guy Quaden, en minister Laurette Onkelinx (PS) hebben daar ook hun stekje gevonden. Maar het netwerk van Jean Peterbroeck is veel ruimer. Na dit interview repte hij zich bijvoorbeeld naar het afscheidsfeestje van Daniel Janssen bij Solvay. Tussendoor zetelt hij ook nog in de raden van bestuur van de groep Lhoist, CMB, Brouwerij Haacht, Koramic en Lixon. Samen met dorps- en leeftijdsgenoot André Dirckx is hij de laatste Belg in de raad van bestuur van de fusiebeurs Euronext, die turbulente tijden meemaakt. Euronext kondigde zijn huwelijk aan met de New York Stock Exchange (NYSE). Al zal liefdesrivaal Deutsche Börse het daar wellicht niet bij laten.
TRENDS. De financiële markten incasseerden de voorbije weken forse verliezen. Gaat het om een tijdelijke correctie of is er meer aan de hand?
JEAN PETERBROECK (PETERCAM). “De fundamentals van de economie en de bedrijven zijn goed. Een zware koersinzinking is dus vooral te wijten aan de grillige psychologie van de markten. Mijn advies is daarom te kopen à la baisse: koop er wat aandelen bij na een koersdaling. Net zoals je moet verkopen à la hausse, dat zijn de basisregels van het metier. Al mogen we nu de rol van de hefboomfondsen zeker niet uit het oog verliezen. Het is heel moeilijk om dat risico correct in te schatten, maar misschien kan één probleem wel een cascade veroorzaken.”
Euronext heeft de voorbije jaren heel wat technische problemen gekend. Het heeft maar liefst vier jaar geduurd om de vijf afdelingen te integreren. Is Euronext al klaar voor een fusie met NYSE?
PETERBROECK. “Technisch zijn we er zeker klaar voor, want de Amerikanen zijn jaloers op ons systeem. Een van de belangrijkste troeven van Euronext in het fusieverhaal is duidelijk de technologie. Daarnaast kijken de Amerikanen ook verlekkerd naar onze derivatenmarkt Liffe.
“Of we er in Europa mentaal klaar voor zijn, is een andere vraag. In het begin bestond er in eigen land ook heel wat scepsis ten opzichte van het Euronextverhaal. Maar ik stel met genoegen vast dat Euronext heel veel heeft bijgebracht aan de Belgische bedrijven. Dankzij het fusieproject hebben de grote Belgische bedrijven toegang gekregen tot het internationale spaarwezen. Weet je dat intussen al 60 % van de omzet op Euronext Brussel gerealiseerd wordt door buitenlandse tussenpersonen? Met de fusie Euronext-NYSE kunnen we de Europese bedrijven nu toegang geven tot het Amerikaanse spaarwezen.”
Jacques Chirac en Jean-Claude Trichet hebben al laten verstaan dat ze voorstander zijn van een samenwerking tussen Euronext en Deutsche Börse. Wat vindt u daarvan?
PETERBROECK. “Ik begrijp dat eerlijk gezegd niet goed. Als gevolg van een fusie tussen Euronext en Deutsche Börse zullen Liffe en Eurex samen 93 % van de derivatenmarkt controleren. De Europese oplossing van Chirac en Trichet houdt eigenlijk de creatie van een monopolie in. Maar een monopolie is toch nooit goed? Laat me toe om dat toch heel bizar te vinden.”
Zal door de fusie de gezonde concurrentie tussen de beurzen niet verschralen?
PETERBROECK. “Nee. Er is namelijk geen echte concurrentie tussen de beurzen, omdat het onmogelijk is om de liquiditeit te verhuizen. In het verleden hebben zowel de Engelsen als de Duitsers bijvoorbeeld geprobeerd om de Nederlandse blue chips op hun beurzen te noteren. Maar ze hebben daar nooit hoge volumes gehaald. Zo zal de koers van InBev altijd bepaald worden op Euronext Brussel en die van Siemens in Frankfurt.”
Is het pleit nu definitief in het voordeel van de Amerikanen beslecht? Hoe zeker is de fusie tussen Euronext en NYSE?
PETERBROECK. “We hebben weliswaar een akkoord met NYSE, maar een hoger bod van Deutsche Börse kan het debat heropenen. Of er een nieuw bod komt, weet ik echt niet. Ik merk wel dat de Duitsers in Brussel zijn neergestreken, wellicht om de lobbymachine te activeren.”
Sommige bedrijven vrezen dat met de fusie ook de strenge Amerikaanse regelgeving zijn intrede zal doen op Euronext.
PETERBROECK. “Die ongerustheid is totaal onterecht. Er staat uitdrukkelijk in de overeenkomst dat in dat geval de deal niet doorgaat. De Amerikaanse autoriteiten zullen dus nooit het recht hebben om de Europese bedrijven op Euronext te controleren. On a une garantie blindée. Dat is het resultaat van het akkoord met de toezichthouder. Aan de andere kant zijn we er wel van overtuigd dat heel wat internationale bedrijven nu naar Euronext zullen komen juist om bijvoorbeeld Sarbanes-Oxley te vermijden.”
Na de vorige gemeenteraadsverkiezingen kreeg u het mandaat van schepen van Financiën. Is het niet gevaarlijk om als zakenman politieke kleur te bekennen?
PETERBROECK. “Ik heb daarmee wel gewacht tot het moment dat ik me terugtrok als actieve vennoot bij Petercam. Ik vind het mijn burgerplicht om de gemeente waar ik sinds 1964 woon, te helpen besturen. Mijn ervaring komt wel eens van pas bij onderhandelingen met de bankiers. In oktober zal ik opnieuw op de lijst staan, maar dan als lijstduwer. Ik ambieer geen mandaat meer. Het is nu aan de jeugd.”
Hoe verklaart u dat in Wallonië een tegenhanger van het Vlaams Belang niet is doorgebroken?
PETERBROECK. “Dé verklaring ken ik niet. Maar in Wallonië, net als in Limburg trouwens, hebben we in tegenstelling tot de grote Vlaamse steden, de buitenlandse mijnwerkers al vroeger gehad, en die mensen zijn geassimileerd. In de ondernemingen waar ik in de raad van bestuur zetel, zie ik buitengewone kaderleden die van Italiaanse afkomst zijn. De Turken en Italianen in bijvoorbeeld Houthalen zijn evengoed geïntegreerd, veel meer dan de allochtonen in Antwerpen of Brussel. We ontmoeten elkaar in de supermarkt, praten met elkaar op café of spelen samen petanque. Die wij-zijtegenstelling is verdwenen. De integratie verloopt in kleinere steden of gemeenten misschien ook vlotter. Wallonië heeft de ingevoerde handenarbeid van destijds al geïntegreerd. Dat is een stukje van de verklaring.”
Tussen 1987 en 1993 was u ook voorzitter van de Beurs van Brussel. Een bewogen periode, want haast onmiddellijk kreeg u de beurscrash over u heen en wat later was er ook de brand in het Beursgebouw.
PETERBROECK. “De zaken gingen heel slecht en daarom heb ik me al in 1981 geëngageerd, eerst als gewoon lid. Door de extreem hoge rentevoeten van 13 à 14 % was er bijna geen risicokapitaalmarkt meer. Ik herinner me nog het aandeel Intercom, dat geen 1000 frank waard was maar wel een coupon van 115 frank had. Er moest dus iets gebeuren om de beurs te reanimeren. In een commissie met Daniel Janssen hebben we toen een aantal wettelijke maatregelen voorbereid, zoals de wet Cooreman-De Clercq. Die wet betekende uiteindelijk het startsein voor de heropleving van de Beurs van Brussel.
“Als voorzitter bestond mijn taak erin om de Beurs van Brussel te informatiseren. De Londense beurs deed toen een poging om de grote Europese waarden aan te trekken door een notering aan te bieden van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Wat een verschil met Brussel. Daar bleef de effectieve handel beperkt tussen half een en half drie ‘s middags. Dat kon toen ook niet anders, want de wisselagenten bezochten ‘s morgens hun cliënten en namen daarna de trein – de waardepapieren in de aktetas – richting Brussel. Na de handelssessie keerden ze dan terug naar hun cliënten. Ik heb toen zowat alle beurzen bezocht, op zoek naar het ideale systeem. Ik heb het uiteindelijk in Toronto gevonden. Ik heb moeten vechten om CATS ( computer- aided trading system) erdoor te krijgen, want er was geweldig veel tegenstand. De wisselagenten liepen zelfs rond in het Beursgebouw met een opvallende das waarop stond te lezen: ‘ I hate CATS‘. Het krijt, de gewoonten en de folklore werden door de informatisering allemaal weggeveegd. Ook de caféhouders in de buurt van de Beurs waren heel ongelukkig ( lacht).”
In nauwelijks twintig jaar tijd zijn er ook honderden beurshuizen van de kaart geveegd.
PETERBROECK. “Ja, maar dat is volgens mij niet het gevolg van de informatisering. Wel de steeds grotere last van verplichtingen zoals strengere kapitaaleisen is daar de oorzaak van.”
Zes jaar geleden hebt u zich teruggetrokken als actieve vennoot bij Petercam. Welke rol speelt u nu?
PETERBROECK. “Ik heb meer tijd om te lezen dan mijn vennoten. Elke dag krijg ik een persoverzicht van Euronext. Als ik een interessant artikel vind, laat ik het circuleren. Ik word ook vaak geconsulteerd wanneer er strategische beslissingen moeten worden genomen, zoals de toetreding van een nieuwe vennoot. Maar uiteindelijk beslist de algemene vergadering, waarin de stichtende families Van Campenhout en Peterbroeck samen nog 30 % van de aandelen controleren. De meerderheid behoort toe aan de mensen die hier werken. Petercam is dus geen familiebedrijf meer, maar een bedrijf met een familiale verankering.”
Met de Nederlander Bart Tishauser heeft Petercam zonet een zeventiende vennoot aangetrokken. Waar ligt de grens?
PETERBROECK. “We naderen inderdaad het maximum voor een efficiënt beheer van de organisatie. Il ne faut pas une armée de colonels.”
Pierre Drion, de primus inter pares bij Petercam, heeft al een tijdje de leeftijdsgrens bereikt. Hoelang blijft hij nog doorgaan?
PETERBROECK. “Er is een interne regel die zegt dat op de leeftijd van zestig jaar de vennoten hun ontslag moeten aanbieden. Zolang de anderen ermee akkoord gaan, mag hij echter aanblijven. Die overeenkomst wordt jaarlijks vernieuwd. Pierre Drion heeft dit jaar een persoonlijk drama meegemaakt. Uit eigen ervaring weet ik dat het dan goed is om je op het werk te storten.”
Petercam staat op drie stevige benen: asset management, corporate finance en beursverrichtingen. Hoe hebben die het vorig jaar gedaan?
PETERBROECK. “Vroeger waren de drie afdelingen zowat even groot, maar nu is het vermogensbeheer op zich al goed voor twee derde van de omzet. Vorig jaar zijn de beheerde kapitalen fors toegenomen van 8 naar 12 miljard euro. De fiscale amnestie, de goede prestatie van onze fondsen die daardoor nieuwe investeerders aantrekken en de goede gang van zaken op de markten zijn de belangrijkste verklaringen. Maar ook de andere divisies hebben goed gepresteerd. Dat we op drie complementaire fronten actief zijn, is juist de sterkte gebleken van een huis als Petercam. Een cliënt die tevreden is over bijvoorbeeld de corporate finance, zal daardoor misschien voldoende vertrouwen krijgen om ook cliënt te worden bij de afdeling asset management.”
Bestaan er bij Petercam dan geen Chinese Walls?
PETERBROECK. “Die bestaan hier wel degelijk, hoor. Zolang een deal niet rond is, weet ik ook niet wat er gebeurt in de corporate finance. We houden ons natuurlijk aan de regeltjes, maar ethiek is iets wat je in het bloed moet zitten. We hebben decennia aan onze reputatie gewerkt en één connerie is voldoende om dat allemaal teniet te doen.”
Daan Killemaes – Dirk Van Thuyne
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier