De huiveringwekkende macht van Gazprom

Ruslands gigantische energiemaatschappij Gazprom spreidt steeds verder haar gaspijpleidingen als tentakels uit, maar blijft een mysterieuze entiteit. Het dispuut met Oekraïne plaatst vraagtekens achter de betrouwbaarheid van de energiekolos, waar het Kremlin de touwtjes in handen heeft.

Gazprom bezorgde Europa rillingen toen het vorige week de gaskraan naar Oekraïne dichtdraaide, wat tot in Duitsland en Frankrijk tot lagere gasleveringen leidde. De rillingen waren (nog) niet van de kou, maar van huiveringen dat Rusland er blijkbaar niet voor terugdeinst om in het putje van de winter de gaslevering te bevriezen in geval van commerciële of politieke disputen. En Europa is voor zijn energiehuishouding al voor een groot stuk afhankelijk van Rusland – bijna 50 % van de Europese gasimport komt uit Rusland en dat aandeel zal nog stijgen. België verbruikt nog geen Russisch gas, maar dat is slechts een kwestie van tijd. Gazprom is bijvoorbeeld van plan om in de Antwerpse Kempen een ondergrondse opslagcapaciteit voor aardgas te bouwen, die ook moet dienen om de Belgische markt te bevoorraden.

Rusland haastte zich om de bevoorrading van Europa te herstellen, maar het voorval heeft Europa wakker geschud. Het debat over de energie-afhankelijkheid van Europa staat plots bovenaan op de agenda. Energie is een troefkaart in het geopolitieke spel, en Europa heeft die nauwelijks. Onderhandelen met Rusland, dat met een druk op de knop Europa in de kou kan zetten, is geen prettig vooruitzicht.

De baas van Gazprom

Gazprom is weliswaar beursgenoteerd, maar het is een arm van moedertje Rusland. De Russische staat heeft 51 % van de aandelen in handen. Voor president Vladimir Poetin is Gazprom een middel om de Russische macht en invloed op te vijzelen. De commerciële belangen zijn soms ondergeschikt aan de politieke belangen. Heel wat waarnemers vragen zich af of Gazprom, dat ontsproot uit het oude sovjetministerie van Gas, wel een onderneming is. De geruchtenmolen wil trouwens dat Vladimir Poetin in 2008 wel eens de baas zou kunnen worden van Gazprom. Gazprom is een kolos. Vorig jaar realiseerde het de grootste overname in de Russische geschiedenis door Sibneft, de vijfde grootste petroleummaatschappij van het land, te kopen. De gasactiviteiten van Gazprom zijn echter al zo omvangrijk, dat het nieuwe filiaal nauwelijks iets zal veranderen aan het profiel van de maatschappij. Gas blijft nog altijd 90 % van de productie uitmaken. In 2004 produceerde Gazprom 20 % van al het gas in de wereld. Het heeft 60 % van de Russische gasreserves in handen en 16 % van de wereldreserves. Als het een land was, zou het met zijn totale olie- en gasreserves enkel Saudi-Arabië en Iran moeten laten voorgaan.

Bij een bezoek aan het Kremlin krijgen de toeristen doorgaans een oude klok te zien die nooit geluid heeft en een enorm kanon dat nooit afgevuurd werd. Volgens pessimistische analisten hoort Gazprom eerder thuis in die galerij van kaduuk gigantisme dan onder de blue-chipbedrijven van deze wereld. Zoals een van die pessimisten het uitdrukt, is Gazprom een klassiek voorbeeld van hoe een fenomenaal waardevol bezit kan tekortschieten als investering. Het aandeel van Gazprom noteert tegen een forse korting.

Twee partijen zijn verantwoordelijk: het management en de regering. In 2001 stelde Poetin de tot dan toe nauwelijks bekende Alexei Miller aan als baas van Gazprom, naar verluidt met de opdracht om de legendarische corruptie in het bedrijf aan te pakken.

Mysterieuze tussenpersonen

Op dit ogenblik is Gazprom nog altijd een duister imperium. Neem nu de mysterieuze rol die gespeeld wordt door een obscure onderaannemer bij de levering van gas uit Turkemenistan naar Oekraïne. Die maakt gebruik van de pijpleidingen van Gazprom, maar onthoudt het tegelijkertijd aanzienlijke winsten. Houd ook rekening met de uiterst hoge kostprijs van Gazproms pijpleidingconstructie, vergeleken bij projecten elders in de wereld en met de vreemde tussenpersonen waarvan het zijn materialen koopt. Koeprianov zegt dat de pijpleidingen van Gazprom groter zijn en de omstandigheden op het terrein moeilijker. Vadim Kleiner van Hermitage Capital, een fonds dat poogt de aandelenkoers van Gazprom op te drijven door knoeierij aan het licht te brengen, wijst erop dat Gazprom gebruikmaakt van “een lange keten van tussenpersonen en dat de kosten snel oplopen.”

De belangrijkste reden voor de verdisconteerde prijs van het Gazprom-aandeel is echter dat het bedrijf verplicht is om het gros van zijn gas binnen Rusland te verkopen tegen gereguleerde prijzen. Hoewel de prijzen sinds 2000 relatief scherp gestegen zijn en verondersteld worden nog verder te zullen toenemen als voorwaarde voor Ruslands vermoedelijke toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie, blijven ze erg laag. In 2004 bedroeg de gemiddelde groothandelsprijs in Rusland 29 dollar per duizend kubieke meter, terwijl hij voor de export naar West-Europa op gemiddeld 140 dollar stond.

Dat is een slechte situatie voor Gazprom, maar een voordeel voor Rusland. Een snelle verhoging van de tarieven, ook al zou die leiden tot efficiënter energieverbruik, zou de inflatie aanwakkeren. Heel wat mensen zouden dan allicht stoppen met betalen en het erg koud (en op de heupen) krijgen als ze vervolgens afgesloten worden.

In ruil voor die ‘handicap’ geniet Gazprom twee nuttige privileges. De eerste is de controle over het grootste pijpleidingnetwerk ter wereld. Gazprom zegt dat het geen aanleiding ziet om onafhankelijke gasproducenten uit zijn systeem te weren, omdat hoe meer ‘onafhankelijk’ gas er in Rusland verkocht wordt, hoe meer het van zijn eigen gas kan exporteren tegen een hogere prijs. De andere compensatie waarvan Gazprom geniet, is zijn monopolie op de gasexport naar landen buiten de voormalige Sovjet-Unie. Het bedrijf rechtvaardigt dat door erop te wijzen dat concurrentie tussen Russische leveranciers de prijzen naar beneden zou halen en dus ook de belastinginkomsten van de overheid, waardoor langetermijnprojecten op de helling zouden komen te staan. Het exportmonopolie ontmoedigt echter andere gasproducenten om investeringen te doen die Rusland zelf hard nodig heeft.

Het exportmonopolie levert echter nog een ander voordeel op: het garandeert dat het Kremlin de controle behoudt over wat – misschien op uitzondering van de atoomwapens – Ruslands krachtigst instrument inzake buitenlands beleid geworden is en meteen ook zijn beste troef om wat van zijn (politieke) macht terug te winnen.

Vroegere vazallen

In september 2005 lanceerden Poetin en de toenmalige Duitse kanselier Gerhard Schröder Gazproms jongste megaproject: een pijpleiding van 4 miljard euro die onder de Baltische Zee zal leiden naar Duitsland, Gazproms grootste buitenlandse afnemer, en vandaar eventueel ook naar Groot-Brittannië. Verwacht wordt dat de Europese vraag tussen 2000 en 2030 zal verdubbelen. Het grootste deel van de Gazpromexport vloeit op dit ogenblik door Oekraïne en een groot deel van de rest komt door Wit-Rusland en langs de Blauwe Stroompijpleiding die door de Zwarte Zee naar Turkije gaat. Die geografische toevalligheid heeft Oekraïne tot nu toe baat gebracht, omdat het uit die transitrol munt kon slaan om voor zichzelf goedkopere gasprijzen te bedingen. Dat voordeel zal aanzienlijk uitgehold worden door de Baltische pijpleiding. Het recente gasdispuut tussen Oekraïne en Rusland illustreert de verzwakkende onderhandelingspositie van Oekraïne.

Uiteraard bestaan er gegronde redenen om de vroegere vazalstaten van Rusland de volle marktprijs te laten betalen voor het Gazpromgas, op voorwaarde dat prijzen en aanvoer op een faire en transparante wijze bepaald worden. Dat was lang niet altijd het geval. Getuige daarvan de beruchte korte onderbreking van de leveringen aan Wit-Rusland in februari 2004, nadat de tragikomische president van het land, Alexander Lukashenka, Gazprom en Poetin een keer te veel mishaagd had. Zowel Oekraïne als Georgië zijn naarstig op zoek naar alternatieve energiebronnen.

Voor Gazprom is Europa pas het begin. Het heeft zich ingewurmd in het tot nog toe meest ontwikkelde, door Shell geleide koolwaterstofproject op het eiland Sachalin, van waaruit het allereerste vloeibaar aardgas dat naar Amerika verstuurd wordt (via Mexico), zal vertrekken. Dat de kosten op Sachalin de pan uitrijzen, is allicht de reden dat Shell niet voorkomt op de shortlist van maatschappijen die door Gazprom voorgedragen worden om deel te nemen aan een ander megaproject: de exploitatie van het gigantische Shtokmangasveld in de Barentszzee, waarvan de opbrengst eveneens vloeibaar gemaakt zal worden en verscheept naar Amerika vanaf 2012. Gazprom oefent ook druk uit op de Brits-Russische energieonderneming TNK-BP om een aandeel te krijgen in het Kovyktaproject ten noorden van China. Bovendien wil Gazprom betrokken worden bij de distributie van zijn producten in het Westen. De Sibnefttransactie (13 miljard dollar) haalde de frontpagina van heel wat westerse kranten. In Rusland was het echter een ander verhaal dat de investeerders bleef boeien: de nakende opheffing van de beperkingen die rusten op buitenlands eigenaarschap van Gazpromaandelen. Het lijkt erop dat die lang aanslepende procedure aangewend werd om de schade te herstellen die werd aangericht door de politiek geïnspireerde vernietiging van Yukos, ooit Ruslands grootste oliemaatschappij. Aan de voorwaarde die de overheid stelde voor een dergelijke opheffing (een verhoging van het overheidsaandeel in de Gazpromholding naar meer dan 50 %) is voldaan. In afwachting verdubbelde de prijs van het Gazpromaandeel bijna in 2005.

De vooruitzichten zijn om twee redenen aanlokkelijk. De eerste is technisch van aard. Als de beperkingen opgeheven worden, zal het gewicht van Rusland in de indexen van de ontluikende markten die door fondsmanagers gehanteerd worden spectaculair toenemen, wat dan weer de hele Russische aandelenmarkt zal oppeppen. De tweede reden heeft te maken met de astronomisch hoge energieprijzen. Rusland beschikt over een heleboel gas en olie, en de ondernemingen die dicht tegen het Kremlin genesteld liggen, zijn ook de veiligste om in te investeren. Gazprom wordt voorgezeten door Dimitri Medvedev, die tevens hoofd is van de presidentiële administratie. Afgezien van het overheidsaandeel van 51 %, is de onderneming buitengewoon goedkoop. Volgens de ruwe maatstaf van de vergelijking van de marktkapitalisatie van de grote energiebedrijven met hun aangetoonde reserves, gaat het Gazpromaandeel voor een prikje over de toog. Sommige Moskouse fondsenbeheerders voeren evenwel aan dat een dergelijk korting niet gerechtvaardigd is en ook niet houdbaar. Het tweede punt is zo goed als juist, het eerste is meer betwistbaar.

Copyright The Economist, bewerking: Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content