Crisisgevaar in Europese achtertuin
Centraal- en Oost-Europa schrijven een economisch verhaal dat heel hard doet denken aan het Zuid-Oost-Aziatische groeimirakel, vlak voor daar de crisis in ’97 losbrak. Een harde economische landing in de Europese achtertuin zou de Belgische economie hard treffen. y
Amerika barst, West-Europa buigt. Aan een groeivertraging ontsnappen we niet, maar de financiële crisis die vanuit de VS over de planeet raast, krijgt er de West-Europese economie (nog) niet onder. Met dank aan de economische dynamiek langs onze oostflank; de eurozone voert intussen meer uit naar Centraal- en Oost-Europa dan naar de VS. De Europese economie – de Belgische inbegrepen – zou daarom hard getroffen worden, als deze oostelijke turbo de pijp aan Maarten geeft.
Hap nu even naar adem, want het design van deze turbo lijkt sterk op het type dat de huidige financiële crisis in de VS, en de Zuid-Oost-Aziatische crisis in ’97 ontketende. Het patroon is gelijklopend: de massale instroom van buitenlands kapitaal veroorzaakt torenhoge tekorten op de lopende rekeningen, snel stijgende vastgoedprijzen en een bubbelende kredietgroei. Zal deze cocktail ook Centraal- en Oost-Europa – en dus ook ons – een zware kater bezorgen?
Geen paniek: de kern is gezond
Een team van achttien KBC-economen hield met die vraag in het achterhoofd de vinger aan de pols van het nieuwe Europa. Centraal- en Oost-Europa vormen de tweede thuismarkt van KBC. De bankverzekeraar heeft er dus alle belang bij dat daar niet te veel pannen van het dak waaien. “De kernlanden van Centraal- en Oost-Europa – Polen, Tsjechië, Slovakije, Hongarije en Slovenië – blaken van ge- zondheid en hoeven niet meteen een Aziatisch crisisscenario of een Amerikaanse kredietcrisis te vrezen”, zegt Bert Derudder, econoom van KBC-vermogensbeheer, en een van de auteurs van de studie.
Het cruciale verschil is de aard van de instroom van buitenlands kapitaal. In de VS diende dat kapitaal vooral om de consumptie te financieren, tot de gezinnen niet meer in staat bleken om hun schulden af te lossen. In Zuid-Oost-Azië ging het om een toevloed van kortlopende kredieten, die bij een vertrouwensbreuk snel opdroogden en de economie in puin achterlieten. “Maar in Centraal- en Oost-Europa gaat het in hoofdzaak om directe buitenlandse investeringen. Dat kapitaal is verankerd, en de regio is dus niet afhankelijk van de bokkensprongen op de internationale kapitaalmarkten. De investeringen in productiecapaciteit staan ook borg om op termijn de buitenlandse schulden af te lossen via een toename van de export. Naarmate de export stijgt en de investeringen afnemen, zal het saldo op de handelsbalans verder verbeteren. Tsjechië bijvoorbeeld heeft nu al een overschot”, zegt Bert Derudder.
Het KBC-team verwacht geen instorting van de huizenprijzen (zie kader: Geen huizenbubbel), terwijl ook de kredietgroei niet dreigt te ontaarden in een orgie van wanbetalingen. Bert Derudder: “De kredietgroei is een perfecte afspiegeling van de stijgende inkomens. De bedrijven zijn winstgevend en hebben een lage schuldgraad. En de banksector is gezond – het aantal slechte leningen ligt op een veel lager peil dan in de aanloop naar de Aziatische crisis.”
In de rand wel crisisgevaar
In de Baltische staten en Zuid-Oost-Europa (Roemenië en Bulgarije) is de toestand iets zorgwekkender. Bert Derudder: “Daar is wel sprake van een onhoudbare situatie. De lonen en vastgoedprijzen zijn er te snel gestegen. Maar een crisis zoals in Zuid-Oost-Azië is onwaarschijnlijk omdat de bankensector ook in deze landen gezond is, en omdat de instroom van buitenlands kapitaal grotendeels de vorm heeft aangenomen van directe investeringen. Een speculatieve aanval tegen de Letse munt is bijvoorbeeld al eens mislukt. In het slechtste geval belanden deze landen in een ‘Portugese’ crisis. Dat wil zeggen: een recessie, gevolgd door een periode van loonmatiging om de concurrentiekracht te herstellen.” (T)
Door Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier