BELGISCHE BEURS. IN EEN NIEUW KLEEDJE
De wet van 6 april 1995 inzake de secundaire markten, het statuut van, en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de bemiddelaars en beleggingsadvizeurs (hierna de wet genoemd) vormt de tweede grote big bang in de omvorming van de financiële wetgeving in België.
De hervorming heeft essentieel betrekking op vrije dienstverlening voor beleggingsondernemingen, direkte toegang tot de beurs voor kredietinstellingen, het versterken van de prudentiële kontrole en het opleggen van deontologische normen voor beleggingsondernemingen. De wet omvat zes boeken, waaruit wij slechts heel summier enkele belangrijke hervormingen bespreken.
Beleggingsonderneming.
De wet definieert beleggingsondernemingen als ondernemingen naar Belgisch recht waarvan het gewone bedrijf bestaat in het beroepsmatig verrichten van beleggingsdiensten voor derden zonder dat het vereist is dat deze diensten voor het publiek worden verricht en ondernemingen naar buitenlands recht die dat bedrijf in België uitoefenen.
Onder beleggingsdiensten ressorteren het ontvangen en doorgeven voor rekening van beleggers van orders met betrekking tot financiële instrumenten (zoals aandelen, obligaties, opties, swaps, futures…) ; het uitvoeren van dergelijke orders voor rekening van derden ; het met elkaar in kontakt brengen van twee of meer beleggers ; het handelen voor eigen rekening in financiële instrumenten ; het beheren van beleggingsportefeuilles voor kliënten ; de overname van uitgiften van alle of bepaalde financiële instrumenten en het plaatsen van die uitgiften. Naast deze beleggingsdiensten kunnen zij ook een aantal nevendiensten verrichten, zoals bewaarneming en administratie van financiële instrumenten ; verhuur van safes ; verstrekken van kredieten voor het verrichten van transakties in financiële instrumenten ; advies aan ondernemingen inzake kapitaalstruktuur, bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende aangelegenheden, alsmede advies en diensten inzake fusies en overname van ondernemingen ; diensten in verband met overname van uitgiften ; beleggingsadvies met betrekking tot financiële instrumenten en valutawisseldiensten die samenhangen met het verrichten van beleggingsdiensten.
Vergunning.
Ter bescherming van de beleggers en de stabiliteit van het financieel stelsel moet iedere beleggingsonderneming naar Belgisch recht die haar werkzaamheden in België wenst aan te vangen één van de drie volgende vergunningen verkrijgen van de Kommissie voor Bank- en Financiewezen (hierna KBF) :
– ofwel een vergunning als beursvennootschap, die alle hiervoor opgesomde beleggingsdiensten en nevendiensten mag aanbieden ;
– ofwel een vergunning als vennootschap voor vermogensbeheer, die alleen orders mag ontvangen en doorgeven voor rekening van beleggers met betrekking tot financiële instrumenten en dergelijke orders voor rekening van derden uitvoeren ; per kliënt op discretionaire basis beleggingsportefeuilles beheren op grond van een door de beleggers gegeven opdracht, voor zover deze portefeuilles financiële instrumenten omvatten ; (als nevendienst) advies geven aan ondernemingen inzake kapitaalstruktuur, bedrijfsstrategie en daarmee samenhangende aangelegenheden, alsmede advies en diensten inzake fusies en overname van ondernemingen en beleggingsadvies met betrekking tot financiële instrumenten ;
– ofwel een vergunning als vennootschap voor makelarij in financiële instrumenten, die alleen beleggers met elkaar in kontakt mag brengen om een transaktie in financiële instrumenten tot stand te brengen, alsook de nevendiensten toegelaten voor een vennootschap voor vermogensbeheer mag uitoefenen.
Europees paspoort.
Door deze wet kunnen nu ook beleggingsondernemingen, zoals de kredietinstellingen en verzekeringsondernemingen, genieten van het Europees paspoort. Vanaf 1 januari 1996 heeft iedere Belgische beleggingsonderneming het recht, alle door hun vergunning bestreken werkzaamheden, of een deel ervan, in de hele Europese Unie uit te oefenen, door vestiging van een bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten.
Voor alle transakties in financiële instrumenten zijn de financiële bemiddelaars verplicht deontologische normen na te leven. Deze vinden hun oorsprong in de Richtlijn van 10 mei 1993 betreffende het verrichten van diensten op het gebied van beleggingen in effekten, alsook in de tien basisregels van de Britse deontologische kode opgenomen in de Financial Services Act. Zij moeten zich onder meer op een loyale en billijke wijze inzetten om de eerlijke praktijken op de markt te bevorderen, zich optimaal inzetten voor de belangen van hun kliënten en dit met de nodige bekwaamheid, zorgvuldigheid en toewijding. België als financieel centrum zou geen geloofwaardige rol kunnen spelen als niet alle maatregelen worden genomen om de integriteit van de markt te waarborgen.
Marktautoriteit.
De Beurskommissie wordt vervangen door het Direktiekomitee van de Effektenbeursvennootschap. Het direktiekomitee treedt op als autonome marktautoriteit en is niet alleen belast met het organizeren van de beursmarkten, maar ook als eerste-lijnskontroleur met het waken over de transparantie, de integriteit en de veiligheid ervan. De belangrijkste taken in dit verband zoals onder meer het opsporen van misbruiken van voorkennis ; opneming, schrapping en schorsing van effekten in de beursnotering ; kontrole op de financiële informatie, zijnde de okkasionele informatie, de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in ter beurze genoteerde vennootschappen ; de transparantie naar de aandeelhouders toe behoren nu toe aan het direktiekomitee en niet langer aan de KBF. Als marktautoriteit fungeert het direktiekomitee volledig autonoom (onafhankelijk) van alle vennootschapsorganen (raad van bestuur en algemene vergadering van de effektenbeursvennootschap) en van elke derde. De KBF kontroleert wel of het direktiekomitee als marktautoriteit zijn wettelijk opgedragen taken en verplichtingen uitvoert, en dit als tweede-lijnskontroleur.
Door deze wet treedt de Belgische beursmarkt in volle konkurrentie met de andere Europese beurzen. Om België als financieel centrum aantrekkelijk te maken voor de marktdeelnemers waar nu alle Europese bemiddelaars, zonder enige beperking of discriminatie hun diensten kunnen aanbieden, werd de rol van de nieuwe marktautoriteit versterkt. De bedoeling van de hervorming is niet alleen de handel in beursgenoteerde effekten in Brussel te houden, maar ook de ondernemingen in ons land te houden.
JEAN-PAUL TIMMERMANS
CATY GRIJSEELS
Jean-Paul Timmermans en Caty Grijseels zijn juridische raadgevers bij Price Waterhouse.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier