Wetsontwerp op kansspelen lokt gemengde reacties uit: te veel of net te weinig controle?
Onrust in de kansspelensector. De Kamercommissie Justitie heeft gestemd over een nieuw wetsontwerp dat het gokken regelt. De Nationale Loterij denkt dat de spelers te weinig beschermd worden, de wedkantoren hebben dan weer felle kritiek op de uitbreiding van de identiteitscontroles.
De tekst, een initiatief van minister van Justitie Koen Geens (CD&V), wijzigt verschillende bepalingen van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. De wijzigingen hebben tot doel de wet “aan te passen aan bepaalde bij de spelaanbieders vastgestelde praktijken”.
De tekst verhoogt het aantal kansspelen dat in drankgelegenheden mag staan, maar verbiedt machines die niet uitdrukkelijk bij wet zijn toegestaan. Hij versterkt de sanctiebevoegdheid van de Kansspelcommissie en verplicht wedkantoren een convenant af te sluiten met de gemeenten waar ze zich willen vestigen. De kantoren moeten ook de identiteit van spelers controleren, zodat duidelijk wordt of ze geen spelverbod hebben.
Het ontwerp krijgt veel tegenwind van de private wedkantoren, maar ook van de Nationale Loterij. Zij maakt zich zorgen over een aantal bepalingen en wijst daarbij op haar opdracht om de speeldrift te kanaliseren en de spelers te beschermen.
Meerdere vergunningen
Ze wijst op de mogelijkheid om verschillende vergunningen te combineren. Er bestaan vier soorten vergunningen voor ‘fysieke’ gokkantoren: casino’s, speelautomatenhallen, drankgelegenheden en kantoren voor sportweddenschappen. Die mogen tot nu niet gecumuleerd worden. Een wedkantoor mag bijvoorbeeld geen casinospelen of cafébingo’s aanbieden. Die strikte scheiding geldt niet op het internet. De wet verbiedt niet de cumulatie van vergunningen via een en dezelfde domeinnaam en meerdere daaraan verbonden URL’s.
Een amendement op het wetsontwerp probeerde die scheve situatie recht te trekken door het verbod op cumulatie ook in de echte wereld op te heffen. De Nationale Loterij noemde dat “aberrant” en voerde drie arresten van het Grondwettelijk Hof aan waarin duidelijk gesteld wordt dat “de exploitatie van meerdere kansspelen via een en dezelfde domeinnaam de bescherming van de speler niet ten goede komt”. Het amendement werd daarop verworpen.
“Wij zijn voor een verbod op de cumulatie van vergunningen op het internet”, vertelt Jean-François Mahieu, woordvoerder van de Nationale Loterij. “Maar mocht de wetgever die cumulatie toch toestaan, dan zouden we het op prijs stellen als hij die niet doortrekt naar de echte wereld. Want dan moeten er maatregelen getroffen worden om de spelers te beschermen. De cumulatie van vergunningen mag bijvoorbeeld niet leiden tot een vermeerdering van het aantal machines.”
Beperkte inzet
De Nationale Loterij maakt zich ook zorgen over de wildgroei van sommige automaten met verminderde inzet in de gewone cafés.
Onder artikel 3.3 van de wet van 1999 staan spelen opgesomd die niet in de categorie van de kansspelen vallen en dus niet aan de bijbehorende verplichtingen moeten voldoen. Het gaat over kaartspelen en gezelschapsspelen met een zeer beperkte inzet. Met dat in het achterhoofd hebben een aantal gokbedrijven de Kansspelcommissie een automaat met verminderde inzet voorgesteld, die goedgekeurd is omdat hij onder artikel 3.3 zou vallen. In cafés, voetbalkantines, zwembadcafetaria’s, enzovoort duiken sindsdien die machines op, die toegankelijk zijn voor minderjarigen. “We schatten dat er 10.000 van deze automaten in België staan. Ze zijn zeer gevaarlijk”, meent de Nationale Loterij. “Je kunt er veel geld verliezen.”
Het wetsontwerp brengt die machines onder in de categorie van de kansspelen. Dat betekent dat ze aan regels moeten voldoen en dat er maximaal vier in een café mogen staan. Maar op alle andere plekken zouden ze nog altijd niet gereguleerd worden. Het standpunt van de Nationale Loterij daarover is duidelijk: “Als spelen met een beperkte inzet geautomatiseerd zijn, moeten ze wat ons betreft beschouwd worden als kansspelen. Ongeacht waar ze staan. Ze moeten verboden worden voor minderjarigen, de Kansspelcommissie moet er toelating voor geven en de gemeenten moeten hun aantal kunnen beperken.”
‘Alles over één kam’
Ook de private gokkantoren zijn niet blij met het wetsontwerp. Met op kop Ladbrokes, dat 350 kantoren in ons land heeft en samenwerkt met 400 krantenwinkels. Directeur Yannik Bellefroid is vooral kwaad dat wedkantoren verplicht worden het controlesysteem EPIS te gebruiken. Mensen die een weddenschap willen afsluiten in zo’n kantoor moeten een identiteitsbewijs tonen, zodat kan worden nagegaan of ze geen speelverbod hebben.
De directeur wijst erop dat de commerciële dynamiek van de weddenschappensector volledig anders is dan die van de gamingindustrie (casino’s, lunaparken, speelautomatenhallen en cafés). “Als je op een voetbalwedstrijd wedt, moet je 90 minuten wachten voor je de uitslag kent”, legt hij uit. “Nu bestaat er wel zoiets als live betting, maar de uitslag laat toch altijd een paar minuten op zich wachten. Je kunt niet om de drie seconden een nieuw spel beginnen. In onze sector moet een speler trouwens niet in het kantoor aanwezig zijn om te kunnen spelen. Hij kan iemand in zijn plaats sturen. Aan een casinotafel is dat niet mogelijk. Er zijn dus verschillen in verslavingsrisico tussen de kansspelen, en daar houdt de politiek geen rekening mee. Ze scheert alles over één kam.”
400 banen op het spel
Yannik Bellefroid ziet ook een discriminatie ten opzichte van de krantenwinkels: “Daar vind je dezelfde sportweddenschappen. Moeten die, en ook de spelen van de Nationale Loterij, dan niet aan dezelfde controleplicht voldoen?” Toch is hij niet mordicus tegen identiteitscontroles. Hij pleit voor een technologisch overgangsplan en komt zelf met een voorstel. “Ik zou het controlesysteem eerst toepassen op weddenschappen van meer dan 200 euro, voor een periode van twee jaar, gevolgd door een evaluatie.” Het achterliggende idee is dat de wedkantoren niet benadeeld mogen worden ten voordele van de krantenwinkels, waar je geen weddenschappen van meer dan 200 euro mag afsluiten.
“Ik verwijt de regering dat ze niet eens gevraagd heeft wat de gevolgen van EPIS zijn voor de casino’s en de lunaparken”, legt de directeur uit. “De negen Belgische casino’s zijn 2,5 keer minder rendabel dan de casino’s die vlak tegen onze grenzen liggen. Daar gaan mensen naartoe die in België een speelverbod hebben. Door de controles riskeren wij een omzetdaling van 40 procent. En dan zit ik met 200 kantoren die niet langer rendabel zijn en zal ik 400 mensen moeten ontslaan. Achter die maatregel zit de gamingindustrie, die lobbyt bij de Kansspelcommissie. De commissie heeft de adviezen aan de minister zo ingekleed, dat het digitale op alle gebieden bevoordeeld wordt. Ze doen alles om de mensen die in België voor werkgelegenheid zorgen, tegen te werken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier