In deze tijden van historisch lage rentes is voor vele traditionele spaarders de verleiding groot om ook eens een gokje te wagen op de beurs. Bent u echter bestemd tegen de stress en de risico’s die daaraan verbonden zijn?
Trouwe spaarders kijken soms op wanneer ze van vrienden horen dat die op enkele weken of maanden duizenden euro’s verdienden aan hun beleggingen. Een winst waar de traditionele spaarder enkel maar van kan dromen, zeker nu de rente op spaarboekjes zo laag staat. De keerzijde is dat er evenveel verhalen zijn van mensen die duizenden euro’s of soms nog veel meer kwijtspeelden op de beurs. Zij die destijds belegden in de aandelen van het ter ziele gegane Ieperse technologiebedrijf Lernout & Hauspie (L&H) bijvoorbeeld. Het verschil is dat de verliezers doorgaans minder graag uitpakken met hun beurservaringen. Maar los van debacles zoals dat bij L&H het geval was, tonen alle statistieken aan dat beleggen rendabeler is dan sparen. Ten minste, indien je een aantal basisprincipes respecteert. Ten eerste: beleg nooit geld dat je niet voor een wat langere tijd kan missen. Beurzen en individuele aandelen gaan op en neer en volgen korte- en langetermijncycli. Je beleggingshorizon moet dus voldoende lang zijn om min of meer zeker te zijn van een fatsoenlijk rendement. Uiteraard zijn er ook op korte termijn zaakjes te doen op de beurs. Je moet dan wel de tijd hebben om je in de materie te verdiepen en dus de koop- en verkoopsignalen te herkennen. Tweede basisprincipe: je moet over stalen zenuwen beschikken om te beleggen. Panikeren leidt vaak tot foute beslissingen, overmoed ook. En tot slot: leg niet al je eieren in dezelfde mand. Spreid je beleggingen over verschillende sectoren en regio’s. Samengevat kunnen we stellen dat wie over geld beschikt dat hij niet écht nodig heeft om te overleven en voor een voldoende lange tijd (tien jaar of meer) kan missen, wellicht meer geld kan verdienen met een evenwichtig gespreide beleggingsportefeuille dan met sparen. (DLA)
