De staatsbon, het financiële wapen van België

Yves Leterme
Yves Leterme © Belga Image
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

In 2011 redde de Leterme-bon het land van de financiële ondergang.

Als noeste spaarders zijn de Belgen geduchte tegenstanders voor speculanten die Belgisch overheidspapier in het vizier willen nemen. Wordt op de financiële markten een aanval tegen België opgezet, dan kan de federale regering een miljoenenleger met grote munitievoorraden mobiliseren. De Belgische gezinnen beschikten eind maart over een financieel vermogen van 1.157 miljard euro. Dat zijn nettocijfers, na aftrek van schulden en zonder rekening te houden met de welvaart die in bakstenen steekt, en die nog eens 1.500 miljard euro waard is.

De boutade van arme overheid, rijke burger gaat dus op in België. Omdat het vermogen van de gezinnen groter is dan de schulden van de overheid en de gezinnen, heeft België een netto financieel vermogen tegenover het buitenland. Eind maart bedroeg dat ruim de helft van het bruto binnenlands product, of 300 miljard euro. De Belgische gezinnen sparen niet alleen voldoende om de eigen overheid en bedrijven te financieren, ze spelen ook nog eens bankier voor de rest van de wereld.

In het vizier

Premier Yves Leterme redde in november 2011 het land door de financiële slagkracht van de Belgische gezinnen aan te boren en te tonen aan de rest van de wereld. België was door zijn hoge overheidsschuld, de nationalisatie van Dexia en de politieke impasse besmet geraakt met het eurocrisisvirus. Eind november steeg de Belgische tienjaarsrente tot bijna 6 procent, 360 basispunten boven de Duitse rente. De markten stonden op het punt om België financieel dood te knijpen.

De Leterme-bon deed het sentiment in enkele dagen kantelen. Dat de overheid in een mum van tijd 5,7 miljard euro ophaalde tegen rentevoeten lager dan de vergelijkbare marktrente, deed speculanten eieren voor hun geld kiezen. Ze konden zoveel Belgisch papier dumpen als ze wilden, de Belgen bleken bij machte én bereid dat papier vlot op te kopen. Tegen een angstgegner als de Belgische spaarder durfden de hefboomfondsen het niet langer op te nemen. De vorming van een federale regering, na 541 dagen onderhandelingen, ontmijnde de crisis, maar het was de spaarder die het land had gered.

Vingers in de neus

Twaalf jaar later zijn de fundamenten onder Belgische overheidspapier nog altijd vrij solide. De hoge overheidsschuld en de nalatige aanpak van de vergrijzing nodigen speculanten uit om België opnieuw in het vizier te nemen, maar net als eind 2011 blijft de spaarder bij machte de overheid te financieren, vingers in de neus. Een aandachtspunt is wel dat België sinds dit jaar opnieuw aanknoopt met een tekort op de lopende rekening met het buitenland. Dat betekent dat we iets boven onze stand leven en onze opgebouwde buitenlandse spaarreserves aanspreken. Dat tekort is nog niet dramatisch hoog en de spaarpot is nog goed gevuld, maar bij ongewijzigd beleid kan de aangetaste concurrentiekracht de lopende rekening lang in het rood duwen.

Een ander nieuw element is het krappere geldbeleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De voorbije jaren was elke overheid uit het eurogebied veilig omdat de ECB toch alles opkocht. Door de inflatieopstoot moet de ECB de beleidsrente verhogen en stilaan het opgekochte staatspapier weer op de markt brengen. Dat maakt het leven voor de landen met hoge overheidsschulden iets moeilijker, met een verhoogde kans op oplopende renteverschillen. België kan echter nog altijd rekenen op de eigen bevolking om voor centrale bank te spelen, als dat nodig is.

Bekijk hier de uitzending van Z-Nieuws met directeur Jean Deboutte van het Agentschap van de Schuld:

Partner Content