Mag Turkije een “veilige” mediterrane haven genoemd worden?

Turkije heeft volgens Belfius Bank de afgelopen 10 jaar een lange weg afgelegd. In 2001 moest het land nog een beroep doen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF) om overeind te blijven.

Het IMF gaf een miljardenlening, maar eiste in ruil ingrijpende hervormingen. Deze hervormingen hebben vruchten afgeworpen. Op 10 jaar tijd is het gemiddeld inkomen per inwoner verdrievoudigd.

Bijna geruisloos te midden van de crisis bij de Griekse buren, ontpopt Turkije zich na decennia van economisch wanbeheer tot de opkomende markt in de Europese achtertuin.

De omslag kwam er in 2001. Door een corruptieschandaal verloren veel Turken toen het vertrouwen in hun banken en vluchtten massaal naar betrouwbaardere buitenlandse valuta’s.

De vaste wisselkoers met de dollar was onhoudbaar en de lira verloor in een mum van tijd tientallen procenten. Onder druk van het IMF werd het tij gekeerd. Staatsbedrijven werden geprivatiseerd en de markten geliberaliseerd.

De overheid sneed in de uitgaven en kon de overheidsschulden terugbrengen van 74 % in 2002 naar 40 % van het bruto binnenlands product (bbp) vandaag.

Met een begrotingstekort van slechts 1,7 % van het bbp in 2011 is het land ondertussen sterk genoeg en kan het verder zonder de hulp van het IMF. Verwacht wordt dat Turkije in 2013 alle IMF-schulden heeft afgelost.

Ook de centrale bank werd onafhankelijker van de regering en ging met succes de strijd tegen de inflatie aan. Terwijl de prijzen tussen 1985 en 2000 stegen met gemiddeld 62,5 % per jaar, schommelt de inflatie sinds 2004 rond 10 %.

In oktober bedroeg ze 7,8 %. Naar Europese normen nog steeds hoog, maar vergeten we niet dat de Turkse economie de afgelopen jaren aan een fors tempo groeide.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content