Chinese economie groeit te sterk
China blijft lijden onder een kwaal waaraan wij volgens Carmignac maar al te graag zouden lijden: een te krachtige economie. De groei van meer dan 10% gaat gepaard met inflatoire druk, die niet geneutraliseerd wordt door een wisselkoers die nog altijd te veel centraal wordt gestuurd.
De kredieten hebben de limieten van de aan de banken toegekende overheidsquota’s al overschreden en de laatst bekendgemaakte inflatiecijfers lagen 4,4% hoger dan een jaar geleden.
Is dit een reden tot ongerustheid? Carmignac meent van niet. Enerzijds speelt de component voeding een belangrijke rol in de verslechtering van de inflatie en heeft de regering intussen al maatregelen genomen om de prijs van de belangrijkste levensmiddelen onder controle te brengen.
Anderzijds heeft China deze maand aangetoond dat het nu in staat is om macro-economische voorzorgsmaatregelen te nemen. De periode van maximale groei tegen elke prijs is al achter de rug.
De verhoging van de verplichte reserves van de banken naar 18% en de verkrapping van de belangrijkste rentes tonen aan dat het Chinese beleid een nieuwe fase is ingegaan naar een iets minder sterke, maar evenwichtigere groei, waarin de binnenlandse consumptie op termijn de grootste bijdrage tot de groei zal kunnen
leveren.
De herijking van de groei van de wereldeconomie is dus wel degelijk een realiteit, aldus Carmignac. Overigens heeft de Chinese centrale bank haar basisrente afgelopen zaterdag opnieuw met een kwart procent verhoogd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier