Unifly is een pionier in veilig droneverkeer

Unifly heeft software om drones veilig te integreren in het luchtverkeer.

Wat doet het bedrijf?

“Het idee ontstond na een gesprek met Andres Van Swalm”, zegt medeoprichter Jürgen Verstaen. “Als militaire luchtverkeersleiders werden we geconfronteerd met drones en laagvliegende helikopters en zochten we oplossingen om de veiligheid van het luchtruim te garanderen. We hebben toen een toepassing bedacht voor een betere communicatie over droneverkeer, volgens de SWIM-standaarden die internationaal gelden voor de bemande luchtvaart. Tot onze grote verbazing kwam ons project ook als tweede uit een wedstrijd op hét toonaangevende event voor nieuwe ontwikkelingen in de sector. Daardoor voelden we aan dat we er een bedrijf van moesten maken.”

Onder meer de Duitse luchtverkeersleider Deutsche Flugsicherung, die intussen ook een aandeelhouder is, en zijn Belgische tegenhanger skeyes gebruiken software van Unifly om met dronepiloten te communiceren.

“Drones kunnen ettelijke miljarden aan economische groei en duizenden banen opleveren”, zegt marketingmanager Ellen Malfliet. “Maar ze hebben niet de luxe dat ze het luchtruim voor zich alleen hebben. Bovendien zijn de verhoudingen anders. In de bemande luchtvaart begeleidt een luchtverkeersleider een aantal vliegtuigen over de radio. Dat is onmogelijk bij drones. Je hebt software nodig om alle processen zo veel mogelijk te automatiseren. Zo moeten recreatieve dronepiloten gemakkelijk kunnen zien of ze zich in een gebied bevinden met beperkingen. Maar er kan ook tijdelijk een vliegverbod gelden, zoals tijdens het festival Tomorrowland. Daarnaast zijn er professionele dronepiloten, die hun vluchtplan kunnen laten goedkeuren met onze software.”

Hoe maakt het bedrijf het verschil?

“We komen uit de luchtvaartsector”, vertelt CEO Marc Kegelaers, die kort na de oprichting mee Unifly stapte. “De veiligheid van het luchtruim is onze absolute prioriteit. Concurrenten uit de IT-sector leggen andere accenten of komen met ideeën die niet haalbaar zijn. Bovendien komen onze concurrenten vaak uit de Verenigde Staten, en zijn ze niet gewend om te gaan met een zeer gefragmenteerde en complexe markt zoals de Europese Unie.”

“Unifly ziet zichzelf als een partner van de overheden die instaan voor het luchtruim. We spreken hun taal. Dat is belangrijk, gezien het ietwat conservatieve karakter van de sector. Daarnaast hebben we ook een operationeel voordeel. Mede door onze beperkte omvang zijn we wendbaarder dan de grote luchtvaartbedrijven. In de haven van Antwerpen loopt bijvoorbeeld een prestigieus testproject met drones, waarin wij een leidende rol spelen en samenwerken met onder meer Amazon, Proximus, de haven van Antwerpen en skeyes.”

Wat zijn de ambities?

Unifly heeft internationale ambities. Daarvoor haalde het meer dan 23 miljoen euro op. Naast de Duitse en de Belgische luchtverkeersautoriteiten zijn ook de Deense en de Oostenrijkse luchtverkeersleiding klanten. Er lopen ook projecten in de VS, Japan en Malawi. “We willen een wereldwijd probleem oplossen”, zegt Kegelaers. “Overal worden luchthavens met drones geconfronteerd. Op grote luchthavens, zoals Gatwick en JFK, hebben incidenten met drones het luchtverkeer al volledig lam gelegd. We zijn van oorsprong een softwarebedrijf, maar we evolueren naar een technologische leverancier die ook hardware aanbiedt. Zo werken we aan een eigen lijn van zendertjes voor drones, die fungeren als een digitale nummerplaat. We willen de digitale infrastructuur bouwen, zodat de luchtvaartautoriteiten het droneverkeer kunnen opvangen. Het is moeilijk te voorspellen wanneer en of autonome drones zullen doorbreken. Er zijn niet alleen technologische problemen, ook de verzekering en de juridische aansprakelijkheid zijn nog hele moeilijke klussen.”

“Unifly is een pionier, maar we verliezen de markt niet uit het oog. Drones breken nu pas door. We focussen nu op veiligheid en de basisinfrastructuur. Als het droneverkeer op termijn toeneemt, kunnen we nadenken over gesofisticeerde toepassingen of een verregaande automatisering van het toezicht op drones.”