WONDERWINSTEN ?

Jozef Vangelder
Jozef Vangelder redacteur bij Trends

Wie er de kranten op naleest, kan nauwelijks geloven dat de Belgische economie slechte tijden doormaakt : Bekaert, UCB, CBR, Royale Belge… alle maken ze miljardenwinsten. Voor een biefstuksocialist als Louis Tobback is dat een schande, voor mensen die meer bekommerd zijn om de toekomst van onze economie, is dat een hoopvol teken. “Gelukkig zijn er nog bedrijven die winst maken,” zegt Marc Janssens, bestuurder bij de beursvennootschap Petercam en verantwoordelijk voor de verkoop van Belgische aandelen aan institutionele beleggers. “In ’95 steeg de winst van de Belgische beursgenoteerde bedrijven gemiddeld met 13 %, in ’94 was dat 40 %. Die winsten vormen de belastbare basis waarmee inkomen kan worden herverdeeld.”

TRENDS. Maar hoe zal de achterban van Louis Tobback die winsten rijmen met de onheilsberichten over onze economie ?

MARC JANSSENS. Die berichten gaan vooral over de zwakke binnenlandse vraag en het geringe consumentenvertrouwen. De bedrijven die het goed doen Tessenderlo Chemie, Barco, Solvay zijn precies bedrijven die daaraan ontsnappen omdat ze zich toespitsen op de buitenlandse groeimarkten, zoals het Verre Oosten. Ondernemingen die terugvallen op de binnenlandse of naburige markten Ter Beke, Corona Lotus hebben minder goeie resultaten.

Wat doet u dan met Colruyt, dat op de binnenlandse markt gericht is en toch goed boert ? Is er niet meer nodig dan alleen een buitenlandse groeimarkt ?

Colruyt dankt zijn succes aan de goede strategie van de voorbije jaren : uitgroeien tot discount retailer voor merkproducten. Want in een economische crisis zijn consumenten veel gevoeliger voor prijzen. Bovendien heeft Colruyt de zwakke punten van sommige concurrenten handig uitgespeeld. Je moet je dus voortdurend positioneren tegenover de concurrentie. Dat is trouwens ook zo voor bedrijven die zich richten op de buitenlandse markt.

Voorts zijn de winsten van vandaag het resultaat van de sanering door de ondernemingen in het begin van de jaren ’90. In de jaren ’91, ’92 en ’93 daalde de winst van de Belgische beursgenoteerde bedrijven met gemiddeld 15 %, 14 % en 11 %. In ’93 beleefden we de zwaarste naoorlogse recessie. Solvay maakte toen een nettoverlies van 6,9 miljard frank. De maatregelen die de bedrijven toen namen, vind je nu in de resultaten terug.

Mooie winsten van grote bedrijven springen in het oog. Maar zijn er niet evenveel bekende namen die met serieuze verliezen zitten ? Wat is het macro-economische saldo ?

In ’95 was dat saldo positief. Wat niet wegneemt dat een bedrijf als Recticel zware verliezen leed, en ook Union Minière geraakt maar niet uit de rode cijfers. Louis Tobback vond het vorig jaar crapuleus dat Union Minière een rendement van 15 % nastreefde en daarom 1700 jobs wou wegsaneren. Het is echter al meer dan 5 jaar geleden dat dit bedrijf nog een dividend uitkeerde aan zijn aandeelhouders. Dat dán een bedrijf maatregelen neemt, is veeleer een overlevingsreflex dan een wilde sanering zoals Tobback het voorstelt. We hebben een economie van spaarders, en die hebben de keuze : ofwel beleggen ze in risicoloze staatsobligaties van 7 %, ofwel gebruiken ze dat geld als een economische hefboom en investeren. Dat laatste kan zijn : een café openen, een kmo oprichten, of aandelen kopen. Dan neem je een risico : indien je je vergist, riskeer je een deel van je geld nooit meer terug te zien. Als je dan een rendement wilt dat hoger ligt dan dat van een staatsobligatie, ben je dan een misdadiger ?

Maar is het argument “te hoge loonkost” altijd en overal bruikbaar ? In een studie toont professor Hubert Ooghe aan (zie Trends, 22 februari ’96) dat een vierde van de arbeidsintensieve sectoren textiel en kleding een dubbel zo hoog rendement haalt als de mediaan in de kapitaalintensieve chemie.

Dat er textielbedrijven zijn die goed inspelen op de internationale conjunctuur en op de juiste manier investeren, belet niet dat die sector al jaren na elkaar arbeid uitstoot. Industrietakken die internationaal concurreren de textiel bijvoorbeeld móeten wel hun productiviteit verhogen. Omdat arbeid hier duur is, wil dat zeggen : investeren in kapitaal en mensen laten afvloeien, of delokaliseren. Als bedrijven afdanken, komen media en politici in het geweer. Maar kan een bedrijfsleider het zich veroorloven om niet langer zijn winst te maximaliseren, maar zijn tewerkstelling ? Op een jaar tijd daalde de dollar met 11 % in waarde tegenover de frank, de yen op een half jaar met 20 %. Zulke aanslagen op hun concurrentiepositie dwingen onze bedrijven alert te zijn, zodat ze nu tot de productiefste ter wereld behoren. Dat heeft een keerzijde : de vervanging van arbeid door kapitaal.

Veel van de bedrijven die de jongste tijd mooie winsten publiceerden, zijn beursgenoteerd. Een beursnotering is als een karwats : zwak management, en dus slechte winstperspectieven worden meteen afgestraft. Maar hebben onze bedrijven wel een beurscultuur ? Bij vele was de beursgang een manier om de zaak vlotter te verkopen : Côte d’Or, De Witte Lietaer, Tiense Suiker, Desimpel

Internationaal is er een trend tot concentratie, hergroepering, afstoten van nevenactiviteiten. Dat ligt voor een groot deel aan de enorme stijging van bepaalde kosten, zoals onderzoek & ontwikkeling. Sommige bedrijven kozen daarom om te verkopen aan grote internationale groepen. Maar het gaat soms ook in de andere richting. Ter Beke staat op het punt een aantal activiteiten van Unilever over te nemen, en bedrijven als Barco, Tessenderlo Chemie en Deceuninck kijken uit naar buitenlandse overnames.

Wat te denken van Christian Dumolin van Terca die zegt dat de beurs bedrijven onderwaardeert, en dus niet functioneert ? Hij is niet de enige die zo denkt.

En Bekaert zegt dat zijn aandeel overgewaardeerd is. Ondertussen denkt Dumolin er toch aan zijn andere activiteiten dakbekleding, vloer- en wandtegels onder te brengen in het beursgenoteerde Terca. En de overnamepremie die de Britten voor Desimpel betaalden, is de prijs voor een strategische positie op de West-Europese markt. Je moet die uitspraken over de beurs met een korreltje zout nemen.

JOZEF VANGELDER

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content