Mist deze verkiezingscampagne inhoudelijke ernst?

Rudy Provoost (Voka)
Rudy Provoost (Voka) © Belga Image
Alain Mouton

Beloftes van niet-gefinancierde belastingverlagingen en koopkrachtmaatregelen. Rijkentaksen die staatsfinanciën in één klap gezond maken. Een miljardensanering van de begroting die “geen pijn zal doen”. “Weinig realistisch en niet ernstig”, waarschuwt Rudy Provoost. De Voka-voorzitter vraagt meer aandacht voor de bezorgdheden van ondernemers: concurrentiekracht, vergunningsbeleid en groeivriendelijke fiscaliteit.

De socialisten van Vooruit stappen niet in Vlaamse regering zonder gratis maaltijden op school. Dat daar in budgettair moeilijke tijden een prijskaartje van honderden miljoenen euro’s aan vasthangt, bleef onvermeld. In Trends verklaarde staatssecretaris voor Begroting Alexia Bertrand (Open Vld) dat een begrotingssanering van 25 miljard euro mogelijk is en “het zal geen pijn doen”. Tegelijk blijkt uit de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het Planbureau dat geen enkele partij een traject klaar heeft richting 3 procent begrotingstekort, de EU-norm.

De teneur van de campagne ergert Rudy Provoost, de voorzitter van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka: “Ik merk een ongezien opbod van onbetaalbare en onhaalbare verkiezingsbeloften. Deze campagne is een handel in luchtkastelen, maar na de verkiezingen worden dat zandkastelen en als de onderhandelingen beginnen, spoelen die weg. De voorstellen zijn weinig realistisch en niet ernstig. Slecht nieuws wordt vermeden, waardoor de kiezer op het verkeerde been dreigt te worden gezet.”

‘Deze campagne is een handel in luchtkastelen’

Voka-voorzitter Rudy Provoost

De becijferingen van het Planbureau leren dat, behalve N-VA, geen partij in de buurt komt van de norm van 3 procent begrotingstekort. Is dat geen teken dat de voorstellen onhaalbaar zijn?

RUDY PROVOOST.De ernst van de situatie wordt nog niet voldoende in de verf gezet. Wanneer de teerlingen na de verkiezingen geworpen zijn, zal die 3 procentnorm niet verdwijnen. Besparingen zijn dus levensnoodzakelijk, om de toekomstige welvaart te garanderen. De economische groei schommelt rond 1 procent. Er is 2 procent groei nodig, om de begroting mee te saneren en de sociale zekerheid te financieren. Op de lange termijn heb ik het zelfs over 2,5 procent groei op jaarbasis.”

Lees ook: ‘Op 10 juni zal de toon veranderen’

De koopkracht versterken zal de groei stimuleren zeggen de politieke partijen.

PROVOOST. “Het klopt dat de koopkracht voor de lagere inkomens een uitdaging is. Voor ons kan en mag dat niet het enige thema zijn. Bij Voka hebben we het over slagkracht en dus concurrentiekracht. Die staat onder druk door een loonkostenhandicap, een energiehandicap en een systeemhandicap. Met dat laatste bedoel ik de complexiteit van de regelgeving en de wetgeving die op de bedrijven weegt.”

In dat verband en aansluitend bij uw kritiek dat er een gebrek aan ernst is in het verkiezingsdebat: komen Vlaamse thema’s als het vergunningsbeleid voldoende uit de verf? Het debat over stikstof en de zaak-Ineos is de komende vijf jaar toch niet voor herhaling vatbaar?

PROVOOST. “Dat mag u inderdaad zeggen. Industriebeleid is een Vlaamse bevoegdheid. Daar moet eindelijk meer worden gedaan dan symptoombestrijding. Er wordt pas ingegrepen als er een crisissituatie is, of het nu bij Audi is of Van Hool of een ander bedrijf. Maar die crisis is een gevolg van een gebrek aan strategie. We hebben een nieuwe industriële deal nodig. Industrie moet 20 procent van het bbp uitmaken, hebben Voka en een aantal industriefederaties onlangs nog beklemtoond tijdens het Vlaams Industrieforum. Er zou één minister van Economie, Industrie en Innovatie moeten komen. En één minister van Onderwijs en Werk.”

Als werkgeversorganisaties praten over concurrentievermogen, dan ligt de focus al snel op de automatische loonindexering. Bepleit u een indexsprong? Of volgt u Unizo dat een paar maanden geleden pleitte voor een aangepaste gezondheidsindex, waarbij bepaalde prijsschommelingen, zoals die van energie, niet direct worden verrekend in de lonen via de indexering?

PROVOOST. “Uiteraard is Voka geen voorstander van een automatische loonindexering, zeker niet in de huidige vorm. Er zijn variaties op het thema, die gaan van de totale afschaffing, over een ander loonbeleid tot een bijgestelde indexberekening. Een indexsprong is voor ons een mogelijkheid. Die laat toe in een beperkte tijdspanne een correctie op de loonkostenstijging door te voeren.”

Verwacht u een verhoging van de fiscale druk, waarbij de bedrijven als eerste in het vizier komen? Denk maar aan een bijsturing van de vennootschapsbelasting of een meerwaardebelasting op aandelen.

PROVOOST. “Die vrees bestaat uiteraard. Dat is normaal, als je luistert naar een aantal politieke partijen. Bedrijven zijn een interessant doelwit. Het klopt dat we in België geen meerwaardebelasting op aandelen kennen, maar er bestaat wel een resem andere belastingen op kapitaal. Ik denk niet dat we ons kunnen permitteren hogere vermogenstaksen of belastingen op kapitaalwinsten als een fait accompli te laten passeren.

“Daartegen zullen wij ons natuurlijk verzetten. Volgens Voka moet de discussie gaan over hoe je kapitaal beter kan laten renderen, bijvoorbeeld via de wisselwerking tussen privaat institutioneel en publiek vermogen. Daar is nu geen plan voor. Ik had veel liever gezien dat de minister van Financiën zich daarover had gebogen in plaats van een eenjarige staatsbon te lanceren met een gehalveerde roerende voorheffing. Dat is niet wat we nodig hebben, wel vehikels die zelfs de burger toelaten mee te participeren in investeringen in bijvoorbeeld duurzame projecten. Er is nood aan een soort duurzaamheidsstrategie die zich vertaalt in een financieel instrumentarium, waardoor je dus inderdaad dat kapitaal beter kunt inzetten. Eerder dan een discussie over welk percentage we erop plakken om het te belasten.”

De verschillen in werkzaamheidsgraad tussen de regio’s blijven groot. Vlaanderen gaat richting 80 procent, Brussel en Wallonië schommelen rond 66 procent. Kan die kloof verkleind worden, en hoe?

PROVOOST. “De werkloosheidsuitkeringen moeten beperkt worden in de tijd. Er moet een beter evenwicht komen tussen lusten en lasten, rechten en plichten. Voorts kan een staatshervorming helpen. Ik herinner u eraan dat in het Vivaldi-regeerakkoord een hoofdstuk is gewijd aan een asymmetrische uitoefening van federale bevoegdheden, met name voor de arbeidsmarkt en de gezondheidszorg. Daarvan is niets in huis gekomen. Als er een staatshervorming komt, dan moet ze over die twee domeinen gaan. De gewesten moeten in het arbeidsmarktbeleid volledig eigen accenten kunnen leggen. Hetzelfde geldt voor de gezondheidszorg. Er moet meer geïnvesteerd worden in preventieve gezondheidszorg, nu al een gemeenschapstaak.

“Dat krijg je nooit voor elkaar met de huidige bevoegdheidsverdeling. Voorts is er nood aan een verregaande responsabilisering van de deelstaten en meer fiscale autonomie.”

Moet de volgende federale regering een Vlaamse meerderheid hebben?

PROVOOST. “Vanuit Voka denken we dat dit land, en dus ook Vlaanderen, een stabiele, breed gedragen regering nodig heeft. Dat betekent: met een Vlaamse meerderheid. Want veel van de beslissingen die federaal genomen worden, hebben een impact op de regionale situatie. Met zo’n meerderheid kan je richting verregaand sociaaleconomische hervormingen gaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content