Harde brexit dreigt: waarom de Britten Europa dumpen
Lang dachten de Europeanen dat de brexit vooral de Britse economie zou treffen. Tot een studie van Hylke Vandenbussche die zeepbel doorprikte. Wie weet worden de Britten zelfs ooit nog de winnaar in deze kwestie. ‘De toekomstige groei ligt niet in Europa. Dat is het verhaal achter brexit.’
Nu 2019 bijna voorbij is, selecteert Trends de artikels die vorig jaar het meest in de smaak vielen bij de lezers. Weet iemand nog waarom de Britten uit de Europese Unie willen? De Leuvense hoogleraar Hylke Vandenbussche schreef er een boek over.
Tenzij politiek Londen alsnog een oplossing bedenkt, dondert het Verenigd Koninkrijk op 12 april uit de Europese Unie. Gedaan met de vrije handel tussen het eiland en het continent: het Kanaal wordt een tolmuur. Zo’n harde brexit is voor niemand goed, noch voor de Britten, noch voor de Europeanen. Die conclusie is vandaag gemeengoed, maar twee jaar geleden was de teneur nog helemaal anders. De Britten hadden Europa meer nodig dan omgekeerd, klonk het toen. De meeste economische modellen voorspelden dat de Britse economie de grootste klappen zou krijgen, niet de Europese.
“Ik kon dat niet geloven”, schrijft Hylke Vandenbussche in haar boek De brexit-saga. Het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk – de op één na grootste economie van Europa – kon volgens de Leuvense hoogleraar internationale economie onmogelijk een peulschil zijn voor de rest van de Europese Unie. Ze stelde daarom een dreamteam samen, met mensen die over de wiskundige kennis en programmeertalent beschikten, en bouwde een nieuw model. De conclusie: een harde brexit zou Europa 1,2 miljoen banen kosten. Dat is de prijs voor het invoeren van de handelstarieven die gelden voor de 164 lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Zelfs een zachte brexit, waarbij het Verenigd Koninkrijk in de Europese douane-unie blijft, zou Europa nog meer dan een kwart miljoen banen kosten. Plots waren de Britten niet meer de enige verliezers.
Als je te weinig zorg draagt voor de verliezers, krijg je gele hesjes, Trump en de brexit
Toen dat doordrong, zong het Europese establishment een toontje lager in de brexitonderhandelingen. De Belgen – die met 42.000 bedreigde banen proportioneel tot de grootste verliezers van Europa behoren – kregen meer gewicht in het debat. “De Belgische onderhandelaars werden plots veel serieuzer genomen”, schrijft Vandenbussche, die enkele jaren als economisch expert voor de Europese Commissie heeft gewerkt en het wereldje goed kent.
U zag iets wat de andere economen al die tijd was ontgaan. Geruststellend is die gedachte niet. Want de schade door de brexit is geen klein bier, blijkt uit uw model.
HYLKEVANDENBUSSCHE. “Dat komt omdat ons model voor het eerst de Europese netwerkeconomie in kaart heeft gebracht en de effecten van een brexit op dat netwerk heeft berekend. De tijd dat een land alles zelf produceerde en exporteerde, is al lang voorbij. In de huidige netwerkeconomie specialiseren landen zich in bepaalde sectoren, zodat producten een internationale productieketen doorlopen alvorens ze in de afwerkingsfase komen. Belgisch staal bijvoorbeeld wordt gebruikt in Duitse en Franse auto’s, die nadien naar het Verenigd Koninkrijk worden verscheept. Daarom treft de brexit de Belgische staalindustrie drie keer. Een eerste keer bij de rechtstreekse uitvoer van het staal naar het Verenigd Koninkrijk, de tweede en de derde keer via de uitvoer van de Duitse en de Franse auto’s naar de Britse markt.
“Daarbovenop berekent ons model het effect van een brexit op de dienstensectoren. Handel in diensten is niet onderhevig aan WTO-tarieven, maar heeft toch te lijden onder een brexit als die diensten worden gebruikt in de goederen. Denk maar aan verzekeringen voor Duitse auto’s, of aan juridisch advies voor Franse autoproducenten. Alles samengeteld komen wij tot veel grotere effecten dan de gangbare modellen.”
Een harde brexit zet ook Britse banen op het spel, want het Verenigd Koninkrijk is evenzeer deel van de Europese netwerkeconomie. En toch wil zowat de helft van de Britten weg uit de eengemaakte markt. Waarom?
VANDENBUSSCHE. “De wereld verandert snel, de mensen zijn toe aan een time-out. De globalisering maakt winnaars en verliezers. Als je te weinig zorg draagt voor de verliezers, krijg je gele hesjes, Trump en de brexit. Has globalization gone too far? is de titel van een boek van de bekende Harvard-econoom Dani Rodrik. Kijk maar hoe mensen weer beginnen te houden van lokale tradities, streekproducten, dialecten, en ga zo maar door. Van buurtfeesten tot kerstmarkten, ze zitten allemaal in de lift.”
Achter het nee in het brexitreferendum van 2016 zat ook een nee tegen de immigratie van Oost-Europeanen, schrijft u in uw boek.
VANDENBUSSCHE. “En toch zijn de Britten geen xenofoben. Het Verenigd Koninkrijk is altijd een gastvrij land geweest voor migranten. Maar die migranten kwamen uit de voormalige kolonies en waren in hun thuisland in het Engels opgevoed, ze speelden rugby en cricket, en kenden de Britse waarden en normen. Ze kwamen zich inschrijven aan een Britse universiteit en bleven na hun studies vaak hangen in het Verenigd Koninkrijk. Maar de toetreding van de Oost-Europese landen tot de Europese Unie bracht een massale toestroom op gang van Polen, Roemenen en Bulgaren die geen Engels spraken, laagopgeleid waren en de Britse tradities totaal niet kenden. Dat moest vroeg of laat tot een reactie van de Britse bevolking leiden.”
De industriële revolutie is gestart in het Verenigd Koninkrijk. De Britten hebben gedacht: dat kunnen we nog een keer, maar dan met de juiste partners
Tegelijk was de Oost-Europese immigratie hooguit de druppel die de emmer deed overlopen.
VANDENBUSSCHE. “De Britten zijn eigenzinnige eilandbewoners, die een groot geloof in zichzelf hebben. Ze zijn nooit een fan geweest van een verenigd Europa. De geschiedenis van de Europese Unie startte in 1948, maar het Verenigd Koninkrijk is pas toegetreden in 1973, een kwarteeuw later. De brexit gaat over emotie. De Britten hadden al lang genoeg van Brussel. Het keurslijf zit hen gewoon veel te strak, hun bewegingsruimte is te klein. Net zoals bij mensen moet je soms scheiden om het beste uit jezelf te halen.”
Ook Brussel gaat niet vrijuit. Bij uw passage in de Europese Commissie ergerde u zich soms aan het opgestoken vingertje van de eurocraten tegenover de Britten.
VANDENBUSSCHE. “Ik ben pro-Europa, maar de kritiek op de Europese Unie is soms terecht: betuttelend, trage beslissingen, slecht management van de financiële crisis, ondemocratische benoemingen en nog meer. Een volk als de Britten leg je niet aan banden met ondermaatse politiek. De Britten willen opnieuw zelf beslissen wie immigreert, welke handelsverdragen ze afsluiten en hoe hoog hun belastingen en minimumlonen zijn.”
De prijs is zwaar. Een harde brexit betekent een krimp van de Britse economie met 4,5 procent en een verlies van minstens een half miljoen banen, aldus uw model.
VANDENBUSSCHE. “De Britten zijn bereid de prijs te betalen. Sterker nog, ze zijn op hun best in harde tijden. Dat wijst de geschiedenis uit. Kijk, het brexitakkoord dat premier Theresa May heeft afgesloten met de Europese Unie is gewoon niet interessant voor de Britten. Ze behouden weliswaar toegang tot de Europese markt en worden weer baas over de immigratie, maar ze mogen geen eigen handelsverdragen afsluiten. En ze mogen tot 2020 geen fiscale concurrentie voeren met de Europese Unie, terwijl May van het Verenigd Koninkrijk een belastingparadijs voor bedrijven wil maken. Bij een harde brexit zouden de Britten op alle vlakken de handen vrijhouden en kunnen ze een vrijhandelsakkoord afsluiten met de Europese Unie, zoals Canada en Japan dat gedaan hebben.”
Zo bekeken waren de moeizame onderhandelingen over het brexitakkoord tijdverlies voor de Britten.
VANDENBUSSCHE. “Daarom zijn ze ook zo laat begonnen aan die onderhandelingen, die ze bovendien overlieten aan een backbencher als Theresa May. De onderhandelingen waren geen prioriteit. De Britten deden gewoon aan tijdrekken. Vanaf het begin wilden ze uitkomen op een harde brexit, gevolgd door een vrijhandelsverdrag met de Europese Unie. Dan zouden ze tenminste als gelijkwaardige gesprekspartner aan tafel zitten, net zoals Canada en Japan.”
Als de Britten over tien à twintig jaar de bittere pil van een harde brexit helemaal zullen hebben geslikt, acht u het mogelijk dat de Britse economie dan competitiever is dan de Europese?
VANDENBUSSCHE. “Dat is waar de Britten op gokken, volgens mij. De industriële revolutie is gestart in het Verenigd Koninkrijk. De Britten hebben gedacht: dat kunnen we nog een keer, maar dan met de juiste partners. Waar komen de innovaties momenteel vandaan, zoals big data en artificiële intelligentie? Van de Verenigde Staten en China. Als de Britten hun relaties met die twee landen willen verdiepen, moeten ze eerst uit de Europese Unie stappen. Dan kunnen ze zelf hun handelspartners kiezen. Een kleine helft van de Britse export gaat nog altijd naar de Europese Unie. Maar de jongste jaren is de Britse export naar de Verenigde Staten en China sterker gestegen. De toekomstige groei ligt niet in Europa. Dat is het verhaal achter de brexit. Het is een grote gok natuurlijk. Maar vertrouwen in eigen kunnen is kenmerkend voor een groot volk.”
En toch zijn de Britten geen xenofoben. Het Verenigd Koninkrijk is altijd een gastvrij land geweest voor migranten
Straks worden de Europeanen nog het kneusje van de wereld.
VANDENBUSSCHE. “Niet als ze de eengemaakte markt verder uitdiepen. We zitten daar nog maar aan het begin. Europa is een unie van een half miljard consumenten. Dat schaalvoordeel blijft compleet onderbenut. De bankenunie bijvoorbeeld is nog maar in wording. We hebben wel al een Europees toezichtsorgaan, maar vergelijk de kwaliteit van de bankdiensten in Frankrijk eens met die in België. Dat zijn andere werelden. Of neem het patentenbeleid. Het Europese patent bestaat, maar het is in feite een lege doos. Wie zijn uitvinding wil uitrollen over alle 500 miljoen Europese consumenten, moet nog altijd in elk Europees land een patent aanvragen om goed beschermd te zijn. Europa moet een eind maken aan de fragmentatie van zijn markt.”
Alles bij elkaar zouden de Europeanen en de Britten beter geen tijd verliezen met kwaad te zijn op elkaar, en na de brexit zo vlug mogelijk een vrijhandelsakkoord sluiten.
VANDENBUSSCHE. “Dat is in elk geval de betrachting van de Britten. Ik hoop dat Europa daarin meestapt. Het is niet omdat de Britten onze bemoeienis niet meer willen, dat wij niets te winnen hebben bij de toegang tot de Britse markt. En omgekeerd zouden de Britten wel gek zijn om een half miljard consumenten vlak bij hun deur zomaar te laten staan, gewoon omdat je een beetje kwaad was op elkaar. Als je met het verleden in je hoofd blijft zitten, bouw je geen goede toekomst op.”
Hylke Vandenbussche, De brexit-saga. Het einde van de EU?, Pelckmans Pro, 108 blz., 24,50 euro
Bio
· Studie: economie, Universiteit van Antwerpen (bachelor, 1988) en University of Cambridge (master, 1989), doctoraat economie, Universiteit van Antwerpen (1995)
· 1996-1998: docent University of Cambridge
· 1999-2001: postdoctoraal onderzoeker Fonds Wetenschappelijk Onderzoek
· 2001-2006: hoofddocent KU Leuven
· 2007-2012: hoogleraar UCL (Louvain-la-Neuve)
· 2012-2014: adviseur Europese Commissie
· 2014-heden: gewoon hoogleraar KU Leuven, hoofd van de onderzoeksgroep Internationale Economie
Engelse appels en Franse cider
Veel Engelse appels worden verscheept naar Frankrijk om te worden verwerkt tot Franse cider. Wellicht is dat de reden waarom de Britten zo graag Franse cider drinken. Voorlopig toch nog. Want bij een harde brexit moet worden betaald, eerst op de invoer van de Engelse appels in Frankrijk, daarna op de cider die wordt verscheept naar het Verenigd Koninkrijk. De Engelsen zullen dus dieper in de buidel moeten tasten voor hun cider. Dat zal hun liefde voor de drank bekoelen, zodat de Franse cidersector zijn productie zal moeten terugschroeven en er ontslagen zullen vallen. Het tragische is dat de verkoop niet alleen in het Verenigd Koninkrijk zal dalen. Ook elders in Europa zal de prijs stijgen doordat de Engelse appels die erin verwerkt zijn, duurder worden.
In haar boek gebruikt professor Hylke Vandenbussche de cider als eenvoudig voorbeeld van de kwetsbaarheid van onze netwerkeconomie. De voorbije vijftig jaar hebben veel landen zich gespecialiseerd in onderdelen van producten. Hoe meer specialisatie, hoe groter de gevoeligheid van het netwerk, en hoe meer banen sneuvelen bij een handelsschok zoals een harde brexit.
De studie bekeek enkel het effect op korte termijn, om te weten waar de meeste slachtoffers zouden vallen. Dat is met voorsprong het Verenigd Koninkrijk, waar 527.000 banen sneuvelen, gevolgd door Duitsland met 292.000, Frankrijk met 141.000 en Italië met 139.000. Op lange termijn kunnen de lonen zakken om het verlies aan verkoop te compenseren en ontslagen te vermijden. Maar zulke neerwaartse loonaanpassingen zijn in Europa weinig waarschijnlijk, aldus het boek.
Als de harde brexit overeind blijft, zullen de productieketens zich uiteindelijk verleggen. De Franse ciderproducenten zullen bijvoorbeeld hun appels invoeren vanuit België, om de tarieven op Engelse appels te ontlopen. En het verlies aan Engelse afzet zullen ze compenseren met nieuwe afzetmarkten voor hun cider. Ziek netwerkweefsel zal afsterven, nieuw netwerkweefsel zal groeien. Voor de hele Franse economie voorziet de studie op korte termijn een krimp met 1,25 procent. Maar het nieuwe netwerkweefsel zal ervoor zorgen dat de Franse economie herstelt van de klap. Misschien wordt de economische taart wel groter. Maar dat zal tijd vergen. Zo veel geduld hebben de Franse ciderboeren nu ook weer niet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier