Conny Vandendriessche (House of HR): ‘Veel vrouwen zijn te bang van risico’
Vrijwel niemand claimt zo resoluut de voortrekkersrol in vrouwelijk ondernemerschap als Conny Vandendriessche, de ongekroonde koningin van de uitzendsector en een van de meest succesvolle vrouwelijke Belgische entrepreneurs.
Nu 2019 bijna voorbij is, selecteert Trends de artikels die vorig jaar het meest in de smaak vielen bij de lezers. De succesvolle vrouwelijke entrepreneur Conny Vandendriessche droomt van een politiek met ballen, blijkt uit dit interview.
Conny Vandendriessche kreeg deze maand de Vlerick Enterprising Leader Award voor haar authentieke persoonlijkheid en drang naar nieuwe initiatieven en groei. De volbloed Roeselaarse Vandendriessche, de goedlachse dochter van zelfstandige bloemisten, zette haar eerste opgemerkte stappen in de uitzendwereld toen ze samen met Philip Cracco Accent opstartte. Bijna een kwarteeuw later bestaat House of HR, de koepel boven Accent Jobs en een rist andere uitzend- en outsourcingbedrijven, uit 500 kantoren en zowat 3000 werknemers. De groep, waarin Vandendriessche een belang van bijna 30 procent heeft, realiseert een omzet van 1,8 miljard euro. De 55-jarige Vandendriessche gaf wel haar operationele rol bij House of HR/Accent Jobs in 2013 op om zich te smijten op andere initiatieven. Ze richtte Stella P op, een rekruteringskantoor dat bestuurders zoekt voor kmo’s, en ze is co-oprichter van We are Jane, een investeringsfonds dat in door vrouwen opgerichte en geleide bedrijven wil investeren. “Vrouwen moeten stoppen met zichzelf continu ter discussie te stellen”, zegt Vandendriessche.
House of HR heeft veel geld ingezet op innovatie en nu vooral op digitalisering, om niet te worden weggeblazen door Google en LinkedIn
Eerder dit jaar was sprake van een verkoop van House of HR door hoofdaandeelhouder Naxicap, een Frans durfkapitaalfonds. De prijs werd op 1,2 à 2 miljard euro geraamd. Hoe staat het daarmee?
CONNY VANDENDRIESSCHE. “Naxicap wou verkopen, en er waren gegadigden, maar uiteindelijk ging die verkoop niet door. Vergeet niet dat we nog een herstructurering moesten doorvoeren, want House of HR had het voorbije jaar acht overnames gedaan. De structuur van het bedrijf was een soort kerstboom geworden en we moesten alles stroomlijnen. House of HR is ook zes maanden te laat naar de markt gestapt.”
Had dat al te maken met de tegenvallende conjunctuur? De uitzendsector geldt als de kanarie in de koolmijn voor een groeivertraging.
VANDENDRIESSCHE. “Absoluut. House of HR kreeg vorig jaar in oktober veel goede biedingen. Maar in januari had ik al het gevoel van ‘ winter is coming’. ”
House of HR wou zich wel herfinancieren via extra schulden en aan de aandeelhouders 250 miljoen euro uitkeren.
VANDENDRIESSCHE. “Dat is gebeurd. Er is een kapitaalvermindering doorgevoerd. Een lening is geherfinancierd en House of HR heeft een obligatielening uitgeschreven van 300 miljoen euro. Die was in één dag vijf keer overtekend. Dat was gigantisch. Ik heb ervan geprofiteerd om met het overgrote deel van de inkomsten mijn belang te verhogen van 23 procent tot een kleine 30 procent. Hoger ga ik niet. Ik zit nu in een leuke positie en Naxicap weet mij sterk te appreciëren.”
Waarom is er zoveel interesse van durfkapitalisten voor uitzendbedrijven en hr-specialisten?
VANDENDRIESSCHE. “Durfkapitalisten hebben altijd veel interesse gehad in human resources. Het blijft een groeimarkt, die natuurlijk conjunctuurgevoelig is. Dat hoor ik al een kwarteeuw. We zijn al vier keer door een dal gegaan en daarna hebben we opnieuw een sterke groei gekend. Ik verwacht nog meer krapte op de arbeidsmarkt. Wanneer er een sterk spanningsveld is tussen de vraag en het aanbod, kunnen wij optreden.”
In welke landen is House of HR actief?
VANDENDRIESSCHE. “Onze kernmarkten zijn Frankrijk, Nederland en Duitsland. In Spanje, Portugal, Polen en Roemenië hebben we enkele activiteiten. België is wel de grootste markt. Op een omzet van 1,8 miljard euro zorgt België voor 700 miljoen. Accent is hier het nummer vier.”
Hoe belangrijk zijn uitzendkantoren nog in een markt die almaar meer digitaal wordt?
VANDENDRIESSCHE. “Vijf jaar geleden gaf House of HR een groep van mensen de opdracht ‘ How to kill Accent?‘. Ze moesten zoeken wat ons kan doden. De conclusie was dat de disruptie niet van de concurrentie zal komen, en niet van binnenin. Wel zal er in de externe hr-wereld veel veranderen. House of HR heeft veel geld ingezet op innovatie en nu vooral op digitalisering, om niet te worden weggeblazen door Google en LinkedIn. We hebben twee jaar geleden Nowjobs ontwikkeld, een mobiele app die zich richt op bijverdieners zoals studenten. Die app is vooral handig voor horeca- en retailzaken die pieken willen opvangen. De klant kiest iemand uit vijf of zes studenten. Die krijgt online een contract en wordt ‘s anderendaags al betaald. House of HR nam ook het Roemeense Happy Recruiter over. Dat is de ontwikkelaar van Dora, een chatbot die met artificiële intelligentie jobkandidaten zoekt. Dora rekruteert 24 op 24 op Facebook. Het werkt veel sneller dan vijftig consulenten.”
U was de CEO van Accent, nu zit u niet meer aan het stuur. Is dat niet lastig voor een zelfverklaarde controlefreak?
VANDENDRIESSCHE. “Het eerste jaar wel. Ik ben op dag één direct weggetrokken. Het leuke is dat er een heel andere deur opengaat als je er een sluit. Ik zie veel bedrijven waar de patriarch of matriarch aan het hoofd blijft en denkt dat het altijd zal blijven lukken. Maar ik stel iedere keer vast dat dit wishful thinking is. De wereld verandert veel te snel. Ik zat twintig jaar op die stoel bij Accent en merkte dat mijn houdbaarheidsdatum voorbij was.”
U bent voor 100 procent eigenaar van Stella P, dat externe bestuurders rekruteert. Blijft dat zo?
VANDENDRIESSCHE. “Neen. Ik zet het aandeelhouderschap open. Dat heb ik aan mijn medewerkers beloofd.”
Wilt u dat concept ook naar het buitenland brengen?
VANDENDRIESSCHE. “Ik kreeg de kans dat in Nederland te doen, maar hou de boot nog af. House of HR blijft groeien, de overnames moeten worden opgevolgd en ik wil mij de komende vijf jaar vooral inzetten voor mijn investeringsfonds We are Jane, waarvoor we in juli 47,2 miljoen euro hebben opgehaald.”
Hoe groot is de ambitie?
VANDENDRIESSCHE. “Veel mensen kijken naar ons. We zijn het eerste fonds dat zich op vrouwen richt via participaties in bedrijven met vrouwelijke CEO’s of eigenaars. We zijn met drie founding partners, maar er komen nog mensen. We are Jane investeert per dossier 3 tot 5 miljoen euro. Wat kunnen wij realiseren met 47 miljoen? Dat zijn acht tot tien bedrijven. Maar om een deal te vinden, moet je zelf naar veel bedrijven stappen. We moeten vrouwelijke bedrijven sensibiliseren voor vreemd kapitaal en de meerwaarde ervan aantonen. Veel vrouwen zijn te bang voor risico. Mijn grootste droom is dat alle fondsen beseffen dat we vrouwelijke ondernemers niet links moeten laten liggen. We moeten hen begrijpen. Ze spreken meer in onzekerheden en dat schrikt mannen af.”
Waarom trekt u de vrouwenkaart? Is het nog altijd zo erg gesteld?
VANDENDRIESSCHE. “Ja. 2 procent van het durfkapitaalgeld gaat naar bedrijven in handen van vrouwen of met vrouwen aan het hoofd. Private equity is voor 94 procent een mannenwereld. Maar het begint te veranderen.”
Vrouwen hebben het nog altijd moeilijk om door te stoten naar de bedrijfstop?
VANDENDRIESSCHE. “Mannen kijken onmiddellijk naar waar de zon zit, en laten zich door niets uit de weg zetten. Ze hadden altijd al veel meer zelfvertrouwen om voor die topposities te gaan, en dat hebben ze nog altijd.”
Toen Michèle Sioen Trends Manager van het Jaar werd, zei ze dat ze allicht nooit aan het hoofd van het textielbedrijf had gestaan als ze broers had gehad.
VANDENDRIESSCHE. “Dat was ook mijn grootste drijfveer om het zelf te proberen. Toen mijn vader vroeg wie zijn bloemenbedrijf, ondertussen een tuincentrum, wou overnemen, richtte hij zich tot mijn broers en niet tot mij. Ik had ook die vraag willen krijgen. Dat was natuurlijk een andere tijd. Ik studeerde verpleegkunde. Mijn vader zei ‘zoek u een rijke dokter, of begin een pralinewinkel’. Ik ben lang boos geweest. Mijn leven had er totaal anders kunnen uitzien, maar spijt heb ik nooit gehad.”
U bent uitgegroeid tot een rolmodel.
VANDENDRIESSCHE. “Ik wil ervoor zorgen dat vrouwen impact hebben, dat klopt. En om vrouwelijk ondernemerschap te stimuleren, moet je in de aandacht komen. Maar ik kan het verhaal van andere vrouwen niet schrijven. Als ze klaar zijn om te springen, kan ik hen wel helpen en coachen. Maar vrouwen moeten hulp durven te vragen en stoppen met zichzelf continu ter discussie te stellen.”
Moeten vrouwen dan de hand in eigen boezem steken?
VANDENDRIESSCHE. “Ja, al zullen er altijd uitzonderingen zijn. Ik heb het geluk gehad dat ik de juiste echtgenoot had. Het heeft ook te maken met je karakter. Mijn betoog aan vrouwen is: zeg ‘ja’ aan ondernemen en denk dan pas na. Vrouwen kunnen zelf zaken in beweging krijgen. ‘De kracht ligt bij jou’, zeg ik hen. Ze hebben soms een duwtje nodig. Ik ben ook voorstander van quota. Die hebben ons geholpen. Al moeten die quota wel kortstondig zijn. Raden van bestuur beseffen intussen dat meer diversiteit nodig is. Stella P is trouwens volop bezig met het in kaart brengen van etnische diversiteit in het bestuur.”
Private equity is voor 94 procent een mannenwereld. Maar het begint te veranderen
U droomt naar eigen zeggen van politiek met ballen?
VANDENDRIESSCHE. “Ik ben vrij neutraal in politiek. Ik wil alleen dat het verandert. We stevenen bijvoorbeeld af op enorme tekorten op de arbeidsmarkt, terwijl er nog altijd geen beleid is om de juiste mensen aan te trekken uit andere landen. Wie laten we binnenstromen en wie niet? De gewone burger kent het verschil niet tussen een arbeidsmigrant, een economisch gelukzoeker of een vluchteling. Er is een reden waarom mensen voor het Vlaams Belang stemmen.”
U spreekt over buitenlanders, maar er werken ook zeer weinig Walen in Vlaanderen…
VANDENDRIESSCHE. “Vorige maand opende Accent in Brussel een kantoor met als naam Jobs in Flanders. Reclame maken om te gaan werken in Vlaanderen: is dat eigenlijk niet van de pot gerukt? Maar we moeten de werkkrachten ergens vinden. Dat het beleid daar iets aan moet doen, zeggen we al heel lang. Ik ben dat al moe gezegd, maar er gebeurt zeer weinig.”
En wat denkt u van de 20 procent inactieven? Er zijn zo’n 200.000 langdurig arbeidsongeschikten.
VANDENDRIESSCHE. “Een van de problemen is dat ons medisch systeem verkeerd in elkaar zit. Daar zit een deel profitariaat in, mensen die naar een arts trekken wiens voorschrijfgedrag niet altijd correct is. Bovendien is de werkloosheidsuitkering niet beperkt in de tijd. En drie, er zijn veel mensen in rolstoelen die niet werken omdat ze moeten kiezen tussen werken of hun uitkering verliezen. Dat kan toch per maand geregeld worden? Als je een maand niet werkt krijg je een uitkering, als je een maand werkt niet. We bekijken heel wat situaties. We hebben een project in gevangenissen. We organiseren daar een sollicitatiedag, en nodigen er hr-managers uit. We hebben zo twaalf mensen aan een baan geholpen. We zoeken de sollicitanten echt onder de stenen.”
Terwijl de Nationale Bank 57-plussers vraagt thuis te blijven.
VANDENDRIESSCHE. “Dat vloekt zo met datgene waarmee wij elke dag mee bezig zijn. En vakbonden in bedrijven in moeilijkheden gaan daarin mee. Als je dan de banken ziet die zoveel mensen laten afvloeien… Dat mocht nooit zo gebeuren. Die mensen moesten al opnieuw aan het werk zijn. Nu is het probleem dat ze afvloeien en uitbetaald worden, maar dat wij ze niet onmiddellijk kunnen plaatsen omdat ze genoeg geld hebben. Ze zitten dan een of twee jaar thuis, en zijn het gewoon geworden ‘s ochtends eerst de krant te lezen, de hond uit te laten, de kleinkinderen op te vangen… ( lacht) Die mensen zijn nog moeilijk te motiveren om zelf initiatief te nemen en opnieuw aan de slag te gaan of zich om te scholen.”
Een financieel zetje kan helpen. U stelt onder meer voor het brutoloon voor 50-plussers gelijk te schakelen met het nettoloon.
VANDENDRIESSCHE. “Een financieel steuntje vind ik een must. Je kan ze meer bepaald tijdelijk het statuut van student geven.”
Vindt u dat vakbonden op de dynamiek in uw sector wegen?
VANDENDRIESSCHE. “Mocht ik aan het hoofd van een vakbond staan, dan zou ik veel meer bezig zijn met de toekomst. Ik denk dat ze dringend eens een denkgroep ‘ How to kill de Vakbonden‘ moeten vormen ( lacht). Dan komen ze misschien tot inzichten. De vakbonden zijn totaal niet voorbereid op wat gaat komen. Ze zijn absoluut niet inspirerend, vernieuwend en motiverend genoeg om andere vormen van werk te promoten. Maar we moeten ook de werkgevers anders leren denken over hoe ze met hun medewerkers moeten omgaan.”
Vrouwen moeten hulp durven te vragen en stoppen met zichzelf continu ter discussie te stellen
Voor de vakbonden is de uitzendsector vaak een schietschijf.
VANDENDRIESSCHE. “Het is inderdaad altijd hetzelfde. Verander eens, hé jongens. De jeugd zegt nu ‘een vakbond, wat is dat?'”
U hebt uzelf ooit omschreven als een pain in the ass in uw beginjaren bij Accent. Hoe is uw leiderschapsstijl veranderd?
VANDENDRIESSCHE. “Ik was zeer directief. Dat was echt top down, niet bottom up. Als ik in de spiegel keek, dacht ik ‘zo wil ik niet oud worden’. Op mijn 45ste ben ik in Nederland cursus gaan volgen, vier jaar lang, om mijn leiderschapsstijl te veranderen. Nu is het veel meer participatief, tussen je mensen staan. Het is nu dienend leiderschap. Ik heb als jonge vrouw verpleegkunde gedaan, dus ik weet wel wat dienend en zorgend is. In mijn binnenste zat dat er altijd al in.”
U werd CEO. Uw partner van het eerste uur, Philip Cracco, vertrok.
VANDENDRIESSCHE. “Ik vond dat ik het beter kon. Ik was ook veel meer aanwezig in het bedrijf.”
Zijn stijl begon te storen?
VANDENDRIESSCHE. “Wij hadden allebei een stijl die in die tijd werkte, alleen is de mijne geëvolueerd. Maar we waren complementair. Hij kon bij wijze van spreken lucht verkopen. Hij zei bijvoorbeeld dat we dat jaar vijftien kantoren zouden openen, en die gingen dan ook open. Hij was het visionaire, de sales en de marketing. Daarin was hij een rolmodel. Ik liet het toen vooral operationeel draaien.”
Hebt u fouten gemaakt?
VANDENDRIESSCHE. “Hoeveel moet je er hebben? Ik heb zeker in drie bedrijven de stekker eruit getrokken en heb toch wel een paar miljoen euro verlies moeten doorslikken. Gelukkig wordt daar nooit over geschreven ( lacht). In Spanje bijvoorbeeld hadden we veel geld gestoken, maar door de crisis van 2008 lukte het niet. We hebben ook een nannyservice gehad, en een hostessenservice. Dat is allemaal gestopt, en dan moet je heel wat mensen teleurstellen.”
U hebt een prijs moeten betalen voor uw carrière. U hebt gezegd dat uw work-life balance bepaald niet ideaal is geweest.
VANDENDRIESSCHE. “Dat klopt, maar de nieuwe generatie zal dat helemaal anders invullen, allicht ook terecht. Misschien ben ik de domste hier, die altijd maar werkt. De jongeren staan niet van ‘s morgens tot ‘s avonds in hun bedrijf. Die gaan daar verstandiger mee om. Ik ben dan ook een babyboomer. Die generatie was zo. Ik had thuis nooit anders gezien dan werken. Als ik ziek was, moest ik zelf aspirine halen, zelf zorgen voor warme soep. Ik was liever op school, daar was meer ambiance.”
Waarom bent u niet in de verpleging doorgegaan?
VANDENDRIESSCHE. “Ik zat vol leven en enthousiasme, en plots kwam ik als 18-jarig mollig meisje dat graag plezier maakte, terecht in een wereld van pijn, wondverzorging en sterven. Ik werd geplaatst in moeilijke afdelingen waar mensen heel zwart en pessimistisch keken naar hun leven, en vroeg me af of dat echt iets voor mij was. Ik ben toen toerisme gaan studeren, wat echt leuk was, en ook veel met mensen werken. Maar verpleegkunde heb ik altijd bewonderd. We zijn trouwens een verpleegkundige dienst aan het opstarten, ook om verpleegkundigen vanuit het buitenland te halen.”
Overweegt u nooit te rentenieren, andere dingen te doen?
VANDENDRIESSCHE. “En wat voor dingen? In de zon gaan liggen? Sport? Ik ben niet bepaald sportief aangelegd.”
Misschien in het tuincentrum van uw broer helpen?
VANDENDRIESSCHE. “Dat doe ik soms nog wel, om nederig te blijven. Ik wil absoluut vermijden dat ik begin te zweven. Niet dat dat gevaar echt bestaat, maar op de duur verlies je soms wel… ik heb een dame die mijn boodschappen doet en kookt. Op de duur weet je niet meer wat de prijzen zijn, en dat wil ik voorkomen.”
U hebt uw 27-jarige zoon nooit verplicht in het tuincentrum te werken?
VANDENDRIESSCHE. “Neen, hij is piloot, voor TUI. Eind deze maand vertrekt hij trouwens voor zes maanden naar Stockholm omdat hij een ander luchtruim wil leren kennen. Van daaruit wil hij vliegen naar Hongkong en Sri Lanka. Het was een dure opleiding. Ik zei hem dat hij zes maanden had om een job te vinden, want dat ik hem anders bij Accent zou plaatsen ( lacht). We hebben hem hier wel sollicitatietraining gegeven, en het is hem gelukt. Hij vertelt wel niet wie ik ben. Hij is heel bescheiden, wat ik zalig vind. Dat is mijn grootste verwezenlijking.”
Tot slot, wat zijn uw passies?
VANDENDRIESSCHE. “Zo weinig mogelijk sporten ( lacht). Ik heb een personal trainer die twee dagen in de week komt. Ik vloek er soms op, maar doe toch de deur open. Maar ik reis bijzonder graag, mensen ontmoeten, kijken hoe Chinezen of Amerikanen het doen. Het is telkens een beetje een studiereis. En start-ups, het ondernemen, zijn ook een passie. Je hebt mensen die in oude auto’s of wijn investeren. Wel, ik investeer graag in bedrijven.”
Bio
· Geboren in Roeselare op 23 mei 1964
· Gehuwd, een zoon
· Studeerde verpleegkunde en toerisme, is een tijd receptioniste op een camping
· Startte in human resources bij Adia (nu Adecco)
· 1995: oprichting Accent Jobs, samen met Philip Cracco
· 2012: oprichting House of HR, Naxicap stapt in het kapitaal
· 2014: Cracco verlaat het bedrijf
· 2014: oprichting Stella P
· 2018: co-oprichter We are Jane
· Co-eigenaar Redmore, Effect Werkt, Vialegis, TimePartner Holding, tec, Continu, Abylsen, Covebo, Home Maid, Logi-technic, Peak6
· Bestuurder JBC, ORAC, Televic, Voka, EnergyVision, Guberna; lid van adviesraad De Rocker Logistics; mentor The Birdhouse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
House of HR
-
Maatschappelijke zetel:
Kortrijk
-
Sector:
Holdings