LA FILLE DE FER

Het begon allemaal met Margaret Thatcher op het einde van de jaren zeventig. De meeste politici van het Europese vasteland spuwden haar strak marktgericht beleid uit. Vandaag behoren voor zowat alle Europese regeringen flexibiliteit en betere marktwerking tot de kernpunten van het tewerkstellingsbeleid. Alle Europese regeringen, behalve dan de nieuwe Franse regering van de socialist Lionel Jospin. Met minister van Tewerkstelling en Solidariteit Martine Aubry als grote roergangster duikt de regering-Jospin opnieuw het hippietijdperk in. Martine, la fille de fer zoals de Sunday Times haar onlangs omschreef, schiet steevast in een Franse colère als ze wordt geconfronteerd met het ideeëngoed van Margaret, the iron lady.

Verhoging van het wettelijk opgelegd minimumloon, 350.000 bijkomende jobs in overheidsdiensten voor de jongeren (30 % van de Franse jongelui is werkloos), algemene invoering van de 35-urenweek tegen het jaar 2000 en (nog) zwaardere belasting van overuren : Martine Aubry heeft meteen haar stempel op het beleid van de regering-Jospin gedrukt. Deze maatregelen vormen een integraal onderdeel van het door haar gepropageerde nieuwe maatschappijmodel. Begin dit jaar schreef ze die visie neer in het boek ” Il est grand temps” een werk waarvan het militantisme afdruipt. Weg met het liberalisme, dood aan Le Pen en zijn kornuiten en leve de overheidsinterventie : rond deze kreten bouwt Martine Aubry haar nieuwe maatschappijmodel.

In een interview eind februari 1997 met de Franse krant Libération specifieerde Aubry zowel haar doelstellingen als de middelen nodig om die doelstellingen te bereiken : “Fundamenteel gaat het om een grote fiscale herschikking. Kapitaal ontsnapt vandaag grotendeels aan belastingen, terwijl arbeid loodzwaar wordt belast. Er moet dus een veel hogere belasting op kapitaal komen. Daarmee kunnen we dan de lasten op arbeid verminderen en zodoende de tewerkstelling stimuleren. Op dezelfde manier moeten we ook de middelen verwerven om in te spelen op de nieuwe behoeften inzake veiligheid, huisvesting, gezondheid, opvoeding enzovoort.”

Geboren in 1950 als dochter van Jacques Delors, socialistische éminence grise en voorganger van Jacques Santer als voorzitter van de Europese Commissie, bewandelde Martine Aubry een opleidingspad dat typisch is voor de Franse elite. In 1972 studeert ze af aan het Institut d’Etudes Politiques en drie jaar later aan de Ecole Nationale d’Administration. Sociaal recht is haar specialiteit. Onmiddellijk na haar studies begint zij haar carrière op het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling, waar ze al in 1981 adjunct-kabinetschef wordt van minister Jean Auroux.

In februari 1989 stapt ze uit de politiek en wordt adjunct-algemeen directeur bij Pechiney. Deze Franse chemiereus wordt op dat ogenblik geleid door Jean Gandois. Aubry liet er weinig twijfel over bestaan dat dit “uitstapje” naar het zakenleven slechts een tijdelijk karakter had. Als politica van links met grote ambities achtte ze het noodzakelijk om de werking van de andere zijde van binnenuit te leren kennen.

Dit wat subversieve, dogmatisch denken rond eerder marxistische kernideeën typeert Martine Aubry ook vandaag nog. Haar dialectisch denken belet haar bijvoorbeeld niet om actief te lobbyen binnen de Franse zakenwereld om voldoende middelen bij elkaar te krijgen voor de oprichting van de sociale drukkingsgroep FACE ( Fondation Agir Contre l’Exclusion).

In mei 1991 verliet ze Pechiney en werd in de regering van Edith Cresson voor de eerste keer minister van Arbeid en Tewerkstelling. De Franse socialisten werden in de verkiezingen van 1993 Cresson was dan al vervangen door Pierre Bérégovoy evenwel van de politieke kaart geveegd. Maar dit jaar kwam de kentering : de nieuwe socialistische voorman Lionel Jospin gaf president Jacques Chirac flink lik op stuk tijdens de parlementsverkiezingen. Chirac had die vervroegd uitgeschreven om zijn majorité de droite veilig door de woelige Maastricht- & EMU-waters te loodsen.

Nauwelijks stond de socialistische verkiezingsoverwinning vast, of de naam van Martine Aubry circuleerde reeds in alle media als een certitude voor een belangrijke ministerpost binnen de regering-Jospin. Alhoewel ze gekend staat als een workaholic, valt haar benoeming lang niet bij iedereen in goede aarde binnen de Franse Parti Socialiste. In juni 1995 maakte Martine Aubry immers vrij onverwacht haar opwachting als eerste adjunct van Pierre Mauroy, burgemeester van Rijsel. Toen deze haar bij de parlementsverkiezingen op een verkiezingsplaats dropte in zijn arrondissement waardoor ze nagenoeg zeker was dat ze zou worden verkozen zette dit heel wat kwaad bloed. De lokale socialistische krijgers en hun achterban vonden dat het de énarque parisienne toch wel wat al te gemakkelijk werd gemaakt. Het is misschien nuttig er even aan te herinneren dat Pierre Mauroy de eerste premier was die aantrad onder president François Mitterrand. Maar enkele jaren later werd Mauroy door Mitterrand bedankt, omdat het economisch beleid gericht op nationalisaties en keynesiaanse stimulering van de Franse economie een compleet fiasco werd.

De rol van nummer twee binnen de ploeg-Jospin neemt Martine Aubry met veel verve waar. Haar grootse plannen brachten haar evenwel snel in conflict met Dominique Strauss-Kahn, de superminister die onder meer de verantwoordelijkheid draagt voor de begroting. Strauss-Kahn beseft maar al te goed dat Aubry’s plannen om op een grootschalige manier belastingen te heffen op kapitaal niet alleen nagenoeg-onrealiseerbaar zijn, maar ook zeer nefast voor de toekomstige groeimogelijkheden van de Franse economie.

Voor Strauss-Kahn vormen de wat “wilde” plannen van Martine Aubry dan ook een bedreiging voor de precaire situatie van de Franse publieke financiën. Alleen met veel cosmetica kan Frankrijk dit jaar de fameuze 3 %-begrotingsnorm halen. Aubry, zo hoort men van andere Franse ministers, neemt de electorale beloftes van Jospin wat al te letterlijk. In deze situatie zit immers stof voor een politiek-familiale soap. Vader Jacques Delors behoorde tot de grote voorvechters van de Europese Monetaire Unie met het bijhorende Verdrag van Maastricht. Ondermijnt dochter Martine Aubry dit project met haar eigenzinnige, nieuwe maatschappijmodel en het daarbijhorende tewerkstellingsbeleid ?

Johan Van Overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content