Groene economie als spil van Europees herstelplan
John Maynard Keynes is weer ‘in’. De financiële crisis en de economische recessie leiden tot een daling van de vraag. De laatste decennia was een monetaire politiek het klassieke antwoord. Een verlaagde rente maakt sparen minder aantrekkelijk, wat leidt tot meer consumptie en meer investeringen. Maar momenteel is het monetaire wapen zo goed als uitgeblust.
Daarom komen Keynes en zijn idee om de overheidsbestedingen te verhogen opnieuw op de proppen. Omdat gezinnen en bedrijven niet meer in beweging te krijgen zijn, moet de overheid het dan maar doen. Een keynesiaanse politiek krijgt vandaag zelfs bij veel liberale economen de goedkeuring.
China heeft al een stimuleringsplan van 460 miljard euro aangekondigd. Obama lanceert in januari een plan, dat volgens waarnemers goed zou zijn voor 600 à 700 miljard dollar (470 à 550 miljoen euro). In Europa zou woensdag een plan moeten voorgesteld zijn van 130 miljard euro, of 1 procent van het Europees bbp (deze lijnen werden dinsdag geschreven).
De keynesiaanse recepten hebben wel mee de crisis van de jaren dertig bezworen, maar laat ons sommige fouten van het verleden toch niet opnieuw maken. Keynes is vaak misbruikt om onproductieve overheidsuitgaven te vergoelijken. Wat alleen maar heeft geleid tot grotere begrotingstekorten.
In klassieke keynesiaanse plannen spelen infrastructuurwerken een grote rol. De betonlobby heeft de eurotekens al in de ogen twinkelen. In een modern stimuleringsplan horen die grote plannen niet thuis. Grote infrastructuurwerken hebben al snel drie jaar nodig vooraleer ze opgestart geraken. Tegen dan is de recessie waarschijnlijk voorbij. Bovendien moeten we op zoek naar een nieuwe motor voor de wereldeconomie. Infrastructuur is dat niet.
Wat dan wel? Kijken we eerst naar de korte termijn. Daar zijn fiscale maatregelen van belang. Op Europees vlak denkt men aan een btw-verlaging. Die kan zorgen voor een directe boost van de consumptie. Het Verenigd Koninkrijk heeft al aangekondigd de btw met 2,5 procentpunt te verlagen. Duitsland wil dat echter niet doen en ook in België is er geen animo voor.
Fiscaal kunnen ook lastenverlagingen voor zowel gezinnen als bedrijven helpen. In de VS zal Barack Obama een aanzienlijke lastenverlaging doorvoeren voor de lage en middenklasse. Probleem is wel dat je niet zeker weet of die verlaging niet opgepot wordt in plaats van uitgegeven.
De hoofdmoot van een stimuleringsplan moet het ontwikkelen van een nieuwe motor voor de economie zijn. Vastgoed en financiën hebben de jongste jaren gezorgd voor welvaart en jobs. Daar is nu een halt aan toegeroepen. De groene economie moet voor de aflossing zorgen.
Met de klimaatveranderingen zijn we trouwens verplicht zwaar te investeren in het milieu. Het is een kwestie van, letterlijk, leven en dood. De financiële crisis leek de klimaatplannen als eerste slachtoffer te vinden. Dat zou een historische vergissing zijn.
De ontwikkeling van alternatieve energieën moet verder aangemoedigd worden. In Duitsland is hernieuwbare energie al goed voor 250.000 banen. Tegen 2020 moet die sector groter zijn dan de auto-industrie. In België is windenergie een speerpunt met bedrijven als Electrawinds en C-Power. Zij kunnen nog meer de wind in de zeilen krijgen met een groen economisch stimuleringsplan. De ontwikkeling van hybride en elektrische wagens aanmoedigen, is een ander spoor dat gevolgd kan worden. Dat is nuttiger dan zomaar geld te pompen in bedrijven als General Motors, louter om hun stommiteiten uit het verleden goed te maken.
Wil Europa echt vooraan staan in de groene economie, dan moet er wel een gecoördineerd stimuleringsplan komen. Nu volgt iedere lidstaat zijn eigen politiek. De optelsom van nationale plannen mag dan wel 1 procent van het Europese bbp vertegenwoordigen, een Europees plan is het daarmee nog niet.
Probleem is echter dat voor nogal wat landen deze stimuleringspolitiek niet zo eenvoudig om volgen is. Hun begroting laat dat niet toe. Dat geldt zeker voor België, wat begin deze week nog eens door premier Yves Leterme bevestigd werd. Voor België is 1 procent van het bbp investeren dan ook een aartsmoeilijke opdracht. Als klein landje hebben we wel het voordeel dat we via export kunnen profiteren van de buitenlandse plannen.
Voor Leterme volstaan de al gemaakte afspraken met de deelstaten. Vlaams minister Vandenbroucke verklaarde onlangs dat “Keynes alleen in Vlaanderen werkt”. Omdat Vlaanderen de enige overheid is die geld heeft. Dat wordt ongetwijfeld een stevige communautaire test, want Wallonië is altijd al erg jaloers geweest op maatregelen die exclusief voor Vlaanderen gelden. (T)
de auteur is hoofdredacteur.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier