Naar een klimaatneutrale economie: de weg voor de elektriciteitsproductie
Deze sector staat voor de kwadratuur van de cirkel.
Waarover gaat dit?
EnergyVille rekende uit hoe België zijn netto-uitstoot van koolstof kan reduceren tot nul tegen 2050 mét het integrale behoud van de industrie (lees meer). Wat u hieronder leest, is de weg voor de elektriciteitsproductie.
Lees ook de weg voor de industrie, voor de gebouwen en voor de transportsector.
De elektriciteitsproductie moet verdubbelen tegen 2050, maar uiteraard moet ook hier de netto-uitstoot naar nul. “En dat is een zeer moeilijke combinatie. Deze sector speelt dus een grote rol in het bereiken van de eindbestemming”, zegt Pieter Lodewijks.
Het model, dat rekening houdt met de uitbatingsverlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3 met tien jaar, kiest resoluut voor hernieuwbare energie. Pieter Lodewijks: “Tegen 2030 gaat het model voor een verviervoudiging van de capaciteit van zonne-energie en voor een verdubbeling van de capaciteit van windenergie, zowel op zee als op land. Er zijn ook meer flexibele gascentrales nodig om de vraag en het aanbod op elkaar af te stemmen. Het gaat om 8 gigawatt bestaande en nieuwe gasturbines, en warmte-krachtkoppeling.”
Richting 2050 schakelt het model nog een versnelling hoger. “In het gebalanceerde scenario gaat het model voor een volledige benutting van de capaciteit voor hernieuwbare energie in België. Dan spreek je over 100 gigawatt aan zonnepanelen. Dat betekent dat je zonnepanelen plaatst op elk dak dat daarvoor geschikt is. Ook de capaciteit voor windenergie op land wordt volledig benut. In België is dat ongeveer 20 gigawatt. Dat betekent dat je op elke geschikte plek windmolens plaatst. De offshorecapaciteit hebben we op 8 gigawatt geprikt, in overeenstemming met de huidige federale plannen. Die capaciteit wordt volledig benut. Het systeem wordt tegen 2050 dus gedomineerd door hernieuwbare bronnen, met daarnaast 8 gigawatt aan flexibele capaciteit die tegen 2050 op synthetische moleculen draait. Dat kan eventueel waterstof zijn.”
Lees verder onder de grafiek
In dit gebalanceerde scenario is de toegang tot windenergie van de Noordzee beperkt. Het model mag ook geen gebruik maken van kernenergie van de vierde generatie, de zogenoemde SMR-technologie die koolstofvrije én stuurbare elektriciteitsproductie mogelijk maakt vanaf 2045 en voldoet aan de Europese taxonomieregels voor nieuwe nucleaire technologie. Als je het model wel laat snoepen van deze mogelijkheden, dan kiest het voor een andere oplossing via een doorgedreven elektrificatiescenario. Pieter Lodewijks: “Als we het model 16 gigawatt extra toegang geven tot windenergie in de diepe Noordzee, dan kiest het voor een volledige benutting van die extra capaciteit tegen 2050. Het model maakt ook vanaf 2045 gebruik van 6 gigawatt kernenergie van de vierde generatie.”
Opnieuw, het model kiest voor meer windenergie en kernenergie omdat deze keuzes het vriendelijkst zijn voor de energiefactuur. Pieter Lodewijks: “Dat komt omdat windenergie diep op de Noordzee volop beschikbaar is. In dit scenario heb je dan de helft minder zonnepanelen en windmolens op land nodig. Die windmolens diep in de Noordzee draaien 60 procent van de tijd op vol vermogen, zonnepanelen in België slechts een goeie 11 procent. Als het model onbeperkt toegang krijgt tot offshorewindenergie, dan kiest het daar resoluut voor. Tot 40 gigawatt zelfs. Dan wordt zelfs nieuwe nucleaire capaciteit uit de markt geduwd. Het is echter heel lastig om die enorme hoeveelheden windenergie op land te krijgen. Dat vraagt een enorme uitbreiding van het transmissienet.”
De kerncentrales van de nieuwe generatie zijn voor het model heel interessant omdat de productie stuurbaar is. Pieter Lodewijks: “Die technologie mag zelfs veel kosten. Het model houdt rekening met een kostprijs die vergelijkbaar is met die van de grote kerncentrales die vandaag gebouwd worden. Het was voor ons ook verrassend, maar ook dan blijft het model voor deze stuurbare kernenergie kiezen, omdat je de nodige flexibiliteit anders moet leveren met dure investeringen in de distributienetten, en/of meer batterijcapaciteit, en/of investeringen in elektrolysecapaciteit om waterstof te maken, en/of vraagsturing.”
Peter Claes merkt op dat deze conclusies de kracht van het model aantonen. “Het model zegt dat hernieuwbare energie het goedkoopst is of wordt, zeker gegeven de stijgende CO2-prijs. Dat is echter niet-stuurbare productie. Dat probleem kun je met batterijen, waterstof en vraagsturing oplossen, maar dat is een zeer dure oplossing. Kernenergie van de vierde generatie biedt een goedkopere oplossing zodra die beschikbaar is. Het model toont dus hoe we de elektriciteitsproductie op de goedkoopste manier koolstofneutraal kunnen maken. Dat is de essentie.”
De mogelijkheid om te investeren in de volgende generatie kernenergie ligt politiek gevoelig, maar Peter Claes wil de discussie niet verengen tot een pro of contra kernenergie. “We zijn als federatie technologieneutraal, maar dit soort kernenergie kan de klimaattransitie voor een land als België aanzienlijk minder duur maken. Het model kiest in zowat elk scenario voor deze kernenergie. We vragen enkel om geen enkele technologie a priori uit te sluiten.”
Lees meer:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier