Limburger Koen Timmers wil miljard mensen bereiken met klimaatonderwijs: ‘Dit zou eigenlijk een no-brainer moeten zijn’
De Limburger impactondernemer Koen Timmers doorliep een wonderlijk traject, gaande van een school in een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld tot een internetplatform waar leerkrachten en hun leerlingen over de hele wereld oplossingen voor de klimaatcrisis verzinnen. De volgende doelstelling is een miljard mensen te bereiken met klimaatonderwijs.
Op een educatieve conferentie in het hoofdkwartier van Microsoft in Seattle hoorde Koen Timmers – toen docent webdesign, nu coördinator van Tag, een ngo voor klimaatonderwijs – voor het eerst van Kakuma Refugee Camp. In het kleine Keniaanse dorpje richtten de Verenigde Naties aan het begin van jaren negentig een vluchtelingenkamp op. Door de grote toestroom van mensen uit Soedan en Ethiopië groeide het in geen tijd tot een officieuze en geïmproviseerde stad van 200.000 mensen. De Limburgse leraar begon met een laptop in het kamp les te geven. Een half jaar later had hij een netwerkje opgebouwd van 100 leerkrachten uit 45 landen.
Het project in Kakuma vergde heel wat veerkracht van Timmers: “Op de moeilijkste momenten in mijn leven heb ik niet opgegeven. Ik kon de mensen die bij het project betrokken waren, toch niet in de steek laten? In Kukuma had ik bijvoorbeeld mijn eigen laptop opgestuurd en had ik één contactpersoon. Die laptop werd gestolen en van mijn contactpersoon hoorde ik plots niets meer. Je geeft het project dan toch nog een kans, en dan komt er een groep mensen die tien laptops doneert en ze zelf opstuurt. Daar heb ik geleerd dat als je niet opgeeft, iets veel groter kan worden dan je ooit voor ogen had.”
Overal aanwezig
Het project bleef groeien. Een Argentijnse leerkracht werd uitgenodigd door de Amerikaanse onderzoeksuniversiteit MIT. Koen Timmers kreeg van het Belgische architectenbureau DMOA de vraag om een school te bouwen in Kakuma. Het werden er meteen twee. Zonnepanelen zorgen er voor elektriciteit en er is technologie om een lokaal internet van vijftig computers te laten draaien. De lessen zijn geen eenrichtingsverkeer. Leerkrachten en hun leerlingen uit pakweg de VS of Portugal delen weliswaar hun kennis met de vluchtelingenkinderen in Kakuma, maar het omgekeerde geldt evenzeer. Door met vluchtelingen te praten en inzicht te krijgen in hun leven, verandert de mindset van de leerlingen in de deelnemende landen.
Dat inzicht lag mee aan de basis van het Climate Action Project, dat Koen Timmers in 2017 boven de doopvont hield. Vertrekkend van het idee dat onderwijs bij uitstek geschikt is om wereldproblemen te helpen oplossen, richt Koen Timmers zich op de grootste uitdaging van onze tijd, de opwarming van de aarde. Het Climate Action Project werd een gemeenschap van 250 leerkrachten over de hele wereld. Op een internetplatform kunnen leerkrachten ervaringen kunnen uitwisselen, video’s, artikels of presentaties delen, en vooral de creatieve vondsten van hun leerlingen tonen.
Het Climate Action Project telt ondertussen 4,5 miljoen deelnemers in 162 landen. Een miljard mensen bereiken is het zeer ambitieuze doel. “Ik heb mijn doelstellingen vaak te laag gezet”, verklaart Timmers. “Ik dacht ooit dat één miljoen veel is, maar als je dat doel dan behaalt, heb je een probleem. Want wat dan? De overheid van Peru wil bijvoorbeeld dat we 80 procent van alle leerlingen bereiken met ons project. Dan zit je snel aan dat soort aantallen. Ik ben ervan overtuigd dat zulke dingen exponentieel groeien. Ik ben ooit gestart met 250 scholen, na enkele jaren kwam ik aan honderdduizend leerlingen, dan een miljoen, nu zitten we aan 4,5 miljoen. Ik heb zo’n groot doel ook nodig om gedreven te blijven. Er zijn ook twee scholen op Antarctica. We zijn op alle continenten aanwezig.”
Bioplastic
De leerlingen staan centraal in het Climate Action Project. Zij kunnen het leerproces zelf sterk sturen. Het leidde tot een vloed aan creatieve oplossingen om met de klimaatverandering om te gaan. “In India zijn veel leerkrachten ook ingenieur. Eén van hen had met de leerlingen een gocart op zonnepaneeltjes gemaakt. Een leerkracht uit een ander land leerde ons dat je makkelijk zelf bioplastic kunt maken uit melk en azijn. Daarmee kun je dan een soort Lego-figuurtjes maken. Het is heel leuk om dat te leren aan kinderen. Ze zien dat het plastic weer ontbindt wanneer ze die figuurtjes in het water gooien. Kinderen leren zo ook dat niet alle plastic slecht is, maar dat vooral single use plastic een probleem vormt.” Dat je het onderwijs gebruikt om kinderen dat soort zaken aan te leren, vindt de Limburgse karateka – zwarte gordel – vanzelfsprekend.
We forceren de mensen nu om snel dure elektrische wagens te kopen, maar wat voor zin heeft dat als die mensen niet weten waarom dat belangrijk is.
De aanpak in onze maatschappij is wachten tot er een probleem ontstaat, en er dan veel geld tegenaan gooien zonder dat de mensen weten waarom, hekelt Koen Timmers: “We forceren de mensen nu om snel dure elektrische wagens te kopen, maar wat voor zin heeft dat als die mensen niet weten waarom dat belangrijk is? Zo creëer je weerstand en gaan mensen op politieke partijen stemmen die zeggen dat ze niet achter elektrische wagens staan. Hetzelfde gebeurt als je de maximumsnelheid verlaagt zonder uit te leggen dat zo de CO2-uitstoot vermindert. We laten de zaken altijd te veel op hun beloop. Terwijl het toch eigenlijk een no-brainer zou moeten zijn om onderwijs te gebruiken daarvoor. Het is bovendien een vrij goedkope oplossing.”
App
In zijn boek Game Changer uit 2022 legt Timmers uit hoe hij de vierde industriële revolutie – met nieuwe technologie als AI, robotica, 3D-printing of via sensoren met het internet verbonden toestellen – als een kans ziet. Computers zullen mensen niet vervangen, maar in de wereld van de vierde industriële revolutie zal ieder mens vijf cruciale vaardigheden moeten hebben: creativiteit, kritisch denken, samenwerken, empathie en probleemoplossend denken. Louter kennis doorgeven via het onderwijs is dan achterhaald. Wanneer een jongere afstudeert, is wat hij of zij op school leerde wellicht alweer verouderd. Om die vijf vaardigheden aan te leren, is meer technologie op maat van het onderwijs nodig dan wat nu voorhanden is.
Creativiteit, kritisch denken, samenwerken, empathie en probleemoplossend denken worden cruciale vaardigheden voor iedere mens.
Een goed voorbeeld van hoe je technologie op een positieve manier kan gebruiken bij lessen over klimaatverandering, is de EarthProject-app die het Climate Action Project ontwikkelde samen met Deloitte Foundation. De app berekent de CO2-uitstoot per actie die je onderneemt – ledlampen in plaats van gloeilampen, de fiets nemen naar school in plaats van de auto, enzovoort. Er zit gamification in verwerkt, met badges, uitdagingen en verschillende niveaus.
Lego
Het Climate Action Project groeide uit tot een beweging, er kwam ook een Climate Action Day. Het project was te groot geworden om met vrijwilligers te trekken. Timmers vond in de Amerikaanse professor Jennifer Williams – oprichter van het Teach SDGs-netwerk – een partner om in 2019 samen de ngo Take Action Global (Tag) op te richten. Het duo leidt de organisatie, die nu zo’n vijftien werknemers telt.
“Ik vond het niet fijn de hele tijd met de financiering bezig te zijn om het team te kunnen betalen. Daardoor ben ik vorig jaar ook de voeling met de leerkrachten en het netwerk een beetje verloren”, zegt Timmers. “Toen iemand me vroeg wat ik het knapste vond dat de voorbije maanden gebeurd was in het project, kon ik geen antwoord geven. Waar ben ik mee bezig, dacht ik op dat moment. Ik heb me toen voorgenomen een heel jaar geen lezingen te geven, zodat ik de voeling met de leerkrachten en het project kon terugkrijgen. Inmiddels is ook de financiering van de ngo in orde. De grootste inbreng komt van de Deense speelgoedfabrikant Lego, maar we we hebben sterk gediversifieerd zodat we niet in de problemen komen.” De ngo verwerft eigen inkomsten door onderwijsprojecten binnen te halen, bijvoorbeeld in Amerikaanse staten die klimaatonderwijs verplicht maken in scholen en daarvoor projectsubsidies uitschrijven.
Changemakers
Ondertussen blijft de impactondernemer zelf dingen in elkaar zetten: “Mijn passie is coderen, websites maken, aan de slag gaan met AI. Mijn zoon gamet. Ik ken daar niets van en ik vroeg hem om dat uit te leggen. Ik wou weten waarom games als Fortnite. Ik heb toen zelf een lesprogramma gemaakt, dat Epic Games, het bedrijf achter Fortnite, gepubliceerd heeft. Leerlingen wereldwijd gebruiken nu dat programma. Het gaat niet over mij, maar over wat de leerlingen daarmee doen. Leerkrachten maken daar op hun beurt zoveel meer van. Ik heb nooit gezegd tegen leerkrachten ‘maak eens iets uit bioplastic’. Dat idee kwam van hen zelf. Ik ben er trots op dat ik ook van hen een beetje changemakers (zie kader Jane Goodall, Charlize Theron en Lewis Hamilton) kan maken, puur door een platform dat de uitwisseling tussen leerkrachten mogelijk maakt.”
Jane Goodall, Charlize Theron en Lewis Hamilton
De in 1980 opgerichte ngo Ashoka is wellicht het oudste netwerk van impactondernemers ter wereld. In België werden tot nu twintig sociale ondernemers uitverkozen om Ashoka Fellow te worden. Ze worden ‘changemakers’ genoemd door Ashoka. De prestigieuze titel – die toegang verschaft tot een wereldwijd netwerk en ondersteuning – krijg je pas na een strenge selectieprocedure, waarbij juryleden uit minstens twee andere continenten aanwezig zijn om te garanderen dat het project van een kandidaat voldoende universeel is.
Koen Timmers is voorlopig de nieuwste Belgische Ashoka Fellow. Opmerkelijk is dat met Timmers en Ignace Schops – de gangmaker van het eerste Belgische nationale park Hoge Kempen – twee van die twintig uit Heusden-Zolder komen. Ze kenden elkaar niet, maar werden aan elkaar voorgesteld door de Britse primatologe en chimpanseekenner Jane Goodall.
In het boek van Koen Timmers staan tal van voorbeelden van vaak korte maar betekenisvolle ontmoetingen met bekende mensen. Door een nominatie voor de Global Teacher Prize kwam hij in contact met de actrice Charlize Theron. Hij ging op de foto met Formule 1-wereldkampioen Lewis Hamilton. Telkens probeert Timmers de paar seconden of minuten die hij heeft te gebruiken om zulke sterren iets te vragen om Climate Action Project vooruit te helpen. Meestal lukt dat nog ook. Met Rick Davis leert hij iemand kennen die betrokken is bij het internationale ruimtestation ISS. Het leidde tot een Message to Space. In 2021 stuurden leerlingen via de website van Climate Action Project een boodschap van hoop op een chip naar de astronauten van ISS.
Neemt u deel aan de derde editie van de Trends Impact Awards?
Van 21 maart tot 26 mei kunnen bedrijven – van start-ups tot multinationals – een project inschrijven voor de derde editie van de Trends Impact Awards. Dat zijn de duurzaamheidsprijzen die Trends organiseert in samenwerking met twee partners: het consultancybedrijf PwC en de businessschool Antwerp Management School. U kunt projecten inschrijven in acht categorieën: ecologie, circulaire economie, diversiteit & inclusie, technologie, welzijn, klimaat & energie, mobiliteit en veerkrachtige economie. Als de jury uw project kiest, volgt een verdediging voor die jury. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens een event. Zij mogen zich ‘Most sustainable company’ noemen. www.trendsimpactawards.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier