CO2-neutraal in 2050: zo kan het zonder onze welvaart en industrie te schaden

© Getty Images/iStockphoto
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De weg naar een koolstofvrije Belgische economie loopt langs 1,5 miljoen warmtepompen en 2 miljoen elektrische wagens in 2030, langs een zonnepaneel op elk geschikt dak, langs zo veel mogelijk windmolens op land en op zee, langs koolstofopslag en langs waterstof, en als het kan ook langs de volgende generatie kernenergie. EnergyVille rekende uit hoe België zijn netto-uitstoot van koolstof kan reduceren tot nul tegen 2050 mét het integrale behoud van de industrie.

Hoe ziet een koolstofvrije samenleving in 2050 eruit? En hoe bereiken we die eindbestemming? De onderzoekers van EnergyVille, een samenwerking van de KU Leuven, VITO, imec en de UHasselt, stelden deze vragen niet aan experts, ondernemers of politici, maar aan een model dat ze zelf gebouwd hebben, met input van 200 wetenschappers en onderzoeksprojecten.

Dat model berekent hoe je tegen 2050 op de goedkoopste manier aan de zogenoemde net zero komt, de situatie waarin de CO2-uitstoot volledig wordt gecompenseerd door de CO2-opname. “We maken dus geen beleidskeuzes. We voorspellen ook de toekomst niet. Het model berekent op basis van alle beschikbare data de mogelijke scenario’s om klimaatneutraal te worden. Op die manier berekenen we de goedkoopste route op basis van facts and figures”, zegt Pieter Lodewijks, een van de modelbouwers.

Het model kreeg op vraag van Febeliec, de belangenvereniging van de industriële grootverbruikers die de studie mee financierde, één belangrijke randvoorwaarde mee. Het mocht niet kiezen voor de afbouw van de industrie om de uitstoot te verminderen. “Het model houdt er rekening mee dat het industriële productieniveau in 2050 hetzelfde is als vandaag”, zegt Peter Claes, bestuurder van Febeliec.

Goedkoop wordt het in geen geval om de eindbestemming te bereiken. “Het is duur, heel duur of verschrikkelijk duur (zie kader onderaan En wat moet dat kosten?). Dat is een belangrijke conclusie van de studie. Als wij deze klimaatinspanning leveren en de rest van de wereld doet dat niet, dat kan dat onze industrie een pak competitiviteit kosten”, zegt Peter Claes.

Drie grote scenario’s

2050 is nog ver en de toekomst laat zich niet gemakkelijk lezen. De onderzoekers jagen daarom diverse scenario’s door het model om de gevoeligheden op andere uitkomsten te onderzoeken. Wat bijvoorbeeld als België meer toegang krijgt tot windenergie op zee buiten de Belgische grenzen? Wat als we goedkope waterstof kunnen invoeren? Wat als we in 2045 stuurbare kernenergie hebben?

Dat resulteerde in drie grote scenario’s. Het elektrificatiescenario gaat uit van een maximale productie van offshorewindenergie en kernenergie van de nieuwe generatie.

In het ‘clean molecules’-scenario kan België op grote schaal en goedkoop groene moleculen (zoals waterstof) invoeren.

Het gebalanceerde scenario ten slotte is het meest waarschijnlijke en meest haalbare. Hieronder beperken we ons grotendeels tot dat scenario.

“Tot 2030 zijn de scenario’s grotendeels gelijklopend en zijn de conclusies grotendeels dezelfde”, zegt Pieter Lodewijks. “De totale energievraag daalt tegen 2050 met een derde, onder meer dankzij de efficiëntiewinsten van een doorgedreven elektrificatie. Daardoor stijgt de vraag naar elektriciteit gevoelig, tot een verdubbeling richting 2050. Het wordt daarom van cruciaal belang om zo snel mogelijk toegang te krijgen tot zo veel mogelijk emissievrije elektriciteit. Dat kan met hernieuwbare energie, maar ook met kernenenergie of koolstofopslag. Tegen 2040 heb je zeven keer zoveel emissievrije elektriciteit nodig als vandaag.”

Alle sectoren staan dus voor grote inspanningen om de heilige graal van klimaatneutraliteit te vinden. Maar het is te doen. “In ons gebalanceerd scenario daalt de uitstoot tegen 2030 met 57 procent in vergelijking met 1990”, zegt Pieter Lodewijks, mits iedereen, van industriëlen tot gezinnen, deze wegen volgt.

Bekijk hier de inspanningen verdeeld over vier sectoren:

En wat moet dat kosten?

De rit naar klimaatneutraliteit is niet tolvrij. Tot 2040 kost de transitie 3 tot 5 miljard euro per jaar extra (of tot 1 procent van het bbp), vergeleken met een scenario zonder klimaatactie. Richting 2050 loopt de kostprijs op tot 2 à 4 procent van het bbp, afhankelijk van de route die gekozen wordt. “Dat is de kostprijs om het systeem koolstofneutraal te maken, zonder verlies aan industriële productie en zonder verlies aan comfort. Het model houdt ook geen rekening met de voordelen van klimaatactie, die wellicht veel hoger zijn dan de kostprijs”, zegt Pieter Lodewijks van EnergyVille.

In het gebalanceerde scenario loopt de kostprijs op tot 21 miljard euro extra per jaar tegen 2050. De kostprijs daalt gevoelig tot zo’n 12 miljard euro extra per jaar in een elektrificatiescenario, met grotere toegang tot windenergie op zee en tot kernenergie van de vierde generatie vanaf 2045.

Een van de belangrijkste conclusies van deze analyse is dat snel toegang krijgen tot emissievrije elektriciteit essentieel is. Lukt dat niet, dan moet er langer geïnvesteerd worden in fossiele brandstoffen, met als risico dat die investeringen na verloop van tijd onderbenut worden. Pieter Lodewijks: “Als je niet over voldoende emissievrije elektriciteit beschikt, dan moet het model bijvoorbeeld tot 2040 kiezen voor dieselvrachtwagens. Heb je die propere elektriciteit wel, dan krijg je ook in het zwaar transport een snellere elektrificatie. Met een snellere toegang tot propere elektronen, bespaar je op langere termijn tot 10 miljard euro per jaar. Onze capaciteit in hernieuwbare energie moet snel toenemen. Slagen we daar niet in, dan blijven we aanmodderen in de marge.”

© National

Partner Content