DEUGDELIJK LOKAAL BESTUUR

Dit weekend was er hevig politiek kabaal over de fiscale stop die Yves Leterme (CD&V) aankondigde. Op een Hasseltse verkiezingsjamboree had de Vlaamse minister-president beloofd dat de lokale belastingen niet zouden stijgen in de gemeenten waar de CD&V op 8 oktober aan de macht komt. “Compleet ongeloofwaardig,” vond de VLD.

De verontwaardiging van de liberalen is niet onterecht. De partij van Leterme blinkt niet bepaald uit in fiscale discipline op lokaal niveau. Gemeenten met een blauwe burgervader – of met een burgemeester uit een lokale lijst – scoren hierin veel beter. Een VLD’er met driekleurige sjerp zorgt doorgaans voor lagere opcentiemen op onroerende voorheffing en de minste toename in aanvullende personenbelasting, zo blijkt uit eigen onderzoek (zie blz. 69).

Toch kan niemand om de realiteit heen: de lokale belastingontvangsten stegen de voorbije zes jaar met 31 % tot 3,6 miljard euro. Welgeteld 170 op de 308 Vlaamse gemeenten verhoogden hun tarieven. En hieraan hebben alle politieke partijen schuld. Na elke gemeenteraadsverkiezing neemt het pas verkozen bestuur – ongeacht de kleur – een loopje met de kiezer. Het trekt de belastingtarieven omhoog om ze op het einde van de legislatuur weer wat te verlagen.

Daardoor is de fiscale druk stelselmatig gestegen. En de kans is groot dat dit spelletje opnieuw begint na 8 oktober. Daarom is de oproep van Leterme zo opvallend. In één adem koppelde hij daaraan een oude eis van het Vlaamse werkgeversplatform Voka dat de Vlaamse regering voor de volgende jaren met de lokale besturen een ‘fiscaal pact’ afsluit.

Wat er in dat handvest of contract moet staan, is niet bekend. Wel dat het pact aanleiding moet geven tot het schrappen van de bedrijfsonvriendelijke (pest)belastingen en dat de gemeentebesturen minder last zullen hebben van Vlaamse regelneverij. En om de burgemeesters tot enige discipline aan te zetten, krijgen ze (nog) meer lekkers uit het Gemeentefonds of de Vlaamse schatkist.

Er schuilt een pervers trekje achter dit laatste lokmiddel. De kans is namelijk reëel dat gemeenten die nu al lagere tarieven heffen, minder zullen krijgen van het Gemeentefonds. Spreken we hier dus over een mechanisme dat de slechtste of de beste leerlingen van de klas beloont?

Er is nog een ander – veel fundamenteler – bezwaar. Hoe kan de Vlaamse regering oordelen wat het meest efficiënte fiscale beleid is voor lokale bestuurders, als die bestuurders zelf nauwelijks weten hoe diep de zakken van hun gemeenten zijn?

Nu zondag verkiest u de bestuurders van uw gemeente. Maar u beslist niet wie van deze mandatarissen na de kiesronde een zitje krijgt in de vele intercommunales die onze gemeenten rijk zijn. Zij bedisselen dat op eigen houtje, in alle beslotenheid en zonder enige publieke verantwoording. En zij strijken daarvoor, of ze nu een bekwame bestuurder zijn of niet, de nodige zitpenningen op.

Die intercommunales zijn actief in de verdeling van elektriciteit, gas, water en kabel. Vitale diensten. Ze doen aan afvalverwerking en streekontwikkeling. Ze beheren ziekenhuizen, zwembaden en crematoria, en beschikken over een gigantisch patrimonium van gronden, gebouwen en wegen.

Maar of die activa waardevol worden aangewend, daar hebt u het raden naar. Laat staan wat de waarde ervan is. Hun balansen zijn vaak doorspekt met verborgen meerwaarden of stille reserves. Van behoorlijk bestuur is er geen sprake. Onafhankelijke bestuurders zijn er zeldzaam (of niet gewenst).

Als er in die intercommunales slecht beheerd of opgepot gemeenschapsgeld zit, horen u en ik dat te weten. En dan zijn dat middelen die aangewend kunnen worden voor publieke voorzieningen en die níét moeten worden opgehoest door extra lokale belastingen of extra manna van de Vlaamse regering.

In de marge van de gemeenteraadsverkiezingen liet CD&V weten dat het zijn lokale mandatarissen in 2007 een opleiding wil geven in deugdelijk bestuur, precies om die transparantie in intercommunales te verhogen. Dat Yves Leterme, als minister-president, daar dan werk van maakt. Hoe? Door zijn fiscale pact te koppelen aan de ultieme voorwaarde dat lokale besturen blijk geven van behoorlijk bestuur, ongeacht de blauwe, rode of oranje kleur van hun burgemeesters.

piet depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content