Bijna een op de vier werkenden werkt soms of regelmatig van thuis uit
Onder de werkende bevolking in België werkt 23,7 procent soms of regelmatig van thuis uit. Als enkel naar de loontrekkenden gekeken wordt, is dat 17,1 procent. Vrouwelijke loontrekkenden werken vaker thuis (17,8 procent) dan hun mannelijke collega’s (16,5 procent). Dat meldt Statbel, het Belgische statistiekbureau, donderdag.
De cijfers komen uit de nieuwe, meer gedetailleerde informatie uit de jaarlijkse enquête naar de arbeidskrachten (2017). Voorts werkt 34,1 procent van de werkenden soms of regelmatig ‘s avonds (16-23 uur) en 11,8 procent werkt soms of regelmatig ‘s nachts (23-5 uur). Mannen werken vaker dan vrouwen ‘s avonds en ‘s nachts.
De enquête geeft ook aan dat 36,2 procent van alle werkenden minstens 1 dag in de maand op zaterdag werkt. Voor 22,6 procent is dat minstens één zondag in de maand. Ook werkt 44 procent van de loontrekkende vrouwen deeltijds, bij de mannen werkt 11,1 procent niet voltijds. Een op de tijd loontrekkenden heeft dan weer een tijdelijk contract.
Van alle werkende Belgen zoekt 4,3 procent een andere job. Bij de werkende vrouwen zoekt 4,8 procent ander werk, bij de mannen is dat 3,9 procent. Vooral jongeren (15-24 jaar, 7,2 procent) , 24-49 jarigen (5,1 procent) en hooggeschoolden (5 procent) zoeken ander werk. De belangrijkste reden om een andere job te zoeken is andere of betere arbeidsvoorwaarden (bijvoorbeeld meer loon, nader uurrooster, kwaliteitsvoller werk; 30,8 procent). Vrouwen willen ook een betere overeenstemming met de eigen kwalificaties en mannen zoeken dan weer vaker een andere baan omdat ze vrezen hun job te verliezen.
Gemiddeld zijn tot slot in ons land 4.638.000 personen aan de slag. Statbel vergelijkt de cijfers niet met de de voorgaande jaren omdat de enquête in 2017 grondig hervormd en gemoderniseerd werd.