‘Wij zijn een zeer kleine garnaal geworden’
Er ligt de Belgische ondernemers behoorlijk wat zwaar op de maag, zo blijkt uit een enquête van Trends en KPMG.
Trends en de audit- en adviesgroep KPMG gaven ondernemers de kans in de pen te kruipen om hun problemen aan te kaarten. Klonken de klachten vertrouwd – hoge loonkosten, ondoorzichtige regelgeving, fiscale onzekerheid -, de commentaren waren een stuk spitanter.
Zo stellen ondernemers dat wie in de complexe Belgische belastingjungle iets afweet van fiscale optimalisatie, van zijn bedrijfsactiviteit bijna een bijzaak kan maken. “Ik heb de indruk dat ik meer kan verdienen met fiscale optimalisatie dan met mijn kernactiviteit”, schrijft een ondernemer. “De overheid is verkeerd bezig. Ze spoort bedrijven niet aan van creatie van toegevoegde waarde een hoofdzaak te maken.”
De hoge vennootschapsbelasting leidt tot overinvesteringen, oordeelt een respondent: “Als je constant moet investeren, ga je nog meer investeren om geen belastingen te hoeven betalen. Het resultaat is dat je geen reserves kunt opbouwen.”
Geld is een moordend probleem
De zoektocht naar geld blijkt een calvarietocht te zijn. “De beschikbaarheid van durf- en groeikapitaal is bedroevend laag”, stelt een ondernemer. “Dat is een moordend probleem. Over de banken zullen we maar helemaal zwijgen.” Vooral de kleintjes blijken het te moeten ontgelden bij de geldschieters. “Het vertrouwen van de financiële wereld in kleine bedrijven met groeiambities is zero, zeker in nichemarkten.”
Een ander klinkt iets optimistischer: “Voor interessante projecten is er altijd geld te vinden. Maar het vergt soms ingewikkelde financiële constructies en buitensporige waarborgen. Eenmaal tot een akkoord gekomen, moet je een zware juridische constructie opzetten.” Geld is bovendien duur. “De divergentie tussen de vergoeding voor het spaargeld en de tarieven van de kredietlijnen voor bedrijfsactiviteiten is schandalig”, bijt iemand.
Politieke druk
De overheid is nog altijd een kafkaiaanse doolhof. “Je ziet door de bomen het bos niet meer. Een rechtszaak tegen de stad Brussel is onbegonnen werk. Je weet niet wie je moet dagvaarden. Ze spelen de bal door, totdat zelfs je advocaat niet meer weet wie hij moet dagvaarden. Dan spreek ik nog niet over de ellenlange wachttijd eer de zaak voorkomt.”
Betaald worden door de overheid, het is ook al een stiel op zich. “Je krijgt pas je geld als er een politiek akkoord is, zelfs al is het werk opgeleverd en conform. Betalingstermijnen worden verpulverd, wat de wet ook zegt. Ik moet almaar meer mijn toevlucht nemen tot advocaten – die ook niet gratis zijn – en tot politieke druk.”
Wat brengt de toekomst? “We zijn een verzadigde markt,” zucht een ondernemer. “Groei kan alleen nog door te besparen op kosten.” Het ontbreekt ons aan de nodige pit, klinkt het elders: “Er is een absoluut gebrek aan ondernemingszin en persoonlijk initiatief in de Belgische arbeiderscultuur. We kijken te veel naar de overheid en multinationals om banen te scheppen.”
Die multinationals zullen het weldra voor bekeken houden, wordt gevreesd. “Door de globalisering en de centralisatie van hun activiteiten zullen de grote bedrijven weldra niets meer uitbesteden aan kleine, lokale agentschappen. De geniepige vernietiging van België zal ervoor zorgen dat onze markt in handen valt van de buurlanden.”
Klein is niet meer fijn, is het besluit: “Beslissingen worden genomen in de internationale hoofdkwartieren. Wij zijn een zeer kleine garnaal geworden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier