Recordjaar voor buitenlandse investeringen in België

In 2018 heeft België een recordaantal van 278 buitenlandse investeringsprojecten aangetrokken, of 29 procent meer dan het vorige recordjaar 2017. Dat blijkt uit een rapport van de internationale audit- en adviesgroep EY.
Vlaanderen haalde in 2018 de meeste buitenlandse investeringsprojecten binnen: 169 Dat is een toename met 26 procent in vergelijking met 2017. In Brussel nam dat aantal toe met 65 procent tot 61 projecten, in Wallonië met 9 procent tot 48 projecten. De investeringsprojecten waren vorig jaar goed voor 7.363 banen, waarvan 5.366 in Vlaanderen, 1.890 in Wallonië en 107 in Brussel.
Net als in 2017 waren in 2018 de Verenigde Staten de grootste investeerder in België, met 51 van de 278 opgestarte projecten. Dat is een stijging tegenover 2017, toen dat er 41 waren. Na de VS volgt Frankrijk met 44 projecten. Op de derde plaats staat Nederland met 32. Het aantal Britse investeringsprojecten in België is bijna verdubbeld van 13 naar 25. Volgens EY een mogelijk gevolg van de nakende brexit.
Politieke onzekerheid
Uit de barometer van EY blijkt dat de dienstensector, transport en logistiek, de agro-voedingssector, de digitale sector en de producenten van transportmiddelen een sterke stijging kenden in 2018 op vlak van investeringen. Met de stijging in het aantal buitenlandse investeringsprojecten ging België in 2018 in tegen de Europese trend. Europees blijft het aantal buitenlandse investeringsprojecten weliswaar hoog met 6.356 projecten, maar voor het eerst in zes jaar is er sprake van een daling (-4 procent tegenover 2017). ‘De grootste reden daarvoor is politieke onzekerheid’, aldus professor Leo Sleuwaegen, professor aan de KU Leuven. Hij wijst daarvoor onder meer op het handelsgeschil tussen de VS en China. ‘Wanneer landen zich beginnen afsluiten, doet België er zijn voordeel mee, als poort naar Europa en door zich als neutraal op te stellen. Stabiliteit is voor buitenlandse investeringen enorm belangrijk’, verduidelijkt hij.
Ondanks het recordjaar zijn de buitenlandse investeerders minder optimistisch voor de toekomst. Uit de bevraging van EY, waarbij gepeild werd naar toekomstige investeringsplannen, blijkt dat de algemene perceptie van België als investeringsvriendelijke bestemming is afgenomen. Zo geeft 10 procent van de respondenten aan van plan te zijn het komende jaar in België te zullen investeren, tegen 15 procent in 2017. Pijnpunten zijn onder meer mobiliteit en in mindere mate de vennootschapsbelasting.
Van de buitenlandse bedrijven die in België zijn gevestigd, geeft 64 procent aan dat de files en wegeninfrastructuur een negatieve invloed hebben op hun bereidheid te investeren. Mobiliteit moet volgens Tristan Dhondt, partner bij EY België, dan ook hoog op de politieke agenda blijven. Nu de vennootschapsbelasting in België is verlaagd, is de impact ervan op eventuele investeringen naar de achtergrond verschoven. ‘Nu zie je wel nog altijd bezorgdheid bij de investeerders. We bevelen dan ook aan om verder te verlagen om competitief te blijven’, aldus Dhondt.
Brexit
De brexit brengt ook mogelijke opportuniteiten mee, klinkt het. Volgens 58 procent van de respondenten zal de brexit een positieve impact hebben op de aantrekkelijkheid van België. Daarnaast kozen vorig jaar 19 buitenlandse bedrijven voor België om er hun hoofdkwartier te vestigen, wat het hoogste cijfer is sinds 2007. EY merkt op dat dit ook mogelijk kan worden verklaard door de brexit. Bijna de helft van de buitenlandse investeerders die in België zijn gevestigd, noemt de kwaliteit van de arbeidskrachten de belangrijkste overweging in hun investeringsbeslissing. Dan volgen de transport- en logistieke infrastructuur en de levenskwaliteit. Naast mobiliteit en belastingdruk haalt EY ook investeren in innovatie aan als prioriteit.
Van de respondenten oordeelt 34 procent dat inzetten op innovatie en ondersteuning van nieuwe technologieën de eerste prioriteit moet zijn van België, wil het land blijven concurreren in de wereldeconomie. Ook vindt meer dan een derde dat er op vlak van digitale vaardigheden vooral nood is aan artificiële intelligentie en robotica.