Zoek de gelijkenissen, niet de verschillen
De baas van een hotelketen die zich laat coachen door een topambtenaar: het lijkt zeer tegenstrijdig. Toch zijn hun werelden geen lichtjaren van elkaar verwijderd. In beide gevallen zijn mensen hun belangrijkste bedrijfskapitaal.
Wie verschilt op het eerste gezicht meer van elkaar dan een topambtenaar en de manager van een hotelketen? Toch hebben Frank Van Massenhove (57), de topambtenaar die de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid leidt, en Joeri Beusen (33), de managing director van de hotelketen Mondo Hotels, besloten om samen te werken in het VMA-project Jonge Managers, Wijze Mentors. Daarbij worden jonge managers aan de start van hun carrière samengebracht met een mentor. De jonge manager kan rekenen op de coaching van een topleider; de ervaren mentor krijgt een klankbord van een jonge manager.
“Het is niet omdat we beiden kaal zijn dat we elkaar gevonden hebben”, lacht Van Massenhove. “Maar ernstig. Ik ken het hotelwezen enkel als klant. De overheidssector is op vele vlakken totaal anders. Als een van de hotelmedewerkers slecht-gezind is, geldt dat meteen voor twintig klanten. Op mijn administratie is dat niet zo. Ik zou niet gedurfd hebben wat Joeri doet. Voor hetzelfde geld is hij failliet. Al moet je je in beide situaties wel de vraag stellen: hoe stuur je mensen aan? En daar zie ik een duidelijke gelijkenis met de overheidssector. Een leider moet de mensen warm maken voor hun job.”
Toch blijven de verschillen groot. Een overheidsadministratie heeft een zeer rigide structuur. Voor een buitenstaander vloekt flexibiliteit met overheid. In de horeca is het net omgekeerd. Een hotel of restaurant waar alles in een klemmend carcan wordt gestoken, zal niet lang overleven.
Een moderne overheidsmanager
Dat Van Massenhove en Beusen elkaar toch gevonden hebben, valt wel te begrijpen als we hun carrière bekijken. Frank Van Massenhove is een echte commis d’état. Aan het einde van de jaren zeventig begonnen als inspecteur tewerkstellingsprogramma’s bij het ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, werkte hij later voor verschillende Vlaamse ministers van Werk, werd hij kabinetschef van de Gentse burgemeester Frank Beke en van Frank Vandenbroucke, toen die minister van Sociale Zaken en Pensioenen was. Sinds 2002 is hij topman van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid.
Maar Frank Van Massenhove is wel een atypische topambtenaar. Wie het gebouw van de Sociale Zekerheid binnenstapt, merkt direct dat dit niets te maken heeft met de clichés die de ronde doen over een overheidsadministratie. Hier geen stoffige kantoren en ook letterlijk geen kleurloos interieur. Van Massenhove, die een frisse wind wil doen waaien in de administratie, heeft voor een fleuriger aankleding gekozen. Maar ook ten gronde verschilt deze administratie van andere overheidsorganisaties. Hier is sprake van glijdende werkuren en van ambtenaren die een paar dagen per week thuis kunnen werken. De meeste ambtenaren hebben zelfs geen vaste werkplek. De federale overheidsdienst Sociale Zaken wordt beschouwd als een voorbeeld van een administratie voor de 21ste eeuw. Van Massenhove kreeg in 2007 dan ook de titel Overheidsmanager van het Jaar.
Joeri Beusens curriculum leest dan weer als een overzicht van de belangrijkste hotelketens. Hij was onder andere aan de slag bij Hilton Hotels, Hotel Amigo en Conrad Hotel. Sinds november is Beusen managing director van Mondo Hotels. Een people’s business bij uitstek en in die zin lijkt een hotelketen dan toch op een administratie. Beusen: “Ik help bij het personeelsmanagement. Mensen aansturen is een belangrijk deel van een dagtaak. Is het personeelsbeleid in de horecasector zo complex? De horeca is niet ingewikkeld. Je hebt behoefte aan mensen met de juiste kwaliteiten. Er wordt weleens gezegd dat het grote verloop in de horecasector een probleem is, maar dat klopt niet. Hetzelfde geldt voor de theorie dat het zeer moeilijk is om horecapersoneel te vinden. Brusselse hotels maken gebruik van hun netwerk als ze bijvoorbeeld een nieuwe receptioniste nodig hebben. Wel is het eerder uitzonderlijk dat iemand tien jaar in eenzelfde hotel werkt.”
Organisch overleggen
En dat terwijl de overheidssector vooral werkt met statutairen die een hele carrière als ambtenaar doorlopen. En veel ambtenaren komen, in tegenstelling tot hotelbedienden, niet constant met de klanten in contact. Toch wil Van Massenhove tijdens de begeleiding vooral de nadruk leggen op de gelijkenissen tussen wat mentor en coach doen. Dat is ook relevant in de gesprekken die beide heren voeren. Van Massenhove: “Net als in de hotelsector zoeken we mensen met specifieke competenties die in team kunnen werken. Het gebeurt in de horeca dat ze gedurende een week krankzinnig doorwerken. Dan is goed leiderschap nodig. Dat geldt ook voor de overheid.”
Van Massenhove en Beusen zitten als mentor en gecoachte niet structureel en op een geforceerde manier op bepaalde tijdstippen samen. Alles moet organisch gebeuren. Beusen: “Wij wisselen vooral ervaringen uit. We hebben elkaar nu twee keer gezien. De eerste keer was eerder een grondige kennismaking, waar we elkaars ervaringen zowel persoonlijk als professioneel bespraken. Zowel Franks opstart bij Sociale Zekerheid, als mijn opstart bij Mondo Hotels. Wat gebeurt er? Hoe gaan we hiermee om? Hoe zien we dit met managementleden? Een open gesprek waar we elkaar vooral leren kennen. Dat gesprek gebeurde in Brussel om het Mondo Leopold tegelijkertijd voor te stellen.”
Een tweede gesprek vond in Antwerpen plaats. Er was geen concreet onderwerp afgesproken. “Onze gesprekken blijven eerder ongestructureerd en informeel”, zegt Beusen. “Maar altijd eerlijk en open. Voor mij is is dit perfect en ook datgene wat ik zoek in een mentor. Een mentor zie ik meer als iemand die persoonlijk de hoeken rond maakt, eerder dan professioneel. Voor dat laatste bestaan voldoende raadgevers. Zelf heb ik al bijgeleerd om wat afstand te nemen van de zaken en niet meer vol in de operaties mee te draaien. Om meer als een raadgever op te treden dan een extra helpende hand in de hotels, anders kan ik geen overzicht meer houden en raak ik het algemene beeld kwijt.”
In de communicatie heeft Beusen geleerd om zeker ‘to the point’ te komen: “Ik vond vroeger dat mensen voorzichtig aangepakt moesten worden als het over een moeilijk onderwerp gaat, terwijl het beter is om direct te zijn, zodat je sneller kan werken in de richting van een oplossing.” Van Massenhove benadrukt dat hij in de mentorgesprekken vooral niet te belerend wil zijn en niet te veel wil focussen op de fouten van mensen: “Zoiets werkt remmend.”
Bekijk op 21 juni ook de uitzending van Jonge Managers, Wijze Mentoren op Kanaal Z
ALAIN MOUTON, FOTOGRAFIE PAT VERBRUGGEN
“Een mentor zie ik meer als iemand die persoonlijk de hoeken rond maakt, eerder dan professioneel. Voor dat laatste bestaan voldoende raadgevers”
Joeri Beusen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier