Wie is volgend slachtoffer ?
Intel verovert nieuwe markten om de vraag naar zijn eigen chips hoog te houden. Zijn optreden in het netwerksegment is hiervan een duidelijk bewijs. Wie wordt het volgende slachtoffer ? De telecomoperatoren ?
Het agressieve optreden van Intel op de markt voor netwerken heeft alvast één bedrijf erg veel schade berokkend : 3Com. In februari jongstleden tuimelde de marktwaarde van 3Com op twee dagen tijd met 2 miljard dollar (!) naar beneden. Dit zou wel eens een voorproefje kunnen zijn van wat iedere onverlaat te wachten staat die zich té dicht in de buurt van Intels heiligdom bevindt : de microprocessor.
De Amerikaanse chipreus Intel put het grootste deel van z’n 21 miljard dollar (of 650 miljard frank) omzet en omzeggens zijn hele winst van 5,2 miljard dollar uit de productie en verkoop van minuscule halfgeleiderplaatjes die het denkwerk verzorgen van de pc. Deze kernbusiness draaide zo goed dat Intel nauwelijks een reden had om te diversifiëren. Toch toont Intel-topman Andrew Grove niet de minste scrupules om zich op andermans territorium te wagen.
In 1993 ging Intel over tot de productie van moederborden het meest vitale onderdeel van een pc. En dit tot grote woede van pc-fabrikanten zoals Compaq en andere die hun chips net bij Intel kochten. Maar zij stonden vrij machteloos. Intel voerde ook zijn inspanningen op om op eigen houtje hulpprocessors op de markt te brengen. Hier kruist het nu de degens met bedrijven zoals VLSI Technology en Opti Inc.
Geen onschuldige demarche
Op welke manier diende Intel nu ook 3Com zo’n mokerslag toe ? Doodsimpel, het kondigde een prijsdaling aan voor de adaptorkaarten van een pc voor netwerken. Dit zijn de printplaten die de verbinding maken tussen een pc en een netwerkkabel. Intel omschreef zijn demarche als vrij onschuldig, zeg maar puur defensief. Zonder snelle en betaalbare netwerken zullen de mensen immers niet erg geneigd zijn om de steeds snellere chips die het bedrijf in de etalage zet, te kopen.
“We willen de klanten die voordeel wensen te halen uit de verwerkingsmogelijkheden van hun pc, de nodige bandbreedte waarborgen,” legde Craig Kinnie uit, vice-president van Intel en verantwoordelijk voor de netwerkafdeling.
Het is eigenlijk zoals technologiegoeroe George Gilder al enkele jaren terug opmerkte : de flessenhalzen in de computersector bevinden zich niet in de toestellen zélf, maar in de communicatielijnen die de pc verbinden met het toestel van een collega op het kantoor of met een site op Internet.
Neem nu de 400 Mhz-testversie van de Pentium Pro-processor met MMX-technologie, die Intel onlangs met veel tamtam op de markt bracht. Dat mag dan nog een fraaie realisatie zijn, maar u zal nauwelijks gemotiveerd zijn om er zo eentje te kopen als u nog steeds eindeloos moet wachten tot uw webpagina op het scherm tevoorschijn is getoverd.
Eén van de sleutelfabrikanten om die webpagina snel tot bij u te laten brengen, is Cisco Systems. Cisco maakt kwalitatief hoogstaande routers deze “verkeerswisselaars” kosten tot 100.000 dollar het stuk en kunnen omvangrijke gegevensstromen in publieke telecomnetwerken of in LAN‘s ( local area network) van bedrijven beheren. Het netwerksegment in de omzet van Intel (geschat op 500 miljoen dollar in ’96) bestaat grotendeels uit adaptorkaarten voor netwerken die 99 dollar per stuk kosten. Maar wát weerhoudt Intel ervan om zich ook op die meer lucratieve markt van Cisco te wagen ? De winstmarges zijn er zo ruim dat Cisco in nauwelijks enkele jaren tijd een marktwaarde van 41 miljard dollar kon opbouwen.
Toen Intel zich meer ging toeleggen op de moederborden, kwam het in concurrentie met zijn eigen klanten, de pc-fabrikanten. Compaq reageerde door bestellingen over te hevelen naar Intels rivaal Advanced Micro Devices. Maar Compaq had Intel meer nodig dan Intel Compaq. Op dit ogenblik koopt Compaq opnieuw meer dan 90 % van zijn processors bij Intel.
Om de vraag naar zijn processors draaiende te houden, wil Intel meer video- en multimediatoepassingen in de pc’s ingebouwd zien. “Binnen enkele jaren zal elke computer multimedia- en netwerkklaar zijn,” verklaart Intel-baas Andrew Grove. “Computers die dat niet zijn, zullen even zinloos zijn als computers zonder geheugen.” Hoe komt het dan dat die strategie de onderneming naar andere activiteiten drijft ? Daar ligt precies het probleem voor de chipreus. De hedendaagse klant die zich een nieuwe Pentium van Intel aanschaft met MMX-technologie kan weliswaar fraai bewegende videobeelden krijgen, maar dan ook alleen maar als hij de gegevens kan binnenkrijgen tegen 8 megabits per seconde ( mbps).
Dat ligt vervaarlijk dicht bij de (gemiddelde) snelheidsgrens van 10 mbps die in bedrijfsnetwerken geldt. En twee klanten kunnen al niet tegelijkertijd hun videobeelden downloaden over dezelfde 10-mbpskabel. Dus ging het onderzoekslabo van Intel in Hillsboro (Oregon, VS) sleutelen aan netwerkapparatuur en netwerksoftware.
3Com vond de adaptorkaart voor pc’s uit in 1981 en beheerste hiermee grotendeels de markt, tot Intel in 1991 met eigen adaptorkaarten op de proppen kwam. Vandaag vervaardigen beide bedrijven flexibele kaarten die zowel op Ethernet-netwerken van 10 als van 100 mbps werken. Volgens marktonderzoeker IDC bezit Intel nu 36 % van de markt van die kaarten met twee snelheden en 3Com 40 %.
Op 5 februari jl. haalde Intel de prijs van zijn 10/100-mbps kaarten met 40 % naar beneden tot 99 dollar. 3Com reageerde door de prijs van zijn kaart met 30 % te verminderen naar 94 dollar. “Op de markt voor microprocessoren doen we dat soort zaken al 25 jaar,” zegt Grove. “We beginnen bovenaan en als de productiekosten omlaag komen, halen we de prijs naar beneden en brengen we de chips in de massaverkoop. We passen nu dezelfde methode toe op netwerkkaarten.” Dat 3Com iets minder luchtig tegen die prijsdalingen aankijkt, is evident. “De prijsdaling die Intel doorvoerde, was drastisch en gebeurde op grote schaal. Dat heeft ons verrast,” zegt Eric Benhamou, de CEO van 3Com.
Die territoriale expansiedrift van Intel neemt twee vormen aan. In de eerste plaats is er de druk van de aandeelhouders om de omzetstijging met 32 % jaarlijks, tijdens het voorbije decennium aan te houden. Maar er is ook een elektronisch aspect. Hoe meer functies kunnen ingebakken worden op de hoofdchip of het moederbord, hoe sneller en goedkoper de computer wordt.
In de clinch met specialisten ?
Op dit ogenblik installeert Intel nog geen modems of netwerkadaptoren op zijn moederborden. Maar het is niet onmogelijk dat het dat ooit wel zal doen. Zegt Dan Hutcheson, voorzitter van VLSI Research : “Er is geen enkele reden waarom Intel zijn netwerkfuncties niet zou kunnen inbouwen in zijn processoren. Ze zouden dan ook een snelle server kunnen aanmaken met routerfuncties die geïntegreerd zijn in de server in plaats van in een aparte routerdoos.”
Zijn de netwerkbedrijven nu verontrust ? Bay Networks verdient per jaar 2 miljard dollar aan de verkoop van routers, schakelaars en hubs (apparaten die het mogelijk maken om gegevenspaketten rond te sturen) en software voor netwerkbeheer. De CEO, David House, was tot december vice-president van Intel, belast met de afdeling bedrijfselektronica. Als het over de zet van Intel gaat, houdt hij zich kranig : “Intel kan wel terreinwinst boeken op het vlak van de adaptorkaarten. Maar als je hogerop wil in het bedrijfscircuit (in de richting van apparatuur zoals switches en routers) staat Intel nergens.”
Intel zou echter wel eens het tegendeel kunnen bewijzen. Op 13 januari sloot het bedrijf een akkoord voor de overname van Case Technologies. Kostprijs : 72 miljoen dollar. Case verkoopt schakelaars die het netwerkverkeer kunnen regelen tegen snelheden van 10 tot 100 mbps. Die schakelaars zijn een sneller alternatief voor de routers en zelfs Cisco moest een defensieve actie ondernemen op dit marktsegment, door 4 miljard dollar te betalen voor de aankoop van een andere schakelaarproducent StrataCom.
Intel ontwikkelt nu zogenaamde “ruggengraatschakelaars” die, in tegenstelling tot de zwaardere toestellen die door de telecomoperatoren aangekocht worden, gebruikt kunnen worden voor glasvezelverbindingen tussen diverse verdiepingen van eenzelfde gebouw. Nog in februari legde Intel 52 miljoen dollar op tafel voor een belang van 12,5 % in Xircom, een onderneming die 100-megabit-adaptors produceert voor draagbare computers.
Of Intel ooit in staat zal zijn om in de clinch te gaan met Cisco en Bay voor de verkoop van switches aan telefoonoperatoren ? Eén van de redenen waarom mensen niet overgaan tot de aankoop van snellere pc’s voor thuisgebruik is dat zij doorgaans beperkt worden door de telefoonlijnen die hen met het Internet verbinden tegen een krakkemikkige 28.800 bits per seconde, een dertigste van één megabit. De operatoren schroeven nu wel stapje voor stapje hun netwerk op met ISDN-lijnen tegen 128.000 bps en de ADSL ( Asymmetric Digital Subscriber Line, zie ook blz. 98) die snelheden van 1,5 tot 10 mbps aan kan, komt eraan. Dus de bandwijdte is in aantocht, maar zal misschien niet snel genoeg zijn naar de zin van Intel.
Intel experimenteert nu al met satellieten om pc-gebruikers thuis te connecteren met datanetwerken. En sinds 1993 helpt het mensen om ISDN-verbindingen los te krijgen bij hun lokale telefoonmaatschappijen, vooral dan om de vraag naar videoconferentietechnologie van Intel aan te zwengelen (En waarom, denkt u, is Intel geïnteresseerd in videoconferencing ? Om de microprocessors bezig te houden).
“Ik zou graag hebben dat de thuisgebruiker kan beschikken over de magische 100 megabits per seconde,” zegt Grove. “En ik zou willen dat de telecomoperatoren dat probleem op dezelfde manier aanpakken als wij doen met de adaptorkaarten : ISDN en ADSL op het massapubliek loslaten zodat ze even goedkoop worden als de oude telefoondiensten. Daarvan droom ik nu al sinds vijf jaar.” Is Andy Grove iets aan het beramen ? Pas op uw tellen, Belgacom.
NIKHIL HUTHEESING
Forbes
ANDREW GROVE (INTEL) Computers zonder multimedia of netwerkverbinding zullen even zinloos zijn als pc’s zonder geheugen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier