Verzetsleider tegen Chinese textielinvasie

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Economen zouden uit hun ivoren toren moeten komen,” zo pareert Jean-François Gribomont elk argument dat de verplaatsing van textiel naar Azië of de vervanging van industrie door diensten in de westerse landen voorstelt als een normale evolutie. Gribomont, de grootste werkgever uit Ronse, verzaakte zelf aan een academische loopbaan aan Boston University. Na een MBA en een doctoraat in de Verenigde Staten zou hij daar Bedrijfsfinanciën gaan doceren. Maar de professor in spe werd in 1975 ijlings teruggeroepen door de familie, als crisismanager voor Utexbel, het eigen textielbedrijf in Ronse. “Toen ik in de onderneming kwam, kende ik niets van textiel. Ik leerde het vak op de werkvloer.”

Bezig zijn met een van de laatste grootste katoenspinnerijen en stoffenweverijen van het land werd zijn passie. Net als Stoeterij Dutribury, de eigen fokkerij van volbloedpaarden voor jockeycompetities in Ascot, Longchamp en Oostende. “Paarden compenseren de stress in textiel.”

Jean-François Gribomont wierp zich de voorbije jaren op als een gedreven voorvechter voor het behoud van de volledige textielketen in Europa. “Beseffen ze dan niet dat wanneer schakels naar Azië verhuizen, op den duur de hele confectie- en textielindustrie uit Europa zal verdwijnen? Je ziet het gebeuren in onze auto-industrie, daar is die beweging volop bezig. En onomkeerbaar.”

Vorige vrijdag stond Gribomont bij het Europees Parlement in Brussel tussen betogers uit veertien landen om het Chinese textieloffensief een halt toe te roepen. Het miljoen blauwe ballonnetjes dat de lucht inging, symboliseerde niet alleen het aantal textielbanen dat sinds 1995 in Europa vernietigd werd, “nog eens evenveel staan op de wip”, waarschuwt Gribomont. Hij was de voorbije jaren de man die de Europese commissarissen voor Handel, eerst Pascal Lamy en nu zijn opvolger Peter Mandelson, het vuur aan de schenen legde. “Ze beseffen het niet. Zelfs binnen Euratex, de Europese koepel voor kleding- en textielbedrijven, heerste de mentaliteit dat het afkalven van onze sector onvermijdelijk is..”

Gribomont dringt erop aan dat de hele keten, van spinnen en weven tot veredeling en confectie, in Europa en het Middellandse-Zeegebied verankerd blijft. Dat standpunt kreeg hij erdoor, als spreekbuis van vooral de Zuid-Europese landen en Turkije. Het werd zwart op wit neergepend in een charter dat sinds midden vorig jaar de beleidsopties van Euratex vastlegt. Er zal gevochten worden voor de sector. De Europese Unie kondigde dan ook voor twaalf productcategorieën vrijwaringsmaatregelen af tegen invoer van Chinees textiel. Gribomonts eigen onderneming, Utexbel, staat in de vuurlijn, samen met Concordia en Uco LDC. Wevers van kledingstoffen zijn immers het kwetsbaarst.

Gribomont veegt suggesties van protectionistische reflexen weg. Dvd’s, gsm’s en televisies worden tegenwoordig toch ook vooral in China gemaakt? “Gaan we ons zomaar laten afslachten? Een economie zonder industrie draaiende houden, is waanzin,” werpt hij op. “Als Utexbel uit Ronse verdwijnt, een stad met 16 % werklozen, sneuvelen ook onze toeleveranciers, van drukken en verpakken tot transport. Privé geven politici mij gelijk, in het publiek zwijgen ze. Vrouwen die twintig jaar gewerkt hebben voor Levi Strauss of Marks & Spencer zomaar op straat zetten, zoiets kan ik niet verdragen,” klinkt het emotioneel. En oprecht.

Met zijn 1200 werknemers haalt Utexbel een omzet van 100 miljoen euro (65 % in kledingstoffen, 35 % als katoenspinner). Onder druk van de Aziatische prijzen slonk de cashflow van 10 miljoen euro eind jaren negentig tot 3,5 miljoen vandaag. “Niet omdat Utexbel bij de pakken bleef zitten. De goedkopere producten verdwenen, ze schakelden over naar topniches voor mo- dieuze sportkleding en technisch hoogwaardige en gespecialiseerde werkkleding,” commentarieert Fa Quix, algemeen directeur van de textielfederatie Febeltex. “Maar als klanten verhuizen naar lagelonenlanden, gaan volumes eraan en je hebt volumes nodig om continu te kunnen innoveren.”

Volgens Gribomont is concurrentie uit China geen probleem. Wat hij aanklaagt, is dat de Chinese regering bewust aanstuurt op een afbraak van de industriële basis van Europa en Amerika. “Ze palmen onze markten in door muntmanipulaties. Het is een macro-economisch probleem, het gaat om oneerlijke handelspraktijken die we niet passief mogen ondergaan onder het voorwendsel dat de Europese consument daar beter van wordt.”

Nadat Jean-François Gribomont in 1975 het roer overnam, werd de traditionele activiteit waarmee zijn grootvader in 1921 het bedrijf oprichtte (weven van stoffen voor regenkleding), gestopt. Een faillissement loerde, Jean-François negotieerde schuldherschikkingen en schakelde over naar modieuze weefsels en hoogtechnologische niches. De jaren tachtig werden topjaren. Maar in 1986 wilde een oom, een grootaandeelhouder, uit de zaak. “Hij zag geen toekomst meer in textiel. Misschien had hij toen al gelijk.” Jean-François deed een management buy-out voor iets meer dan de helft van de aandelen. Albert Tuytens van Concordia verwierf 40 % (dat percentage, plus 3 % van kleinere aandeelhouders, is vandaag de laatste participatie van Textiel Vlaanderen).

Gribomont heeft vier kinderen. De vierde generatie is echter geen kandidaat om de familiale erfenis te dragen. “Ik kan daar in komen, als ze zien hoe hun vader lijdt.”

JEAN-FRANçOIS gribomont (utexbel)

l 53 jaar.

l Gedelegeerd bestuurder van Utexbel en Tissage de Baisieux Frankrijk).

l Bestuurder van Febeltex en Euratex.

l Legt het vuur aan de schenen van de EU-commissaris voor Handel.

Erik Bruyland

“Wanneer enkele schakels naar Azië verhuizen, verdwijnt op den duur de hele confectie- en textielindustrie uit Europa.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content