VERLAAGD BTW TARIEF. Opnieuw in de steigers
Tijdens de jongste begrotingsronde werd het BTW-tarief voor de bouw verlaagd. De sektor juicht de verlaging toe, maar vraagt wel bijkomende maatregelen voor gezinnen met kinderen en voor stadscentra.
“Als de BTW-verlaging in de bouwsektor echt sukses wil kennen, moeten in de uitvoeringsbesluiten extra modaliteiten voor personen ten laste worden geschreven. “
Aan het woord is Rob Lenaers, die tevreden is over de jongste begrotingsmaatregel (zie kader : Eindelijk). De voorzitter van de Vlaamse Confederatie Bouw (VCB) raamt het aantal gezinnen, dat van dit belastingvoordeel zal kunnen genieten, op ongeveer één derde van het aantal bouwaanvragen. Met andere woorden : 15.000 dossiers per jaar. Lenaers : “Op voorwaarde dat de Belgische administratie dezelfde modaliteiten als bij de Vlaamse premieregeling toepast, namelijk een uitbreiding van de oppervlakte naargelang van het aantal kinderen (naar rato van zo’n 10 m2 per bijkomend hoofd). Anders wordt het huis te krap voor kroostrijke gezinnen en valt het aantal terug op zo’n 4500 tot 5000 gegadigden. “
Het feit dat de regering zich selektief richt op de kleinere woningen (190 m2) of appartementen (100 m2) vindt de bouwsektor geen bezwaar, maar dan moet het wel gaan over netto bewoonbare ruimte (zonder kelder, zolder en garage). Sekretaris-generaal Marc Dillen (VCB) : “De lagere inkomensklassen zijn de meest gevoelige segmenten. Zij hebben vooral een financiële stimulans nodig, anders bouwen ze überhaupt niet. De BTW-verlaging levert 170.000 frank op en geen 180.000 frank zoals sommigen beweren. Dat komt omdat het algemeen tarief eerst van 20,5 % naar 21 % stijgt en daarna pas naar 12 % zakt voor de zogenoemde sociale woningen. “
POSITIEVE EFFEKTEN.
In augustus 1994 pleit de VCB voor een algemene BTW-verlaging naar 6 % voor alle nieuwbouwwoningen. Uit een VCB-studie blijkt dat dergelijke maatregel bij herinvestering van 50 % de staat 24,35 miljard frank kost (verlies aan BTW), maar 20.591 arbeidsplaatsen oplevert, zodat de totale baten 28,79 miljard frank bedragen. Met andere woorden : een positief saldo van 4,4 miljard frank.
Dillen : “De werkgelegenheidseffekten zijn het gevolg van een kombinatie van faktoren. In de eerste plaats stimuleert de BTW-verlaging de bouw van bijkomende woningen. Daarnaast zullen degenen, die toch van plan waren te bouwen, aangespoord worden een duurdere woning neer te zetten (dat wil zeggen : de toelage opnieuw te investeren), wat bijkomende arbeidsplaatsen creëert. Tenslotte ontmoedigt een drastische BTW-verlaging de informele ekonomie. Door te werken met geregistreerde aannemers wordt het verschil tussen wit en zwart gevoelig kleiner. Doe-het-zelvers betalen immers de volle pot van 21 % BTW. Bovendien zijn de bouwheren zekerder van de geleverde kwaliteit, geldt een tienjarige aansprakelijkheid voor de uitvoerders. “
Maar omwille van Europese en budgettaire bezwaren beperkt de regering de BTW-verlaging tot sociale woningen. Toch blijven de terugverdieneffekten aanzienlijk, zegt Lenaers, maar minder. De voorzitter rekent op 5000 extra banen, op voorwaarde dat de maximumgrens opgetrokken wordt naargelang van het aantal personen ten laste. Lenaers : “De exacte gevolgen zijn moeilijk te berekenen. We kennen de gevoeligheid van de bouwmarkt voor een algemeen verlaagd BTW-tarief. Bij een voorgaande invoering van 6 % in 1982 steeg het aantal begonnen werken met 9,1 % ; het jaar daarvoor daalde het aantal begonnen werken nog met 38,3 %. Maar we weten niet wat er gebeurt als je de regel alleen maar op het meest gevoelige segment de kleine volumes toepast. Toch komen we zelfs in het meest pessimistische scenario nog op een budgettaire nuloperatie uit. De praktijk leert echter dat lagere inkomensklassen gemiddeld sneller op financiële prikkels reageren. Bij dubbele elasticiteit wat realistisch is rekent de VCB op een positief saldo van één à twee miljard frank, op voorwaarde dat de randvoorwaarden vervuld zijn. “
Wel vreest de VCB dat de huidige maatregel weinig of geen invloed zal hebben op de informele ekonomie. Lenaers : “Met de eerste twee miljoen frank realizeert men meestal de ruwbouw. Pas boven dit plafond worden de voltooiingsberoepen stukadoors, bezetters, schrijnwerkers… ingeschakeld. In deze afwerkingssektor tieren de doe-het-zelvers welig. Daar heb je dus het meeste kans op klusjesdiensten en zwartwerk. “
AANPASSING VLAAMSE BOUWPREMIE.
De huidige begrotingsmaatregel komt net op tijd, zucht de bouwsektor. Statistieken bestempelen 1994 als een piekjaar 52.000 nieuwe woningen werden opgestart, waarvan 39.000 in Vlaanderen maar enquêtes op de jongste Batibouw-beurs wijzen op een vermindering van het aantal bouwkredieten met niet minder dan 40 %, ondanks de lage marktrente.
Ook de overgang van een bouwpremie naar een rentesubsidie in Vlaanderen vindt de VCB een goede beslissing. Uit evaluatie van het oude systeem blijkt dat het geld niet altijd terechtkwam bij de mensen die het echt nodig hadden. Vroeger keek men alleen naar de inkomens van twee jaar vóór de aanvraag. Bovendien vond de uitkering veel te laat plaats door allerlei administratieve beslommeringen. Nu betaalt de administratie de toelage in funktie van de hypotecaire lening. De bouwheer krijgt met andere woorden een kredietvermindering, gespreid over zes jaren.
Maar het reglement uit ’92 moet dringend aangepast worden, aldus Lenaers : “Ondanks het optrekken van de inkomensgrens van 1 naar 1,2 miljoen frank netto belastbaar inkomen worden jaarlijks nog maar 2000 dossiers goedgekeurd, terwijl vroeger één op drie aanvragers een bouwpremie kregen (nvdr Vlaams minister van Huisvesting, Leo Peeters, spreekt over een daling van het aantal kandidaturen van 17.000 naar 12.000). Dit komt door de twee nieuwe beperkingen die werden ingevoerd, namelijk het kadastraal inkomen (maximum 45.000 frank) en de inhoud van het huis (maximum 525 m3 of zo’n 175 m2). Bovendien ligt het bedrag van de nieuwe rentetoelage gemiddeld 188.000 frank, gespreid over zes jaren lager dan de vroegere bouwpremie, die gemiddeld meer dan 200.000 frank bedroeg (in één keer uitgekeerd). De prikkel is dus te laag geworden. Het systeem wakkert de eigendomsverwerving niet meer aan. Hoewel de budgetten gezakt zijn van vier miljard frank begin jaren negentig naar 1,85 miljard frank in ’94 geraken de kredieten nog niet eens op. “
Ook kan een verhoogde rentetoelage volgens het VCB haar steentje bijdragen in het stadsvernieuwingsbeleid van de Vlaamse regering. In heel Vlaanderen verkeren liefst 300.000 woningen in slechte staat. Daarbovenop komen nog 920.000 huizen met een zeer beperkt komfort : geen centrale verwarming, stromend water, WC, bad of douche (minimaal één gebrek). Het leeuwedeel van de verkrotting vindt in de stedelijke agglomeratie plaats. Leo Peeters beseft dat de nood hoog is en pakt volgende maand uit met een grootschalig renovatieprogramma voor de sociale woningbouw. Hierbij denkt de Vlaamse minister van Huisvesting aan de reserves van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij als financieringsbron. In het raam van het stadsvernieuwingsbeleid plant Peeters een grootschalig renovatieprogramma van de bestaande sociale woningen. Hiervoor zou naar verluidt een budget van 6 miljard frank, gespreid over vier jaren, uitgetrokken worden. Dillen : “Maar je mag geen eenzijdige beslissing nemen. Ook de renovatie van privé-woningen moet gestimuleerd worden. Dat zou kunnen gebeuren door een bijsturing van het rentebetoelagingssysteem. Een aanmoediging van de eigendomsverwerving houdt namelijk de stedelijke verloedering tegen. Uit onderzoek blijkt immers dat in Brussel, Gent en Antwerpen amper 40 % van de bevolking een eigen woning heeft. Aangezien huurders vlugger verhuizen de transaktiekost is lager is het gevaar voor leegstand en verkrotting veel groter. Als je het eigenaarschap in stadscentra aanmoedigt, roep je de verkrotting een halt toe en hou je het patrimonium in stand. “
ERIC POMPEN
ROB LENAERS (VLAAMSE CONFEDERATIE BOUW) Positief saldo van één tot twee miljard frank, op voorwaarde dat er extra modaliteiten komen voor personen ten laste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier