VAKANTIELEKTUUR (3). Uit de hel van de biblioteek

Een mens leeft niet van brood alleen, maar ook van de geneugten van het vlees. Het woord is vlees geworden en het vlees heeft zijn rechten opgeëist. De verboden vruchten van de literatuur zijn best-sellers geworden. Een handleiding.

JOSIANE VANDY

FOTO : MARNIX VAN ESBROECK

Sedert het Hooglied, het beroemde erotische dichtwerk uit de Bijbel, hebben talloze schrijvers ‘Spielereien’ gepleegd over de seksualiteit, onder de vorm van gedichten en romans. Aristofanes, Ronsard, Corneille, Verlaine, Wilde, Miller, Bataille : zeven namen van overigens respektabele schrijvers die de erotische literatuur tot een apart genre verheven hebben. Miskend, in de hemel geprezen of verguisd, onder de toonbank verkocht of in volle daglicht gelauwerd.

Tot voor kort bevonden die boeken zich op de achterste rij in de boekhandel of in de ‘hel’ van de biblioteek. Oorspronkelijk was dit een afdeling van de Bibliothèque de France waar de boeken achter slot en grendel bewaard werden, voorzien van een alarmsysteem. Daar bevonden zich schalkse romans van Restif de la Bretonne, erotische schrijfsels van Mirabeau en andere zogenaamd ondeugende literatuur. Nog vrij onschuldig vergeleken bij wat tegenwoordig op de eerste rij (!) van een boekhandel te vinden is.

De lijst van de ‘op de index’ geplaatste werken is oneindig lang : Les Chansons de Bilitis van Pierre Louys tot in 1964. Histoire de l’Oeil van Battaille tot in 1967. Nog recenter : L’Os de Dionysos van Christian Laborde, de enige roman van de jongste vijftien jaar die niet verspreid mocht worden en van de brandstapel gered werd door Régine Deforges die er in 1989 een best-seller van maakte. Régine Deforges “de roodharige engel die men zonder biecht de absolutie zou geven”, zoals een journalist ze beschreef is de eerste vrouw die erotische boeken durfde uitgeven.

Deze heimelijk

gepubliceerde literatuur ontstond vooral in twee landen, Italië en Frankrijk, waarna andere contreien volgden. Ars Amatoria van Ovidius is een klassieker die men blijft (her)lezen. Taktvol en smaakvol schrijft Ovidius over scabreuze materie, waarin zelfs de strenge Boileau ‘enige charme’ ontdekte. Dan is er het befaamde Satyricon van Petronius, het meest openhartige boek over de Latijnse losbandigheid. In de Decamerone van Boccaccio worden de boertige fabels uit de middeleeuwen bijgestuurd en wordt de weg geopend naar een gepolijste erotiek en de charme van de liefdesverhalen uit de 18de eeuw.

Bij de Engelsen draait de erotische literatuur rond een typische ‘eigen’ ondeugd : het ‘flagellantisme’ of de zelfkastijding. De eerste roman in dit genre maar alvast niet de laatste Venus School Mistress, or Birchin Sports, dateert officieel uit de 17de eeuw (Viktoriaanse pornografen hadden de neiging hun werk te antidateren om het uitgegeven te krijgen) en werd in 1840 (her)uitgegeven door een zekere Mary Wilson, pseudoniem van George Cannon, een notarisklerk à la Jekyll & Hyde die zich na de diensturen bezighield met het klandestien uitgeven van erotische boeken. Hij koesterde de zoete droom een gigantisch lunapark voor dames op te richten. Vergeefs…

De Oostenrijker Leopold von Sacher-Masoch gaf zijn naam aan het masochisme. Maar zijn meest bekende roman Die Damen im Pelz kan niet tippen aan de uitbundige verbeelding van de Marquis de Sade met zijn Juliette ou les Prospérités du Vice. Omdat hij in 1947 het volledige werk van de Sade publiceerde, werd Jean-Jacques Pauvert veroordeeld wegens openbare zedenschennis, na een proces dat zeven jaar duurde. Dat heeft hem er niet van weerhouden Histoire d’O uit te geven van een genaamde Pauline Réage, een schrijversnaam waarachter een koppel schuilging, Jean Paulhan en zijn medewerkster. Samen met Emmanuelle behoort Histoire d’O ongetwijfeld tot de meest populaire erotische romans van de 20ste eeuw.

En de Kamasutra ? Zoals (bijna) alle ‘historische’ werken uit het Verre Oosten, had de Kamasutra aanvankelijk een religieuze betekenis. Maar toen in de 19de eeuw het Westen het werk ontdekte, werd al gauw de nadruk gelegd op het verholen aspekt van handleiding in de erotologie.

Tot de jaren ’70

waren het vooral mannen die over de ‘vleselijke lusten’ schreven. Vandaag zijn er ook vrouwen die alles durven schrijven. Ook de zogenaamde taboewoorden. Venus Erotica van Anaïs Nin is een van de meest autentieke vrouwelijke, erotische werken.

Terwijl de erotische literatuur eindelijk alsdusdanig erkend wordt, heeft het genre echter te lijden onder een schrijnende banaliteit. Zelfs in het soort romannetjes dat men vroeger als zeemzoet bestempelde, staan nu ‘hot’ scènes beschreven. De lezer is er stilaan aan gewend geraakt in om het even welke roman een ‘aangebrande’ passage te vinden. Alles went…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content