Tikkende kunst

Het oudste horlogemerk, het Zwitserse Blancpain, dringt langzaam maar zeker door op de Belgische markt. Met het grootste respect voor het zuiver artisanale handwerk, staat dit merk bovenaan de gamma in de catalogus van de Swatch-groep.

Wanneer hij zijn merk voorstelt, neemt Jean-Claude Biver (over de hele wereld bekend als ‘meneer Blancpain’) geen blad voor de mond: “Niet alleen is het merk Blancpain weinig gekend, maar het merendeel van de potentiële klanten vindt onze horloges ook vaak te duur.” En dat kan moeilijk anders, wanneer men slechts 15 tot 20 uurwerken per dag produceert. Bovendien blijven deze kostbare kunstwerken veelal verborgen achter de manchet van het hemd of, erger nog, in het duister van een juwelenkistje.

Jean-Claude Biver kocht het merk in 1982 van de groep SMH voor minder dan een half miljoen frank, en heeft het enkele jaren geleden weer verkocht aan de Swatch groep “voor heel wat meer”. Hij is ervan overtuigd dat men de zwakke punten van het merk moet kunnen omzetten in troeven, in kiemen van succes. “Het grootste deel van de luxe-uurwerken wordt gekocht door een gesofistikeerd publiek dat er vooral op uit is om iets te hebben dat anderen niet hebben. Een publiek dus dat zijn status wil bewijzen.”

De doelgroep van Blancpain is bijgevolg niet erg breed: het merk mikt op een elite die zoekt naar authenticiteit en zeldzaamheid. Vanuit deze strategische visie heeft Bernard Louf, general manager van de groep in België, onlangs een zeer exclusief verkoopnet uitgebouwd dat beperkt blijft tot vijf grote horlogezaken (Slaets en Tensen in Antwerpen, Tollet in Brussel, Vanhoutteghem in Gent, Leysen in Knokke en Brussel).

De marketing

van Blancpain is dezelfde als voor ieder ander ambachtelijk product: gericht op het irrationele, de haast filosofische hang naar traditie. Sedert de stichting in 1735 blijft het merk trouw aan de geheimen van de Zwitserse ambachtslui, en zweert dat het nooit ofte nimmer een kwartshorloge zal fabriceren. Het zweert ook dat het altijd de natuurlijke ronde vorm van de kast zal bewaren, en dat het zich uitsluitend zal blijven toeleggen op de meest geperfectioneerde mechanische uurwerken.

Het loont echt de moeite om in de bescheiden ateliers van het merk in Paudex, een klein dorpje in de Zwitserse Jura op nauwelijks een paar kilometer van de fabrieken van andere prestigieuze merken, te gaan kijken hoe ze worden gemonteerd en gepolierd: al die onderdelen (minstens 269 stuks per horloge) die vaak zo klein zijn dat men elk gevoel voor verhoudingen dreigt te verliezen.

Alleen daar kan men begrijpen hoe uniek deze kunstwerkjes zijn, en waarom de productie zoveel mogelijk gebeurt onder een stofvrije kap. Alleen daar kan men begrijpen waarom het goedkoopste klokje meer dan 20.000 frank moet kosten, en waarom de meesters-horlogemakers er doorgaans een week tot een maand over doen om een exemplaar te maken (een jaar zelfs voor de meest gecompliceerde, de ‘1735’ met een prijskaartje van 20 miljoen frank!).

De meesterwerken

van Blancpain vormen als het ware de kristallisatie van de Zwitserse cultuur en mentaliteit: van de ‘ultra-plate’ (1,75 mm) met een sobere kast en simpele lijnen (een ontwerp uit 1911) via de ‘flyback’, de ‘demi-savonnette’ en de fameuze trilogie van de elementen, tot de ‘1735’ (waarvan slechts 15 exemplaren bestaan in de hele wereld).

Tot de mogelijkheden behoren onder meer de aanduiding van de maanstand (als symbool van de verbondenheid tussen de horlogemakerij en de astronomie), de ‘eeuwige tijdsaanduiding’ met dag, maand, datum en maanstand (inbegrepen de schrikkeljaren volgens de regels bepaald door paus Gregorius XII), de ‘tourbillon’ die spot met de zwaartekracht, en de ‘minutenteller’ die de uren, de kwartieren en de minuten laat klinken door gebruik te maken van twee verschillende tonen.

Aan de vrouwelijke kant is de gamma niet zo uitgebreid, maar Blancpain belooft dat er binnenkort een bredere collectie wordt uitgebracht die rekening houdt met de moderne tendensen (sportiever, kleurrijker, groter,…). Hoe dan ook, de uurwerken van Blancpain bewijzen dat de horlogemakerij een kunst is met een eigen taal, met eigen codes en ritmen. Een echte levende taal.

XAVIER DEGRAUX

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content