Nafta als alternatief voor de EU

Wij Britten lijken wel schizofreen als het over Europa gaat. Volgens opiniepeilingen blijken we voor 70% gekant tegen de euro, maar zijn we in gelijke mate van oordeel dat we toch zullen toetreden. Een recente studie wees uit dat een meerderheid van de Britse bevolking uit de Europese Unie wil stappen, of verdere integratie ten minste een halt wil toeroepen, maar dat tegelijkertijd een meerderheid van oordeel is dat we ook binnen twintig jaar nog deel zullen uitmaken van een federaal Europa.

Het is alsof we zeggen: “Kijk eens hier, het bevalt ons niet, we hebben liever een democratische regime in Groot-Brittannië dan een bureaucratisch regime dat geleid wordt door buitenlanders, maar we hebben eigenlijk geen keuze: het is onvermijdelijk.” Of, om het nog eenvoudiger te stellen: “Indien niet de Europese Unie, wat dan wel?” Die vraag impliceert uiteraard, en volkomen onterecht, dat Groot-Brittannië op een of andere manier deel moet uitmaken van een grotere groep van landen. Kleine naties zoals Zwitserland en Singapore doen het uitstekend als onafhankelijke staten of leden van losse groeperingen en denken er niet aan om soevereiniteit af te staan aan iemand anders.

Wij Britten hebben ons neergelegd bij het feit dat we niet langer over een imperium beschikken, maar we vergeten soms dat we hoegenaamd geen klein land zijn. Groot-Brittannië vormt waarschijnlijk de vierde grootste economie in de wereld. Alleen de Verenigde Staten, Japan en Duitsland zijn aanzienlijk groter. Het is ook, na de Verenigde Staten, de tweede grootste investeerder wereldwijd. We beschikken over de vierde grootste wisselmarkt in de wereld en één van ‘s werelds grootste aandelenbeurzen. We zijn lid van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), van de Wereldbank, van de Wereldhandelsorganisatie, van de G7 van de geïndustrialiseerde landen en van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Als Groot-Brittannië niet groot genoeg is om te gedijen als onafhankelijke staat, welk land is dat dan wel.

Europese ambtenarij.

William Hague, de leider van de Conservatieve Partij, brengt een krachtig argument aan, wanneer hij zegt dat een wereld van economische blokken voorbijgestreefd is in het tijdperk van internet. Hij noemt het een oplossing uit de jaren zeventig voor een probleem uit de jaren vijftig. In de 21ste eeuw moeten we snel, flexibel, alert en concurrentieel zijn, allemaal zaken die de Europese Unie, met haar bureaucratie en ambtenarij, niet is.

Toch blijft de vraag gesteld: “Indien niet de Europese Unie, wat dan wel?” Een mogelijk antwoord zou kunnen gevonden worden aan de overkant van de Atlantische Oceaan. De North American Free Trade Area (Nafta) lijkt verbazend veel op wat wij dachten te zullen krijgen toen we in het referendum van 1975 stemden vóór de Europese Gemeenschappelijke Markt. Mijn kiezers komen me keer op keer vertellen: “We stemden voor een Gemeenschappelijke Markt, een vrijhandelszone, niet voor deze monsterachtige superstaat die onze regering overneemt en onze democratie ondermijnt.” Nafta toont aan dat het mogelijk is de voordelen van vrijhandel en economische samenwerking – de zaken waar we in 1975 voor stemden – te plukken, zonder al de bagage van overdreven reglementering, belastingharmonisatie en gemeenschappelijk buitenlands beleid – zaken die leiden tot een grondig antidemocratische Europese staat – te moeten meesleuren.

Voordelen.

Binnen Nafta is de Verenigde Staten hoegenaamd niet van plan om soevereiniteit af te staan aan Mexico of Canada. Omgekeerd, verwacht ook de Verenigde Staten niet dat Mexico of Canada soevereiniteit zouden afstaan.

Het ander voordeel van Nafta boven de Europese Unie is dat het stoelt op het beproefde Angelsaksische model van lage belastingen, een gematigd uitgavenbeleid en beperkte reglementering, wat uiteindelijk leidt naar groei en banen. Daar tegenover staat dat Europa aanleunt bij het Rijnlandse model van hoge belastingen, een hoog uitgavenniveau, nadrukkelijke aanwezigheid van de overheid en verlammende reglementering, wat leidt tot stagnatie en werkloosheid.

De Amerikaanse International Trade Commission werd gevraagd te onderzoeken wat de implicaties zouden zijn wanneer Groot-Brittannië zou uitgenodigd worden om lid te worden van Nafta. Het zou een alternatief voor de Europese Unie kunnen vormen of – indien het Verenigd Koninkrijk een soepeler relatie binnen de Europese Unie kan onderhandelen, iets wat de Conservatieve Partij bereid is te doen – een aanvulling op het EU-lidmaatschap. In beide gevallen zouden we genieten van meer vrijhandel en ontsnappen aan de verstikkende anticoncurrentiële starheid van de Unie.

Amerikaans aanbod.

De kans bestaat dat de Verenigde Staten later dit jaar Groot-Brittannië een aanbod doen. Als dat zo is, dan vormt het een uitdaging en een opportuniteit die de Conservatieve Partij en de Britse bevolking op een positieve en onbevooroordeelde wijze dienen te bekijken. We hebben wel degelijk een keuze. We kunnen kiezen voor groei en voorspoed, als we de moed en de vastberadenheid hebben om het te doen.

Charles de Gaulle zei ooit dat wanneer Groot-Brittannië gedwongen zou worden te kiezen tussen het continent en de zee, het voor de zee zou kiezen. Ik hoop dat hij gelijk had.

roger helmer

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content