Vincent Van Peteghem (cd&v): ‘We hebben nooit de megafoon gebruikt voor de staatsbon’

Vincent Van Peteghem © Debby Termonia
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v) sloeg ­maandenlang op dezelfde nagel: de regering moet werk maken van een taxshift, die leidt tot lagere lasten op arbeid, gecompenseerd door lasten op kapitaal en deels op consumptie. Maar zijn pleidooi viel op een koude steen. Meer succes had hij met de fiscaalvriendelijke staatsbon. “Een bewijs dat de Belgen rekenen op een hoger en veilig rendement op hun spaargeld.”

Tik op Google ‘staatsbon’ en ‘Van Peteghem’ in en je krijgt meer dan 64.000 resultaten. Aan het einde van de zomer trok de minister van Financiën alle aandacht naar zich toe met de lancering van een eenjarige staatsbon met een brutocoupon van 3,3 procent. De nettorente bedraagt voor de intekenaars 2,81 procent, dankzij de lagere roerende voorheffing. Met de nieuwe staatsbon wilde de minister de banken onder druk zetten, zodat ze de lage spaarrentes eindelijk zouden optrekken.

De opbrengst van bijna 22 miljard euro maakte van de staatsbon een onverhoopt succes. “Ik had die omvang niet verwacht”, blikt Vincent Van Peteghem terug. “Ik voelde wel aan dat er een oorverdovend signaal van de spaarder zou komen. In het voorjaar groeide de ergernis dat de kloof tussen de spaarrente en die van een hypotheeklening te groot was. Maar ik wilde niet direct in een opbod meegaan door te eisen dat de banken de spaarrente zouden optrekken. Ik heb de sector in een brief wel gewaarschuwd en gesensibiliseerd. Dat was de start van een traject richting de eenjarige staatsbon. Door met zovelen en voor dat bedrag in te tekenen heeft de spaarder duidelijk gemaakt dat hij respect wil en rekent op een hoger, veilig en eerlijk rendement voor het spaargeld bij de bank.”

Heeft de staatsbon zijn doel bereikt, namelijk de banken ertoe aanzetten een hogere rente te bieden?

VINCENT VAN PETEGHEM. “Als je de rendementen op spaarboekjes vergelijkt met die van een paar maanden geleden, zie je een enorme evolutie. Ik blijf ervan overtuigd dat de staatsbon ervoor gezorgd heeft dat de concurrentie tussen de banken werd aangezwengeld en dat de banken doorhebben dat ze moeten zorgen voor een eerlijk rendement. Ik zeg dat niet, maar Febelfin-voorzitter Johan Thijs. De staatsbon heeft zijn werk gedaan, de rentes zijn gestegen en dus is het doel van de overheid bereikt. Maar voor mij is een van de positieve punten van de staatsbon dat de financiële geletterdheid is toegenomen.”

Hoezo?

VAN PETEGHEM. “De lezers van Trends zijn heel goed op de hoogte van alle goede beleggingen. Maar dat in ons land 300 miljard euro op spaarboekjes staat, betekent ook dat mensen al te vaak geld op een spaarrekening zetten zonder daarbij na te denken. Als 540.000 Belgen hebben ingetekend op de staatsbon, van wie meer dan 30.000 jonger dan 25 jaar waren, dan is dat een signaal. Duizenden mensen hebben zich aan de keukentafel de vraag gesteld: ‘Wat gaan we met ons spaargeld doen?’ En dat de staatsbon enkel iets was voor de bemiddelde burger, klopt niet. 15 procent van de intekenaars belegde minder dan 5.000 euro.”

Wat vindt u van de kritiek dat dit de banken geld heeft gekost? Argenta was gedwongen zijn klanten meer dan 4 procent brutorente te bieden op een tijdelijke termijn­rekening, terwijl het kredieten ­tegen een lager tarief verstrekte.

VAN PETEGHEM. “De stabiliteit van ons financiële systeem is voor mij altijd cruciaal geweest. Daarom ben ik niet meegegaan in het verhaal van de verplichte minimumrente op spaarboekjes. De Nationale Bank en de Europese Centrale Bank waarschuwden dat dat een negatieve impact zou hebben op de financiële stabiliteit, en toch zag elke andere partij daar de oplossing in. Maar een gebrek aan vertrouwen in onze banken is evengoed een gevaar voor de stabiliteit van ons financiële systeem. Daarom had de staatsbon als doel de concurrentie voor sparen aan te zwengelen. Toen de staatsbon werd gelanceerd, zijn we de situatie bij de banken blijven monitoren. Het klopt dat Argenta de keuze heeft gemaakt een vergelijkbaar alternatief voor de staatsbon aan te bieden. Dat betekent dat de druk die we gezet hebben, heeft gewerkt.”

‘Voor mij is een van de positieve punten van de staatsbon dat de financiële geletterdheid is ­toegenomen’

Is de concurrentie tussen banken echt versterkt? In een rapport van de Belgische Mededingingsautoriteit (BMA) staat dat de grootbanken een oligopolie vormen, die de markt domineert.

VAN PETEGHEM. “Als de spaarrentes niet volgen, kan dat twee redenen hebben. Ofwel is het in een duurzaam bancair spaarmodel niet mogelijk, ofwel is er onvoldoende concurrentie. Vandaar dat ik aan mijn collega-minister Pierre-Yves Dermagne gevraagd heb de BMA te doen onderzoeken wat de uitdagingen zijn. Die kwam met een aantal aanbevelingen en aandachtspunten, onder andere rond meer transparantie en informatiegaring. We lanceerden onlangs extra maatregelen die het voor de mensen makkelijker en transparanter moeten maken van bank te veranderen en te kiezen voor het meest voordelige tarief. Een bank moet het vertrouwen van de spaarder verdienen. Daarbij hoort een zekere dienstverlening, maar ook een veilig rendement op het spaargeld.”

Was de lancering van de fiscaalvriendelijke staatsbon een electorale zet?

VAN PETEGHEM. (Zucht) “Het Agentschap van de Schuld brengt vier keer per jaar een staatsbon uit. Normaal staan er dan een paar lijntjes in Trends en De Tijd, en dat is het. Wij hebben in 2023 voor het eerst een eenjarige staatsbon aangeboden. Toen we die lanceerden, hebben we nooit de megafoon gebruikt. Maar experts zijn erover beginnen te communiceren en de aandacht in de media groeide. Ze wezen op het veilige rendement. Dat heeft geleid tot de grootste financiële operatie in de geschiedenis van ons land. Het was nooit de bedoeling daar een electoraal verhaal van te maken.

“In december zijn we in overleg gegaan met het Agentschap van de Schuld om na te gaan of de operatie moest worden herhaald. De conclusie was dat er geen financieringsbehoefte meer was en dus werd een staatsbon op vijf en acht jaar uitgegeven. Kijk, ik zal veel blijer zijn als de grootbanken hun spaarrentes optrekken dan met eender welk succes van een staatsbon.”

Wat was uw grootste ontgoocheling dit jaar? Het mislopen van de fiscale hervorming met een taxshift bis?

VAN PETEGHEM. “We hebben daar keihard aan gewerkt, met heel veel experts, zoals professor Mark Delanote en andere academici en stakeholders. Daaruit is een fijn evenwicht gekomen. Ik denk dat we soms onderschatten welk draagvlak er bij de bevolking is om onze fiscaliteit eerlijker, efficiënter en eenvoudiger te maken. Het is ontgoochelend dat het niet gelukt is en ik heb ook gevloekt. Maar ik voel dat we de basis gelegd hebben voor de toekomst. Het moet de doelstelling blijven om tegen 2030 tot een rechtvaardig en toekomstgericht fiscaal systeem te komen.”

Blijft het vertrekpunt lagere tarieven, een bredere belastingbasis en minder fiscale koterijen?

VAN PETEGHEM. “Dat is de basis van elke toekomstige bespreking. Alle internationale experts zeggen hetzelfde: verschuif de te hoge lasten op arbeid naar kapitaal en deels naar consumptie, en vereenvoudig de uitzonderingen, de zogenoemde koterijen. Dat stond ook in het rapport van Mark Delanote.”

Met het gunsttarief voor de roerende voorheffing op de eenjarige staatsbon is er nog een koterij bij gekomen.

VAN PETEGHEM. “De fiscale ondersteuning bij de staatsbon is een tijdelijke maatregel. Hetzelfde geldt voor de installatie van laadpalen voor elektrische wagens. Dat kun je niet vergelijken met de gunstregimes die eeuwig lijken te bestaan.”

Is zo’n fiscale hervorming niet eerder iets dat je aan het begin van de legislatuur doorvoert?

VAN PETEGHEM. “Ik kan niet geloven dat dat de reden is waarom het niet is gelukt. Vergeet niet dat we aan het begin van de legislatuur vooral bezig waren met de coro­napandemie. In de luwte zijn we toen beginnen te werken aan de blauwdruk en hebben we al enkele concrete stappen genomen, met de vergroening van de bedrijfswagens, de effectentaks en de 6 procent btw op energie. De fiscale blauwdruk heb ik in de zomer van 2022 op tafel gelegd en begin 2023 ben ik met een concreet voorstel naar de regering gestapt. Het klopt niet dat we daarmee aan het einde van de legislatuur begonnen zijn. Het was het meest uitgewerkte plan van alle hervormingsplannen van deze regering.”

‘Ik zal veel blijer zijn als de ­grootbanken hun spaarrentes optrekken dan met eender welk succes van een staatsbon’

Komt de fiscale hervorming opnieuw op tafel bij de volgende regeringsonderhandelingen?

VAN PETEGHEM. “Voor mij is dat een absolute voorwaarde om rond de tafel te gaan zitten. De lasten op arbeid blijven te hoog. We moeten veel verder gaan dan wat nu in het regeerakkoord staat, namelijk het voorbereiden van een fiscale hervorming.”

Is er budgettaire ruimte voor een fiscale hervorming of een taxshift?

VAN PETEGHEM. “Het was een kwakkel dat deze fiscale hervorming slecht zou zijn voor de begroting. De impact op micro- en macroniveau was berekend en het is nooit onze bedoeling geweest een belastingverhoging door te voeren, wel om meer mensen aan de slag te krijgen.”

Bestaat het risico dat straks toch enkele ­belastingverhogingen worden doorgevoerd zonder ­lagere lasten op arbeid? Om het gat in de begroting te verkleinen bijvoorbeeld. Denk aan wat gebeurd is met de fiscaal gunstige regels rond de auteursrechten. Dat systeem is bijgestuurd, maar werd niet gecompenseerd door lagere arbeidskosten elders.

VAN PETEGHEM. “Dat risico is er altijd, maar daar zal ik mij tegen verzetten. Ik kom met een evenwichtig verhaal en daarin zit inderdaad een verschuiving van de lasten richting vermogen en deels naar consumptie. Er zijn altijd partijen die geneigd zijn zulke voorstellen te gebruiken bij een begrotingsopmaak. De afbouw van de fiscaal voordelige auteursrechten paste aanvankelijk in een breder verhaal. We zouden kiezen voor voldoende overgangstermijnen en gedeeltelijke compensaties via lastenverlagingen. Uiteindelijk is het systeem afgebouwd met veel kortere overgangstermijnen, zonder dat het kaderde in een ruimere lastenverlaging. Dat was niet mijn bedoeling, maar omwille van de begrotingssituatie heeft de premier dat zo doorgevoerd. Dat was een teleurstelling, waaruit ik geleerd heb. Bij een volgende regeringsonderhandeling mag deze fiscale blauwdruk niet dienen om er allerlei zaken uit te plukken zonder dat daar een lastenverlaging tegenover staat. Dat wordt voor mij een rode lijn.”

Is het begrotingstekort niet schandalig groot? De Nationale Bank zegt dat er de volgende ­legislatuur 10 miljard euro moet worden gezocht om het tekort te stabiliseren.

VAN PETEGHEM. “Een begrotingstekort is de uiting van een welvaartsstaat. Er zijn mensen die niet meer kunnen werken of hun loopbaan hebben afgerond en dus ondersteuning krijgen. In 2000 bedroegen de uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg ongeveer 20 procent van het bruto binnenlands product (bbp), tegen 2050 stijgen ze naar 30 procent. We staan voor ongelooflijke uitdagingen. Als we onze welvaart willen behouden, zijn hervormingen ­nodig.”

De uitgavenstijging is niet alleen te verklaren door extra uitgaven na corona en de steunmaatregelen na de energiecrisis. De andere landen lijken hun begroting stilaan op orde te krijgen, België veel minder. Wat is uw verklaring?

VAN PETEGHEM. “We hebben gezinnen en bedrijven tijdens de pandemie ondersteund, maar ik denk niet dat dat nog een effect heeft op het aanhoudende tekort. Tussen nu en 2028 gaan de pensioenuitgaven van 65 naar 83 miljard euro, een toename van 25 procent in vijf jaar. De uitgaven voor gezondheidszorg gaan van 40 naar 50 miljard, ook plus 25 procent. Er is geen tijd meer om lang na te denken over hervormingen. Sommigen denken dat er een revolutie komt als er maatregelen worden genomen. Ik zie daar geen indicaties voor. Ik ben er net van overtuigd dat je het ongenoegen versnelt als je niets doet. Mensen beseffen dat er iets moet gebeuren.”

Lees verder onder de afbeelding

Kan men Vivaldi een hervormingsregering noemen? Aan het begin van de regeerperiode werden de minimumpensioenen verhoogd. Daarna was er weinig urgentie voor bijvoorbeeld pensioenhervormingen.

VAN PETEGHEM. “Het was ons doel een hervormingsregering te zijn, maar daar is deze coalitie onvoldoende in geslaagd. We hebben wel een aantal dingen gedaan. Onafhankelijke experts noemen de vergroening van de bedrijfswagens een van de belangrijkste klimaatmaatregelen. De effectentaks is een feit. In het verleden werden vruchteloze pogingen ondernomen om grote vermogens een eerlijke bijdrage te laten betalen. Dat is nu mogelijk. Vergeet de hervorming van de energiefactuur niet. Als de prijzen heel sterk stijgen, treedt een beschermingsmechanisme in werking. Dat zijn stappen in de goede richting, maar er is meer nodig.”

‘Op een bepaald moment waren we aan het discussiëren over de btw op noten, levende dieren en doodskisten. Zo verlies je jezelf in details’

Vreest u het Europese strafbankje?

VAN PETEGHEM. “Vanaf volgend jaar zal de Europese Commissie de budgettaire cijfers opnieuw van nabij bekijken. De Belgische toestand stelt ons niet op ons gemak. Ik hoop dat die Europese dreiging niet nodig zal zijn om de zaken in de juiste richting te sturen. Ofwel zet de volgende regering de juiste stappen, ofwel komt de Europese Commissie over onze schouders kijken en beginnen de financiële markten druk te zetten. We moeten te allen prijze vermijden dat we het stuur niet meer zelf in handen hebben. Als we hervormingen met toekomstperspectief op tafel leggen, zoals de fiscale hervorming, dan kunnen we de Europese Commissie ervan overtuigen dat het in de goede richting gaat.”

Dat Vivaldi geen hervormingspalmares heeft, zou volgens analisten te maken hebben met het grote aantal partijen in de regering. Maar hebben bepaalde lobby’s niet te veel invloed? Elke hervorming stuit op kritiek.

VAN PETEGHEM. “Ik herinner mij de discussies over de fiscale hervorming. Er zaten mensen om de tafel die vooral de belangen van hun lobbygroepen wilden verdedigen. Neem de harmonisatie van de btw-tarieven. Dat was een voorstel om het systeem eenvoudiger te maken en zo de lasten te verlagen dankzij de efficiëntiewinsten. Als je in de Quick een hamburger vraagt, volgt de vraag of je die meeneemt of ter plaatse opeet, omdat je in het eerste geval 12 procent btw betaalt en in het tweede geval 6 procent. Op een bepaald moment waren we aan het discussiëren over de btw op noten, levende dieren en doodskisten. Zo verlies je jezelf in details.”

Bent u voorstander van een Vivaldi II? Desnoods met een nog kleinere Vlaamse minderheid?

VAN PETEGHEM. “De kleur van de kat maakt mij niet uit, als ze maar muizen vangt. Met democratische partijen moet je tot een akkoord kunnen komen, waarin de hervormingen de kern vormen. De Vlaamse partijen moeten voldoende draagvlak hebben bij de kiezers. Dat zal nodig zijn om keuzes te maken. We kunnen enkel hopen dat verantwoordelijke partijen die stappen willen nemen. In het verleden is de partij die mee de Vlaamse meerderheid kon vormen (de N-VA, nvdr), aan de kant blijven staan.”

Moet er een staatshervorming komen? Op Vlaams niveau zijn uw partijgenoten voorstander van meer bevoegdheden, bijvoorbeeld in het arbeidsmarktbeleid. De regionale verschillen in de werkzaamheidsgraad vragen eigen accenten, zegt Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v).

VAN PETEGHEM. “Alle partijen zijn voorstanders van homogenere bevoegdheidspakketten, al vult iedereen dat op zijn manier in. Voor sommigen is dat meer federaal, voor anderen meer regionaal. Cd&v wil extra Vlaamse bevoegdheden om tot meer daadkracht en efficiëntie te komen. Maar de staatshervorming blijft een middel, geen doel. Confederalisme is niet de oplossing voor alles. We moeten durven na te denken of een staatshervorming de arbeidsmarkt beter kan doen draaien en de gezondheidszorg sterker kan maken.”

Bio

• Geboren in Gent in 1980
• Doctor toegepaste economische wetenschappen (UGent)
• 2012-2016: ­professor ­management en directeur onderwijsinnovatie aan Edhec Business School in Rijsel
• 2016-2019: ­federaal volksvertegenwoordiger
• 2019-2020: Vlaams ­Parlementslid
• Sinds 2019: ­burgemeester De Pinte
• Sinds 1 oktober 2020: federale ­vicepremier en minister van ­Financiën

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content