Urbain Vandeurzen: ‘Voor topondernemers heb je toponderwijs nodig’
Urbain Vandeurzen heeft zich na de lucratieve verkoop van zijn technologiebedrijf LMS ontpopt tot een rasinvesteerder die de vinger aan de pols van de economie en de politiek houdt. “Het federale politieke toneel is droevig”, stelt de ex-voorzitter van Voka en Gimv.
Nu 2019 bijna voorbij is, selecteert Trends de artikels die vorig jaar het meest in de smaak vielen bij de lezers. Urbain Vandeurzen betreurt dat hij naar eigen zeggen onvoldoende gerealiseerd heeft in de vernieuwing van het onderwijs.
Het minste wat je van Urbain Vandeurzen kan zeggen, is dat hij niet bij de pakken is blijven zitten na de verkoop van zijn Leuvense testsoftwarebedrijf LMS voor 420 miljoen euro. Dat was eind 2012. Een handvol jaren later is Vandeurzen via zijn family office aandeelhouder in twintig niet-beursgenoteerde, technologische ondernemingen.
Investeren doet hij zowel rechtstreeks, bijvoorbeeld in de Genkse parketfabrikant Di Legno en het zorgverleningsbedrijf Cubigo, als via de fondsen Fund+ en Smile Invest. Via Fund+, het fonds van ThromboGenics-oprichter Désiré Collen, is hij aandeelhouder in een tiental niet-beursgenoteerde ondernemingen in lifesciences. Daarnaast zijn er enkele directe strategische investeringen in beursgenoteerde lifesciencesondernemingen zoals argenx en Biocartis. De andere helft van de participaties omvat ICT- en industriële bedrijven, zoals het Leuvense roboticabedrijf Pick-It en het Gentse fintechbedrijf Harmoney.
Smile Invest, een groeifonds van 350 miljoen euro waarin zowat veertig Vlaamse en Nederlandse investeerders participeren, richtte Vandeurzen zelf op. Vorig jaar stapte Smile Invest in het beveiligingsbedrijf Smart SD, en nu is een tweede investering rond, in Rovers, een Nederlandse specialist in medische technologie (zie kader Overname van Rovers).
Daarnaast investeert Vandeurzen gul in Droia, het fonds van de voormalige aannemer Luc Verelst, dat 150 miljoen heeft verzameld voor kankeronderzoek, en trekt hij met zijn mecenaatsinitiatief Mission Lucidity stevig de kar in de strijd tegen dementie.
Al die operaties leidt hij vanuit zijn hoofdkwartier, het gerestaureerde Wit Kasteel in het Vlaams-Brabantse Linden. Op het domein bevinden zich tevens een restaurant en wijnbistro én een wijngaard, waarmee hij vaker dan hem lief is in het nieuws is gekomen door buurtprotest tegen de geplande constructie van een wijnproductiegebouw.
Intussen engageert Vandeurzen zich nog altijd graag voor de bedrijfswereld. Zo heeft de geboren Limburger, die bekendstaat als een gewiekste onderhandelaar met een erg breed netwerk, als voorzitter van het Ondernemingsplatform Limburg het economische post-Ford Genk-plan SALK uitgewerkt, en flankeert hij als voorzitter van het onderzoekscentrum Flanders Make onze maakindustrie, die materialen, sensoren en elektronica tot slimme, nieuwe producten verwerkt. Maar terwijl hij voor maakbedrijven en zelfs in de strijd tegen dementie hoopvol is, is dat heel wat minder het geval voor onze politiek en de economische vooruitzichten.
U verkocht LMS in 2012. Te vroeg?
URBAIN VANDEURZEN. “LMS had nog lang op eigen kracht kunnen doorgaan. Maar dan bestond het gevaar dat de consolidatie in de sector zijn leiderspositie zou uithollen. De timing zat juist, ook voor mezelf. Ik had dat geld op een bankrekening kunnen zetten of er een extra buitenverblijf mee kunnen financieren, en voorts op mijn lauweren kunnen rusten. Maar ik wou het geld gebruiken als hefboom voor veel meer. Ik kan nu op tien borden tegelijk schaken en durf toch in alle bescheidenheid te zeggen dat het om een indrukwekkend gamma van activiteiten gaat. Via Smile Invest en andere fondsen bouw ik aan een portefeuille van veertig à vijftig bedrijven, waaruit misschien vijf of tien LMS’en ontstaan.”
Alzheimer is onze grootste maatschappelijk-medische uitdaging, groter dan de som van kanker en cardiovasculaire ziektes
Hoe bent u te werk gegaan?
VANDEURZEN. “Voor het vermogensbeheer werken we samen met Econopolis, waarvan ik ook aandeelhouder en bestuurder ben geworden. En ik wou bij mijn stiel blijven: hoogtechnologische ondernemingen die internationaal leiderschap nastreven, succesvol maken. Ik beschouw mezelf als een initiatiefnemer die deuren opent en mee kan begeleiden en inspireren. En ik heb ondervonden dat ik mensen ook heel vaak ambitieuzer moet maken.”
Zit u op schema?
VANDEURZEN. “We bouwen bij Smile Invest in de komende vijf jaar onze portefeuille uit in een tempo van twee à drie investeringen per jaar. Fund+ zit aan tien dossiers, en dat gaat richting vijftien à zeventien dossiers. Daarnaast hebben we een beperkte portefeuille van enkele durfkapitaaldossiers en enkele strategische participaties in beursgenoteerde ondernemingen. Dus we zitten op schema om te gaan naar veertig, vijftig ondernemingen waarin we een rol spelen.”
U zoekt ook geld voor onderzoek naar neurodegeneratieve ziektes als alzheimer. Waarom?
VANDEURZEN. “Ik was daar al voor de verkoop van LMS mee bezig. Dat raakt veel mensen persoonlijk. Het is onze grootste maatschappelijk-medische uitdaging, groter dan de som van kanker en cardiovasculaire ziektes. Mijn moeder is overleden aan de gevolgen van dementie. Als je dat proces meemaakt… Dementie treft wereldwijd al 50 miljoen mensen, van wie 130.000 in Vlaanderen. Tegen 2035 zijn er 190.000 Vlaamse patiënten. De maatschappelijke kostprijs bedraagt 4 miljard euro, maar straks is dat 6 miljard. Dat is niet houdbaar.
“Ik vond het noodzakelijk onderzoekers extra middelen te bezorgen om datgene te doen waarin ze echt geloven maar dat ze via normale kanalen niet gefinancierd krijgen omdat het zo risicovol is. Dus ben ik gestart met de campagne Opening the Future, die 10 miljoen euro verzamelde. Maar hoe dieper ik erin dook, hoe meer ik zag hoeveel kwaliteit we hebben in onderzoek. Zo ontstond het idee hier een topinstituut van te maken, waarmee we ons op de wereldkaart zouden zetten. Dus hebben we het platform Mission Lucidity opgezet. We hebben 200 wetenschappers samengebracht om de krachten te bundelen tussen de KU Leuven, het UZ Leuven, het onderzoekscentrum imec en het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB). Het is onze ambitie een belangrijke doorbraak te forceren in het decoderen van dementie. Daarvoor hebben we in de komende tien jaar ruim 200 miljoen euro extra nodig. We zijn in Vlaanderen in staat doorbraken te creëren. Eerder is van hieruit ook al het probleem van aids in grote mate opgelost, met dank aan mijn goede vriend Rudi Pauwels. Bart De Strooper, een wereldautoriteit op het gebied van alzheimer, is alvast ongelofelijk optimistisch. Hij denkt binnen twee jaar de basis te hebben om klinische studies te starten voor de ontwikkeling van een geneesmiddel.”
U bent ook voorzitter van Flanders Make, het onderzoekscentrum voor de maakindustrie.
VANDEURZEN. “Dat heeft met de Vlaamse regering een tweede convenant voor vijf jaar afgesloten, met een budget van ruim 200 miljoen op vijf jaar waarbij de industrie zelf evenveel middelen inbrengt. We gaan ook van 500 onderzoekers naar 800, met drie onderzoeksites: in Lommel, Leuven en Kortrijk. Er werken nu 150 Vlaamse maakbedrijven nauw samen met Flanders Make. Als je alle recente investeringsaankondigingen ziet, moet je vaststellen dat onze maakindustrie in goeden doen is. Het doemdenken rond de Vlaamse industrie is achterhaald en mag stoppen. We zijn ze een relance aan te geven.”
Maar wat dan met bedrijven die hun productie deels verkassen, zoals de busbouwer Van Hool, die naar Macedonië en de VS trekt?
VANDEURZEN. “Daar is niks mis mee, want anders zou Van Hool misschien niet meer bestaan. Uiteraard moet je je kerncompetenties hier hebben, maar de kracht van bedrijven die op wereldschaal spelen, is internationalisering. We moeten er wel voor zorgen dat er voldoende redenen zijn voor hen om hier te blijven investeren. Dat heeft dan te maken met onderwijs, maar ook met de innovatiekracht van Vlaanderen, dat mooie ecosystemen heeft gebouwd, zoals het Leuvense gebeuren rond imec en de universiteit met zijn spin-offwereld, of het ecosysteem rond het VIB. Of Limburg, waar ik de voorbije vijf jaar toch ook de mouwen heb opgestroopt, en dat al lang niet meer het zwakke broertje van Vlaanderen is, of de Antwerpse chemiecluster met recent belangrijke nieuwe investeringen.”
U investeert ook in wijnbouw.
VANDEURZEN. “Dat is toeval. Bij het aankopen van dit domein kon ik ook landbouwgrond kopen, waarvan bleek dat die ooit was gebruikt voor wijnbouw. 80 procent van het perceel blijkt topkwaliteit te zijn. We hebben de beste wijnstokken en druivensoorten geselecteerd en een topwijnmaker aangeworven. In ons eerste productiejaar wonnen we meteen twee gouden medailles.”
Maar er kwam buurtprotest tegen de bouw van een zogenaamd vinificatiecentrum.
VANDEURZEN. “Eén keer is zelfs aanzienlijke vernieling aangericht aan de wijnranken. Een tweede keer was het beperkt. Dat is schandalig en strafbaar. Mensen mogen hun mening hebben, maar het recht niet in eigen handen nemen.”
Hebt u overwogen de handdoek in de ring te gooien?
VANDEURZEN. “Opgeven staat niet in mijn woordenboek. Als ik het zou opgeven zou het erg zijn. Wie kan dan nog iets voor elkaar krijgen? Ik zal doorgaan tot de laatste snik.”
U bent zelfs in de champagnesector gestapt.
VANDEURZEN. “Ook bij toeval. Een vriend van mijn zoon kwam in de champagnestreek de familie Devavry tegen. Die wou een champagnefles in carbon maken en zocht een investeerder. Ik vond het niets voor ons, maar mijn zoon drong aan. We hebben dan een joint venture opgericht, en heel veel tijd gestoken in het businessplan en de productie en de marketing. Ik heb zelf onderhandeld met Liberty Global, de groep achter Telenet maar ook de eigenaar van de formule 1. Onze champagne, Carbon, wordt nu gebruikt als podiumchampagne na formule 1-wedstrijden. Eind vorig jaar hebben we dat contract voor drie jaar kunnen verlengen.”
U had ten tijde van LMS allicht nooit gedacht dat u ooit actief zou zijn in champagne en een restaurant zou uitbaten?
VANDEURZEN. “Dat klopt. Je moet ook geen restaurant beginnen om geld te verdienen. Dat is een sector waar heel veel energie in kruipt, maar die niet erg winstgevend is. Maar de combinatie met de wijngaard en de wijnverkoop levert toch een positieve businesscase op.”
Wat zou u nu anders aanpakken?
VANDEURZEN. “De vernieuwing van het onderwijs. In dat verhaal heb ik onderzettend veel energie gestoken, maar helaas onvoldoende gerealiseerd. Nog voor ik Voka-voorzitter werd, heb ik als voorzitter van de commissie Accent op Talent, die werkte onder de koepel van de Koning Boudewijnstichting, een programma voor een diepgaande onderwijshervorming op tafel gelegd. Ruim tien jaar later moeten we vaststellen dat dat een grote gemiste kans is. We zien in de statistieken van PISA, het internationaal vergelijkend onderzoek dat de kennis en vaardigheden van jonge studenten test, dat de excellentie in het Vlaams onderwijs afneemt, dat we minder topstudenten hebben en onze positie erop achteruitgaat. We zien ook dat de technologische opleidingen heel veel studenten verliezen en dat duaal leren, een fantastisch concept, moeilijk van de grond komt. We omarmen uitmuntendheid in het onderwijs te weinig. Topondernemers krijg je niet zomaar. Daarvoor heb je toponderwijs nodig.”
Voor de federale regering is het heel eenvoudig: als je je studiejaar niet afmaakt, verdien je geen rapport
Wat vindt u van de politieke actualiteit?
VANDEURZEN. “Het federale politieke toneel is droevig en ontgoochelend. Daar zijn geen winnaars. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen zien we puur politieke positionering. Het maatschappelijk belang komt op de tweede plaats. Dat is niet wat je zou verwachten van mensen die staatsmannen en -vrouwen zouden moeten zijn in deze moeilijke periode. Het voorspelt weinig goeds. Het is blijkbaar heel moeilijk het belang van de partij of lobby’s te overstijgen. Nochtans kan het. Kijk naar Nederland, dat het veel beter doet en zelfs een begrotingsoverschot kan voorleggen. Of naar de Scandinavische landen, of Zwitserland, dat met een overheidsbeslag van 35 procent toch een betere dienstverlening heeft. We weten dat we een veel te complexe en te dure structuur hebben, met een ondermaatse dienstverlening, terwijl belangrijke troeven als onderwijs of gezondheidszorg verwateren.”
U vreest dat ons bovendien een lange periode van onzekerheid en weinig daden wacht.
VANDEURZEN. “We zijn in een situatie beland, waarin nog weinig kan gebeuren op het gebied van hervormingen of investeringen. Het risico is dat de begroting verder ontspoort. Ik vrees ook dat de coalitievorming op federaal en zelfs op Vlaams niveau niet gemakkelijk zal verlopen. En dat terwijl de economie in Europa en de hele wereld afkoelt. Ook hier zijn er bedrijven die het water tot aan de lippen hebben staan, die te weinig geïnvesteerd hebben in innovatie. Zij krijgen het moeilijker.”
De eerste gevolgen zijn er al. Het loonoverleg is afgesprongen en de lancering van 5G, de volgende generatie mobiele netwerken, is uitgesteld.
VANDEURZEN. “Het verbaast mij niet dat we in deze situatie verzeild zijn geraakt. Iedereen weet dat men in loonoverleg meestal pas tot een akkoord komt als de regering dat akkoord wat kan smeren. Maar de sociale partners weten dat de regering in lopende zaken zit, en toch lopen de vakbonden weg van de onderhandelingstafel en kondigen ze stakingen aan. Dat zal niets oplossen.
“Ook bij het uitstel voor 5G speelt het ontslag van de regering een rol. Daar wordt een politieke zaak van gemaakt, terwijl je met 5G ongelofelijke dingen kan doen. Dan heb ik het niet over de smartphone, maar over toepassingen voor bedrijven. En zo lopen we ook op dat gebied achter, terwijl we klaarstonden om een voorsprong te nemen.”
Maakt dat u pessimistisch?
VANDEURZEN. “Enerzijds zijn er de ecosystemen die sterk gegroeid zijn en onze kenniseconomie performant maken. Dat stemt me positief. Anderzijds ontbreken de grote hervormingen in de arbeidsmarkt, in pensioenen en in de overheid, en blijven de overheidsinvesteringen op een veel te laag niveau. Wij halen daarin slechts 2,2 à 2,3 procent van het bbp, terwijl Nederland dicht bij 3,5 procent zit. Als je vijftien, twintig jaar lang te weinig investeert, loop je onherroepelijk achter in infrastructuur en mobiliteit. Dus je hebt niet-bestaande hervormingen en niet-uitgevoerde investeringen. Dat zijn handicaps die wegen op de competitiviteit van onze ondernemingen.”
Waarom gaat het zo moeizaam met die hervormingen?
VANDEURZEN. “België heeft het zeer moeilijk belangrijke hervormingen op eigen kracht door te voeren. Misschien moeten ze dus van buitenaf opgelegd worden: Europa dat ons verplicht budgettair in een strakker kader te opereren of een pensioenhervorming oplegt. Er is ook dat sociaal overleg, waarvan wordt beweerd dat het veel veranderingen tegenhoudt. En er is de politieke versnippering en de heel complexe federale besluitvorming met grendels via supermeerderheden of alarmbelprocedures. Kortom, er zijn heel veel structuren die verandering tegenhouden. We betalen daar de prijs voor in de vorm van een zeer groot overheidsbeslag. Het is dan verontrustend dat desondanks nog altijd 2 miljoen Belgen onder de armoedegrens zitten en we op heel veel domeinen niet mee zijn met de besten.”
Welk rapport geeft u de regering?
VANDEURZEN. “De Vlaamse regering heeft het heel goed gedaan in een aantal domeinen die me na aan het hart liggen, zoals innovatiebeleid en welzijn. Maar voor de federale regering is het heel eenvoudig: als je je studiejaar niet afmaakt, verdien je geen rapport.”
Bio
– Geboren in Opglabbeek, 62 jaar
– Gehuwd, twee kinderen
– Burgerlijk ingenieur werktuigkunde KU Leuven, doctor in de toegepaste wetenschappen
– 1980: wordt aandeelhouder van het een jaar eerder opgerichte LMS
– 1982: CEO en later ook voorzitter LMS International
– 2006-2009: voorzitter Voka
– 2011-2016: voorzitter Gimv
– 2013 -2018: voorzitter Ondernemersplatform Limburg
– Voorzitter en CEO VMF Invest, voorzitter Smile Invest, Flanders Make, Opening the future en Mission Lucidity
Overname van Rovers
Smile Invest heeft zopas de meerderheid verworven van Rovers Medical Devices, de wereldmarktleider in producten voor celafname voor medisch onderzoek. Die producten van het in het Nederlandse Oss gevestigde Rovers worden voornamelijk gebruikt bij het screenen op baarmoederhalskanker. Ruim 40 procent van de vrouwen in ontwikkelde landen wordt nog steeds niet regelmatig getest op baarmoederhalskanker. Rovers verwacht zijn tests ook te kunnen invoeren in minder ontwikkelde landen.
Portefeuille
Vandeurzen is via Fund+ aandeelhouder in een tiental niet-beursgenoteerde ondernemingen in lifesciences, en daarnaast zijn er enkele directe strategische investeringen in beursgenoteerde lifesciencesondernemingen zoals argenx en Biocartis. De andere helft van de participaties omvat ICT- en industriële bedrijven, zoals het Leuvense roboticabedrijf Pick-It en het Gentse fintechbedrijf Harmoney.
Vandeurzen is ook meerderheidsaandeelhouder van de Genkse parketfabrikant Di Legno en heeft geïnvesteerd in het zorgverleningsbedrijf Cubigo, dat volgens Vandeurzen op zeer grote projecten in de VS broedt.
Urbain Vandeurzen over
Zijn kinderen: “Mijn zoon Bert (36) neemt in het family office meer de operationele kant op zich, terwijl mijn dochter Katrien (34) me ondersteunt in mijn persoonlijke activiteiten. En dan hebben we enkele externen en een beperkte staf die dossiers financieel opvolgt. In totaal gaat het om een tiental mensen.”
Ontspanning: “We hebben in de familie de afspraak een week per maand samen naar Spanje te trekken. Ik hou me daar in de voormiddag bezig met mails en telefoontjes, om nadien te genieten van de blauwe lucht en de zon. Dat is een goede compensatie voor al het werk. Ik geloof overigens ook niet dat je tot het einde van je dagen als zot moet blijven draaien.”
Zelfvertrouwen: “Ik kom uit een eenvoudig gezin”, zegt Vandeurzen. “Mijn vader was onderwijzer en verzekeringsagent, mijn moeder werkte thuis. Mijn ene grootvader was landbouwer, de andere aannemer en schrijnwerker, dus daar zat wel wat ondernemerschap. Maar ik kreeg vooral mee hard te werken en mijn talenten maximaal te gebruiken. Het hielp dat ik een buitengewoon goede student was. En bij LMS internationaal werken met topbedrijven als Porsche, Mercedes, BMW, Boeing en Airbus, gaf me veel zelfvertrouwen. Ik vond dat ik me niet bescheiden moest opstellen. Ik was ook al heel vroeg betrokken bij de werkgeversfederatie VEV, dat nu Voka heet. Ik zag er als jonge snaak de bazen van grote bedrijven en wou erbij horen. Ik ambieerde dat voorzitterschap ook, en werd er uiteindelijk voor gevraagd. Dat is nog altijd de meest intensieve, spannende en tofste periode uit mijn carrière.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier