Vrije Tribune
Fiscale soevereiniteit of vrij verkeer?
Hoe gaat dat in een club? In eerste instantie wordt er van uitgegaan dat alle leden even correct als loyaal is. Het oorsprongsgenoom van iedere zichzelf respecterende club is erop gericht zich te handhaven ten opzichte van de buitenwereld.
Na verloop van tijd blijkt dan dat niet ieder clublid even loyaal en toegewijd is aan de nochtans gezworen groepstrouw. Dit principe geldt voor iedere club.
Een van de allergrootste clubs is de Europese Unie te boek. En jawel, ook die heeft dat groepsgenoom, zelfs in fiscale aangelegenheden.
Als basisregel gold dat de lidstaten ervan uitgingen dat alle leden zich fiscaal deftig zouden gedragen. Dat er zich dus in hun rangen geen belastingparadijzen bevinden. Bleek dat alle landen aanvaardbare belastingtarieven hebben. Voldoende om basisvertrouwen te hebben. De lidstaten richtten hun pijlen dus eerste instantie naar de belastingparadijzen die per definitie buiten de EU gelegen zijn. Na verloop van tijd werd de summiere interne controle wel wat uitgebreid en bekeken of er bijzondere belastingstelsels bestonden die oneerlijke belastingconcurrentie doen ontstaat tussen Lidstaten. Maar voor zover een belastingstelsel algemeen toepasselijk is op een voldoende breed gedragen groep van belastingplichtigen, stelt zich geen probleem.
Fiscale soevereiniteit of vrij verkeer?
De recente media-aandacht voor de Ierse belastingrulings die resulteren in een effectieve belastingdruk van nauwelijks 2 procent, en de Luxleaks-affaire tonen aan dat het belastingschoentje op een andere plaats knelt. Er moeten garanties komen dat zich in de bijzondere toepassing van belastingstelsels geen individuele abnormaliteiten kunnen voordoen. Zulke abnormaliteiten leiden tot een effectieve belastingdruk die aan een belastingparadijs doet denken. De controle en garanties op systeemeenheid volstaan dus niet langer. De garanties tussen de staten moeten zo ver reiken dat in ieder individueel geval de afdracht van een ‘fair share of taxes’ gewaarborgd is.
Dit betekent echter dat twee van de essentiële basiswaarden diametraal tegenover elkaar komen te staan: het fiscale soevereiniteitsprincipe en het vrij verkeer. Ofwel staan de lidstaten op termijn een deel van hun fiscale soevereiniteit af om op Europees niveau uitwassen te beteugelen. En dan komt men tot een Europese minimumheffing. Ofwel komt in het nationale recht van de individuele lidstaten de mogelijkheid om een ruimere antirechtsmisbruikbepaling voor belastingheffingen (of beter de niet-heffing) in andere lidstaten. Zulke bepalingen betekenen een rechtstreekse beperking van de vrijheid van kapitaalverkeer, vestiging en handel.
En net dat is de echte kern van het Europese gedachtegoed. De fiscale soevereiniteit opgeven wordt een harde noot om te kraken, maar het vrij verkeer beteugelen betekent dat we het Europese gedachtegoed laten varen. Het laat zich aanzien dat het laatste de overhand zal halen op het eerste. Dat zal niet zonder slag of stoot gebeuren, maar elke nieuwe affaire doet de fiscale soevereiniteit afbrokkelen en brengt een Europese basisbelasting weer een stap dichterbij.
Jan Tuerlinckx
Advocaat – vennoot
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier