De balans: de nepsanering van de regering-De Croo

Minister van Energie Tinne Van der Straeten en premier De Croo © belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De Vivaldi-coalitie sloot de begrotingscontrole af met een inspanning van 1,7 miljard euro. Eerste minister Alexander De Croo (Open Vld) verkoopt dat als een gedeeltelijke besparing, terwijl de uitgaven niet dalen. Ze stijgen gewoon minder snel, onder andere in de pensioenen. De uitgaven voor de minimumpensioenen verkocht De Croo in de Kamer als “een investering”. Dat foute taalgebruik is verontrustend.

De inkt van het akkoord over de begrotingscontrole 2023 was nog niet droog of de neocommunistische woelwater Raoul Hedebouw (PVDA/PTB) had zijn kritiek al klaar liggen: “De linkse partijen van Vivaldi plegen woordbreuk. De pensioenen zouden stijgen en er zou nooit op bespaard worden. Nu wordt 126 miljoen euro bespaard op de minimumpensioenen. Op het moment dat het leven zoveel duurder wordt.”

Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) kon dat niet laten passeren. In de studio’s van Terzake benadrukte hij dat het minimumpensioen vandaag 300 euro per maand meer bedraagt dan in 2020. “De pensioenen blijven stijgen, maar we voegen er een paar euro minder stijging aan toe. Dus zeggen dat we in de zakken van de gepensioneerden zitten, is een raar idee”, zei hij. Vandenbroucke heeft gelijk en zegt daarmee eigenlijk dat er niet bespaard wordt. De uitgaven stijgen gewoon minder snel.

Premier Alexander De Croo en zijn partij Open Vld gaven een andere boodschap mee. De inspanning van bijna 1,8 miljard euro of 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) bevat volgens de liberalen wel degelijk heel wat besparingen. Dan hanteren zij een andere definitie van het woord dan wat er in de woordenboeken staat. Volgens Van Dale betekent besparen ‘minder geld uitgeven, bezuinigen’. Dat gebeurt hier niet. Er wordt gewoon ‘minder meer uitgegeven’. Zo stijgen de uitgaven voor leef­lonen, werkloosheidsuitkeringen, inkomens­garanties voor ouderen en minima voor arbeidsongeschiktheid niet, dat klopt. Dat is een minderuitgave van 248 miljoen euro, maar een besparing mag men dat niet noemen. Het is eerder een nepsanering. Itinera-hoofdeconoom Ivan Van de Cloot had het in de studio van Kanaal Z dan ook over “peanuts”.

Dat foute taalgebruik is verontrustend, want het wekt de indruk dat het met onze overheidsfinanciën al bij al nog meevalt. Het is een oude Belgische ziekte dat minder sterk stijgende uitgaven als een besparing worden verkocht. Ook al flirten de overheidsuitgaven in ons land met de grens van 55 procent van het bbp, een daling van die uitgaven staat niet op de agenda. De vorige regeringen waren in hetzelfde bedje ziek. Bijna nooit werd werk gemaakt van dalende overheidsuitgaven. Enkel in 2014-2015 werden maatregelen genomen die het predicaat ‘doortastend beleid’ mogen dragen. De regering-Michel koos toen voor een indexsprong, waardoor de uitgaven in die periode minder snel stegen dan de economische groei.

Pensioenen verpakt als ‘investering’

Alexander De Croo maakte het al te bont tijdens het vragenuurtje in de Kamer op donderdag. Hij verdedigde het begrotingsakkoord en ging dieper in op de minimumpensioenen. Die stijgen volgend jaar met 2 procent in plaats van met 2,65 procent. De liberalen verkopen dat als een overwinning. De Croo was daar zo enthousiast over dat hij benadrukte dat het optrekken van de minimumpensioenen gelijk staat aan “investeren in pensioenen en de mensen”. Onder Vivaldi hebben woorden en concepten een andere betekenis. Of tout court geen betekenis meer. Geld gewoon uitgeven aan uitkeringen is geen investering. Wie zijn winkelkar vult en thuiskomt, zegt toch ook niet dat hij “in de supermarkt 100 euro heeft geïnvesteerd”?

De ‘plusjes’ uit de fiscale hervorming zijn al binnen

Ook verontrustend is de manier waarop de regering op zoek gaat naar nieuwe inkomsten om de begroting op te smukken. Vorig jaar moest een strenger systeem van auteursrechten de staatskas spijzen. Deze keer is het de minimumbelasting op multinationals. Het gaat hier om ingrepen die aanvankelijk voorzien waren in het grote belastingplan van minister van Financiën Vincent Van Peteghem (cd&v). Ze moesten deel uitmaken van een nieuwe taxshift waarbij de lasten op arbeid worden verlaagd, die dan gecompenseerd worden door nieuwe of hogere taksen elders. Welnu, de regering-De Croo is al bezig om dat tweede deel uit te voeren. De ‘plusjes’ van de fiscale hervorming dus. Of er nog sprake zal zijn van het invoeren van de ‘minnen’ – de belastingverlagingen dus – zoals het optrekken van de belastingvrije som, valt te betwijfelen.

Aanvankelijk zou de fiscale hervorming tijdens deze begrotingscontrole op tafel komen te liggen. Tot de regering besloot ze te verdagen tot na de paasvakantie. Nu blijkt dat ze pas deze zomer op de agenda staat. Dat is tien maanden voor de verkiezingen. Weinig kans dus dat hier nog resultaat wordt geboekt.

Partner Content