KINSHASA, RUE DES DEUX-EGLISES
De SP-voorzitter heeft gelijk : Louis Tobback ziet geen veranderingen in Zaïre die vandaag ontwikkelingssamenwerking verrechtvaardigen. In zijn logika is dat koherent en konsekwent. Anderen lijden aan selektief geheugenverlies : “De situatie vandaag is verschillend van medio ’90 door de demokratizering en de bereidheid om door te gaan met het demokratizeringsproces. Vergis u niet van tegenstrever, ” aldus CVP-voorzitter Van Hecke, “die is niet het Zaïrese volk, maar hij zit in Gbadolite. “
Kom nou. Na 24 april ’90 kende Zaïre al een levendig demokratisch debat en een bloeiende vrije pers. Het verschil met ’90 is dat Brussel dat tóen niet wilde zien. Het verschil ligt vandaag niet bij de tegenstrever, Moboetoe, maar bij de oppositie, de Tshisekedi’s, Kengo’s, Bo-Boliko’s of Kibassa’s die thans om de haverklap op pelgrimstocht trekken naar Gbadolite. In ’90 vonden de Belgische regering en de media, deskundig gemanipuleerd door de Zaïrese oppositie, het toelaten van drie politieke formaties maar niks. Vandaag zijn er 350 partijen, nog afgezien van de rivalizerende frakties binnen die formaties. Zodoende aktiveerde Brussel de politieke chaos en kon Moboetoe beter verdeel en heers spelen.
Kennelijk is men ook vergeten dat de Belgische regering alle landgenoten met het mes op de keel verplichtte Zaïre te verlaten, zodoende de ekonomische ineenstorting versnellend : in april ’90 was de koers 15,6 zaïre voor 100 frank ; in december ’90, na het gedwongen vertrek van de buitenlanders, was dat al 62,2 zaïre en in december ’91 maar liefst 2000 zaïre. Die repatriëring was nodig om veiligheidsredenen, zo werd gezegd. Is Zaïre vandaag dan zoveel veiliger ?
Moesten er vijf katastrofale jaren overheen gaan om nu, in een zwaar verslechterde politieke en ekonomische situatie, te konkluderen dat “een spoedige hervatting van de officiële bilaterale ontwikkelingssamenwerking niet alleen nodig is om de ergste noden te lenigen, maar ook om het demokratizeringsproces te ondersteunen” ? Wie beweert dat zoiets in juli ’90 niet het geval was, maakt zichzelf wijs wat hij niet geweten wil hebben. Met name dat de Belgische koalitieregering en de Zaïre-deskundigen zich toen politiek vergaloppeerden : Moboetoe stond niet klaar met gepakte koffers en de oppositie stond niet klaar met ernstige alternatieven. (Gek toch, hoe de “Zaïre-experts” van toen dat predikaat vandaag angstvallig verwerpen).
Cynisme of zwarte humor ? Wie intenties en emoties liet prevaleren op de politieke analyse, moet vandaag geen krokodilletranen plengen over “de doffe ellende van de Zaïrese bevolking” (Van Hecke). Die bevolking werd gegijzeld om een verandering aan de top af te dwingen.
Men kan tot inzicht komen. Van Hecke laat positieve geluiden horen, zoals “het zich niet laten verleiden tot binnenlandse twisten over Zaïre ; een oproep om het debat over Zaïre te voeren zonder vooringenomenheid en op een zakelijke manier. ” Deze nieuwe intenties dreigen echter binnen de kortste keren averechts uit te draaien : de CVP wil zich rechtstreeks mengen in het interne Zaïrese kluwen. De CVP werd immers gevraagd om de brokken te lijmen tussen de verdeelde vleugels van de kristen-demokratische PDSC. Meer nog, om de tegenstellingen binnen de hele radikale oppositie te helpen overbruggen.
Hebben onze politici dan niets geleerd uit Ruanda, waar hun onkunde leidde tot een tragedie ? Door de westers geïnspireerde Arusha-akkoorden werden Hutu’s en Tutsi’s gedwongen tot een paringsdans die uitmondde in een bloedorgie. Laat Zaïre zelf zijn evenwicht vinden.
De Zaïre-bocht van de CVP draait essentieel om het feit dat de Belgische regering zich ongemakkelijk voelt, omdat de VS en Frankrijk nu eigen initiatieven ontwikkelen. Zij willen zich niet meer op sleeptouw laten nemen door de Belgische Zaïre-kenners.
E.B.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier