Is uw bedrijf beursrijp?
Beursintroducties zitten in de lift. Ook kleine bedrijven kunnen nu geld ophalen bij het grote publiek. Maar het brengt ook verplichtingen en kosten met zich. Is een beursgang iets voor uw bedrijf?
Het aantal beursintroducties is het voorbije jaar sterk toegenomen. Op Euronext Brussel verwelkomden de beursautoriteiten in de eerste negen maanden twaalf nieuwe namen, tegenover tien in heel 2005. De komende drie maanden kunnen daar – als alles goed gaat – nog tien groepen bijkomen. Op andere Europese beurzen zien we dezelfde tendens. Euronext Parijs telde al 67 nieuwkomers in 2006, tegenover zestig in 2005. Bij de opkomende beurs van het moment, het Londense AIM, haalden nieuwkomers dit jaar al 10 miljard pond op, tegenover 8,9 miljard pond het jaar daarvoor.
De verklaring ligt voor de hand: het beursklimaat is opgeklaard. U hoeft maar te kijken naar de hoogte van sommige indexen. Voor Koen Dejonckheere, gedelegeerd bestuurder van KBC Securities, is een gunstig beursklimaat niet alles. “Het is veel makkelijker dan vroeger geworden om een beursintroductie te doen. Een beursgang is bereikbaar voor elk bedrijf dat bereid is zijn businessplan te delen met verschillende belanghebbenden zoals investeerders, analisten en pers, en volgens de regels te spelen.” Hij hamert erop dat transparantie een cruciale rol vervult en in het systeem ingebakken moet zitten. “Openheid brengt liquiditeit met zich . En dat zorgt op langere termijn voor toenemende interesse en mogelijk hogere koersen.” Jos Peeters, managing partner bij risicokapitaalverschaffer Capricorn, sluit zich hierbij aan. “Al wie zich verantwoordelijk gedraagt tegenover die grote groep onbekende beleggers, heeft zijn plaats op de beurs.”
Dejonckheere wijst erop dat er bij particulieren een gigantische berg cash aanwezig is die in beweging kan worden gezet. Hij pleit dan ook voor een nieuwe wet-Cooreman-Declercq om de overdracht van kapitaal tussen het ruime publiek en bedrijven te vergemakkelijken. Ten tweede staat de deur naar grote investeerders open. Steeds meer van hen werken via het Garpprincipe ( growth at a reasonable price). Ze zoeken overal ter wereld ondergewaardeerde groeibedrijven en voelen zich niet meer te belangrijk om in kleinere, sterke bedrijven 100.000 à 500.000 euro te investeren, terwijl ze vroeger de minimumdrempel op enkele miljoenen legden.
Voor Dejonckheere is een beursgang pas geslaagd als een onderneming verschillende types van aandeelhouders aan zich weet te binden. “Het aantrekken van institutionelen en kleine en grote particuliere investeerders is een must. De grote jongens zijn nodig als er een groot pakket geplaatst moet worden of een investeerder van het eerste uur – zoals een risicokapitaalverschaffer – wil uitstappen. De particulieren zijn nodig voor de alledaagse liquiditeit.”
Geen plafond voor emo-bedrijf
Er zijn verschillende redenen waarom een onderneming een beursgang kan overwegen. De hoofdreden is ongetwijfeld het ophalen van kapitaal. Laten we niet vergeten dat het samenbrengen van vraag en aanbod van kapitaal de bestaansreden van de aandelenmarkt is. Vers kapitaal ophalen, betekent ten eerste het risico spreiden, zodat de oprichters of investeerders van het eerste uur er niet meer alleen voor staan. Ten tweede kan een beursgang extra middelen samenbrengen om de groei te verzekeren of te versnellen. In veel gevallen zorgen de opgehaalde miljoenen ervoor dat een bedrijf zijn doelstellingen in één of twee jaar kan realiseren, in plaats van de eerder geplande vijf à tien jaar. Sommigen bekijken het anders en vinden dat ze bij de openstelling van het kapitaal anderen de mogelijkheid bieden deel te nemen in hun (succes)verhaal.
Hoeveel een bedrijf ophaalt, hangt volgens Jos Peeters van verschillende factoren af: “Hoeveel heb je nodig om je project te realiseren? Welke aandeelhouders willen verkopen en hoeveel stukken? Hoe hoog schat de begeleidende bankier de belangstelling in?” Veel hangt af van het profiel van de onderneming. “Voor een gespecialiseerd technologiebedrijf kunnen we slechts een selecte groep van investeerders aanspreken en is een bedrag van 30 miljoen euro het maximum. Voor een populair bedrijf dat emotie oproept, is er geen plafond,” verduidelijkt Dejonckheere.
Banken doen moeilijk
Het financiële aspect is lang niet alles. Olivier Bottequin, algemeen directeur van Archimède dat op 19 september naar de Vrije Markt van Euronext Brussel kwam, stipt de reclame en extra bekendheid aan als een belangrijke drijfveer om naar de markt te trekken. “Bankleningen zijn een minder haalbare optie, omdat banken steeds meer garanties eisen. De beursgang is overigens een uitstekende gelegenheid om onze interne structuur verder te ontwikkelen, zodat bijvoorbeeld onze financiële rapportering verbetert.”
Désiré Collen, CEO van biotechgroep Thrombogenics, zit op dezelfde golflengte. “Dankzij de opgehaalde fondsen zullen we de komende jaren ons onderzoeksbudget kunnen opdrijven tot 6 à 7 miljoen euro en de producten in onze pijplijn sneller ontwikkelen.” Ook naambekendheid, zichtbaarheid en vooral geloofwaardigheid zijn voor hem de voordelen van een beursnotering. “Je krijgt meteen een kwaliteitslabel bij veel partijen. De plotse toename van spontane sollicitaties uit het buitenland is een kleine indicatie,” lacht de bedrijfsleider. Als nadelen ervaart Collen de gedetailleerde audits en de striktere boekhoudregels. “Persoonlijk moet ik ook leren omgaan met de gewijzigde voorschriften over informatieverstrekking Op academische bijeenkomsten moet ik op mijn tellen letten en mag ik alleen publieke informatie geven.” Thrombogenics kreeg een plaatsje op Eurolist van Euronext Brussel op 7 juli van dit jaar.
Ondanks de vele voordelen verkiezen sommige bedrijven ervoor om de publieke markt links te laten liggen. “Ik kan voldoende strategische of tactische redenen bedenken waarom een bedrijf geslotenheid boven openheid verkiest,” geeft Koen Dejonckheere aan. “Het heeft trouwens weinig zin om naar de beurs te komen als het businessplan niet uitgaat van een stevige groei of het management en de oprichters alleen willen cashen.”
Alternext: toekomstige groeipool?
Bedrijven van alle slag vinden hun gading op Euronext Brussel, want er zijn drie afgebakende marktsegmenten: de sterk gereglementeerde Eurolist waar alle grote namen terug te vinden zijn, de kmo-markt Alternext en de Vrije Markt, waar de informatieplicht bijna nihil is. Op Eurolist komen de middelgrote en grote bedrijven terecht die op zijn minst 25 à 30 miljoen euro ophalen, zoals Thrombogenics en OncoMethylome Sciences. Alternext, dat eind mei van start ging, is geschikt voor kleine en middelgrote bedrijven die minstens 2,5 miljoen euro ophalen en minstens twee jaar bestaan. Geregelde publicatie van cijfers, een door de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) goedgekeurde prospectus en de aanwezigheid van een listingsponsor die onder meer de beursgang begeleidt, zijn de verplichtingen. De Vrije Markt ten slotte is het platform voor de kleine garnalen die een miljoen euro willen ophalen en zich niet willen binden aan enige informatieplicht.
De markt die in de startblokken is blijven steken, is Alternext. Slechts drie bedrijven, Evadix, De Rouck Geomatics en Emakina, hebben tot nu toe de stap gezet. “Die markt heeft te kampen met een gebrekkige liquiditeit en te weinig interesse van institutionelen,” verklaart Koen Dejonckheere. “De drie nieuwelingen haalden alleen middelen op bij retailbeleggers en dan ben je beperkt in de mogelijkheden.” Enkel Evadix slaagde erin het beoogde bedrag bijeen te harken (zie tabel: Wat levert Alternext op?). “We moeten institutionelen overtuigen dat de markt voldoende transparant is. Onze taak bestaat erin om kwalitatief hoogstaande bedrijven, die transparantie hoog in het vaandel dragen en bereid zijn verantwoording af te leggen bij het brede publiek, naar de markt te brengen. Daarna moeten we de bedrijven blijven opvolgen door geregeld onderzoeksrapporten te publiceren en door roadshows te houden bij bestaande en potentiële investeerders.”
KBC Securities voegt de daad bij het woord en brengt de komende weken met Porthus zijn eersteling naar Alternext. Porthus voldoet volgens Dejonckheere aan de criteria en moet een showcase worden voor andere bedrijven en Alternext zelf. “Het marktpotentieel is enorm, want tientallen ondernemingen hebben al interesse getoond en staan aan de poorten te dringen.” Dat het mogelijk is, toont het succes van Alternext Parijs. Op dit marktsegment staan al 57 namen en regelmatig maakt een bedrijf de overstap naar Eurolist.
Vrije Markt: valse noot
Dankzij de Vrije Markt is de drempel van een beursgang heel laag geworden. Zowat elk bedrijf kan er terecht voor eender welk bedrag, hoe klein ook. En de informatieplicht is zo goed als onbestaande. Het marktsegment ging in november 2004 van start met de introductie van Propharex en heeft ondertussen zo’n vijftien ondernemingen op zijn tabellen. Een succes. Onlangs temperde ZNJ de feestvreugde door een gerechtelijk akkoord aan te vragen. De verdere groei van de Vrije Markt kan hierdoor zeker op korte termijn een knauw krijgen. EMD, een verdeler van muziekinstrumenten, voelde deze bekoeling, want het slaagde er midden oktober slechts in de helft van zijn aangeboden aandelen te plaatsen. Een minimum aan regelgeving is duidelijk nodig of de toegangspoort voor kleine bedrijven naar de beurs wordt afgesloten.
“Het is onbegrijpelijk dat er geen transparantieplicht is,” stelt Dejonckheere. “Iedere investeerder moet gelijk worden behandeld of de markt wordt nooit een succes.” Jos Peeters voegt eraan toe dat de vraag naar dergelijk papier zeer cyclisch is en bij de minste beursaarzeling kan opdrogen. Bernard Ruzziconi, hoofd van SCF en bezieler van de Vrije Markt, is het daar niet helemaal mee eens. Hij verwacht dat in alle marktomstandigheden bedrijven naar de Vrije Markt zullen komen. “Voor een bankinstelling is leningen verstrekken aan kmo’s geen prioriteit meer. Als een bedrijf onvoldoende waarborgen kan bieden, zijn ze niet geïnteresseerd. Ontelbare bedrijven bekijken dan ook de Vrije Markt.” Voor Ruzziconi staat of valt een beursintroductie met de waardering. Is die optimaal voor het bedrijf en de beleggers, dan is dat een garantie voor succes.
Francis Muyshondt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier