Deze familie zet de deuren van haar appelboomgaard open voor evenementen: ‘We proberen de boomgaard te redden’
Het gaat de fruittelers economisch niet voor de wind. Liesl, Marnix en Niels Janssen van Corso bijten door de zure appel heen door te diversifiëren. “Twee of drie grotere evenementen in onze boomgaard zouden evenveel opbrengen als één jaar appels verbouwen.”
Corso Sap uit Oud-Turnhout belichaamt de uitdagingen waarmee jonge fruittelers in België worden geconfronteerd. Een onweersbui, geopolitieke problemen, goedkopere import en ander ongeluk liggen in een klein hoekje. Marnix, Liesl en Niels Janssen zoeken creatief naar alternatieve inkomstenbronnen om hun bedrijf levensvatbaar te houden en de reserve weer aan te vullen. Sinds het uitvoerverbod naar Rusland verdween die als sneeuw voor de zon.
Vader en moeder Janssen, de oprichters van Corso, hoeven alvast niet wakker te liggen van een opvolgingsprobleem. Hun 16 hectare grote appelboomgaard, die 600 tot 700 ton Belgische appels per jaar oplevert, wordt met liefde verzorgd door hun drie kinderen. Marnix en Niels zijn telers en zaakvoerders. Liesl springt na haar viervijfdebaan bij voor de administratie en de organisatie van evenementen, trouwfeesten, picknicks en verhuur. “We wonen en werken hier van kleins af aan. Ik heb nooit iets anders gedaan”, zegt Niels Janssen. “Ook Marnix ondervond dat hij niet gemaakt was om voor een baas te werken. De fruitteelt zit in ons bloed. De bomen staan hier en het is een mooie stiel.”
Ook zus Liesl Janssen kon niet weerstaan aan de lokroep van het familiebedrijf. Na zeven jaar in het buitenland keerde ze in 2015 terug naar België. Sinds drie jaar brengt ze haar horeca- en administratieve ervaringen mee in de zaak. “Toen ik ouder werd, besefte ik dat een verkoop van deze boomgaard verschrikkelijk zou zijn. Het is hier de hemel op aarde. Maar mijn broers moet je niet achter een computer zetten. Ik word dan weer niet gelukkig van dagen tussen de bomen te werken.”
Iedereen die naar onze boomgaard komt, zegt hoe prachtig het hier is. Daar moest meer mee mogelijk zijn
Duizend mensen
Liesl Janssen bracht een nieuwe wind in het bedrijf: “Iedereen die hier komt, zegt hoe prachtig het hier is. Daar moest meer mee mogelijk zijn.” De twee broers en zus begonnen te brainstormen en te testen. Het diversifiëren begon met de verkoop van appelsap, waarop de marge gevoelig hoger ligt. Vervolgens vroeg iemand om een brunch te midden van de bomen.
“We hebben nu een pop-uplocatie voor trouwfeesten, bieden plaats aan een paar grotere evenementen per jaar en verhuren het gastenverblijf buiten het plukseizoen, wanneer onze twintig Roemeense plukkers er niet verblijven”, zegt Liesl Janssen. De aanvragen voor trouwfeesten, picknicks, boomgaardbrunches en weekends op het domein lopen snel op. “Tussen mei en augustus is hier elk weekend minstens één privéfeest. De picknicks verkopen goed. ‘De Logé’ wordt apart verhuurd wanneer er geen evenementen zijn. Onlangs hadden we hier ons grootste feest ooit, een bedrijfsevenement voor duizend mensen. Zo’n twee tot drie grotere evenementen per jaar zouden evenveel opbrengen als appels verbouwen op diezelfde hectare.”
Hard werken
Dat het trio en hun ouders daardoor heel hard moeten werken, nemen ze erbij. “Door de events en de verhuur zijn we nu ook op zondag aan de slag”, zegt Liesl Janssen. “’s Avonds maak ik offertes en facturen, stel ik contracten op, mail ik klanten, regel ik cateraars, herinner ik mensen aan betalingen, enzovoort. Voor de picknicks verspreiden we tafels en stoelen over de boomgaard. We dekken met heel mooi porseleinen servies, kristallen glazen en zelfgemaakte gerechten. Dat is veel werk. Onze mama maakt alle desserts en bakt het verse brood. Onze papa kookt de maaltijden met uitsluitend Belgische producten. Samen doen we de afwas. Alles verloopt ambachtelijk en doen we zelf, tot en met de stickers op onze dozen met appelsap kleven.”
Corso zoekt duurzaamheid in zijn dagelijkse activiteiten. “De appeltelers koelen en rijden op zonne-energie. Zelf onze plukwagen rijdt niet meer op stinkende diesel”, zegt Marnix Janssen. “Op evenementen serveren we appelsap in glazen flesjes of karaffen”, duidt Liesl Janssen. “Alle meubels van De Logé en het servies van de picknicks en de evenementen zijn refurbished. Het speelgoed waarmee onze kinderen spelen, is nog van ons geweest.”
Domper
Met de diversificatie sijpelden ook andere problemen binnen. In Vlaanderen kan landbouwgrond niet zomaar een evenementenlocatie worden. Een verblijf dat gebouwd is om seizoensarbeiders te huisvesten, mag niet zomaar verhuurd worden aan toeristen. “Het is te zot voor woorden”, zegt Liesl Janssen. “Vroeger was het moeilijk om voor onze gastarbeiders huisjes, appartementen en bungalows in de buurt te huren. Nu hebben we ons eigen verblijf, maar dat zou de rest van het jaar leeg moeten staan? Van onze gemeente en de provincie krijgen we alle steun. Zij vergunden ons gastenverblijf, tot twee keer toe. Maar de Vlaamse afdeling Beleidscoördinatie en Omgeving tekent telkens beroep aan. We moeten naar de Raad voor Vergunningsbetwistingen in de hoop onze vergunning permanent uitvoerbaar te laten verklaren.”
De drie willen het familiebedrijf op een duurzame manier voortzetten. De vergunningsproblemen zijn daarbij een domper, zegt Liesl Janssen. “Het is nu te zwaar om na te denken over onze andere ideeën, zoals frambozenstruiken, plukdagen of een belevingsbos waar de gemeente naar vraagt. Misschien komen die zaken ooit nog, als de bevoegde dienst beseft dat we onze appelboomgaard proberen te redden. Dan kunnen Belgische kinderen over tien jaar nog lokale appels eten, in plaats van met het vliegtuig ingevoerd fruit.”
Aantal appeltelers met de helft gedaald
In 2002 telde Vlaanderen 1.259 appeltelers. In 2021 noteerde het Departement Landbouw en Visserij op basis van cijfer van Statbel nog slechts 625 bedrijven met een oppervlakte aan appelen. De jaarlijkse appelproductie voor heel België daalde in die twintig jaar van 348.617 ton naar 249.742 ton. De helft minder bedrijven levert bijna 30 procent minder appels. Kleinere bedrijven stoppen vaak door opvolgingsproblemen. Overblijvende bedrijven kiezen vaak voor schaalgrootte.
Fruittelers pleiten al jaren voor hogere minimumprijzen. De productiekosten bedragen 40 tot 50 cent per kilogram. Momenteel schommelt de appelprijs rond dat niveau, maar in 2022 bracht een kilo appelen maar 9 cent op. “We moesten smeken om onze appels te komen halen”, zegt Niels Janssen. “Maar nu de prijzen hoog zijn, is onze voorraad zo goed als uitgeput. Als we onze appels elf maanden willen bewaren, verhoogt dat onze koelkosten.”
Lees ook:
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier