Er zit zand in het systeem

Deze regering maakt zich sterk de sociale en de fiscale fraude effectief te bestrijden. Begin juli neemt de ministerraad de eerste concrete beslissingen op voorstel van de topambtenaren. Een exclusief interview met de initiatiefnemer, staatssecretaris Carl Devlies (CD&V). Excuustruus noch schoonmoeder.

Woensdag 11 juni selecteerde het College voor de Strijd tegen de Fiscale en Sociale Fraude haar eerste voorstellen voor een actieplan dat de ministerraad begin juli zal goedkeuren. Sinds begin mei 2008 vergaderen de betrokken topambtenaren uit de verschillende departementen om de veertien dagen om samen de belastingontduiking in ons land te onderdrukken (zie kader Wie zetelt in het College?). Tot dan toe was – ongelooflijk, maar waar – de samenwerking over de grenzen van de overheidsdiensten heen een dode letter gebleven.

Initiatiefnemer is staatssecretaris Carl Devlies (CD&V), bevoegd voor de coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan premier Yves Leterme en minister van Justitie Jo Vandeurzen(beiden CD&V). De oud-schepen van Financiën van Leuven leidt ook het Ministerieel Comité (Financiën, Sociale Zaken, Binnenlandse Zaken, Justitie, Werk, KMO’s en Zelfstandigen, Economie), dat alle troepen in dezelfde richting moet doen schieten. Ondertussen zoekt ook een parlementaire onderzoekscommissie een antwoord op de prangende vraag waarom grote belastingdossiers zo lang aanslepen. Vorige maandag gaven vier experts – Guy Kleynen (ICHEC), Michel Maus (VUB), Jacques Malherbe (UCL) en Frans Vanistendael (KU Leuven) – tekst en uitleg.

Devlies is geen tafelspringer. In tegenstelling tot rode ridder Dirk Vander Maelen (sp.a) vuurde de medeoprichter van Marktrock vanuit de oppositie jarenlang bescheiden, maar consequent zijn kritische vragen af op minister van Financiën Didier Reynders (MR). Vandaag is hij toegevoegd aan premier Yves Leterme (CD&V).

Als staatssecretaris neemt Devlies de coördinatie van de fraudebestrijding waar. Maar het echte gevecht tegen de belastingontduiking blijft nog altijd de verantwoordelijkheid van Financiën zelf. Toch voelt hij zich geen excuustruus noch schoonmoeder. “Ieder departement behoudt zijn bevoegdheden. Zo behouden de inspectie van de RVA en de RSZ hun eigen autonomie. In dat kader sluiten we deze maand nog protocollen af met de ministers van Financiën, Werk, Sociale Zaken, KMO’s en Zelfstandigen om op een optimale manier samen te kunnen werken. Los van het College proberen we ook concrete voorstellen uit te werken in samenspraak met een aantal sectoren. Mijn opdracht is de coördinatie. De globale aanpak van de financiële en de economische criminaliteit in ons land verloopt gebrekkig. We beschikken over de nodige mensen en instrumenten, maar er zit zand in het systeem wegens een gebrek aan centrale aansturing. Daarom heb ik voor de eerste keer in de geschiedenis de betrokken diensten samengeroepen. Alleen als we allemaal aan één zeel trekken, kunnen we de sociale en de fiscale fraude doeltreffend aanpakken. Eenmaal dit proces op gang is getrokken, dooft mijn functie uit. Ik hoop dan ook binnen de drie jaar de klus te kunnen klaren.”

STAATSSECRETARIS CARL DEVLIES (CD&V). “Ja, natuurlijk. Een goed bestuur vereist een snelle rechtsbedeling. Het is belangrijk dat het parlement controleert waarom dergelijke processen zo lang aanslepen. Als volksvertegenwoordiger lag ik mee aan de basis van de onderzoekscommissie. Ze brengt de problematiek van de fraude onder de aandacht en zoekt naar mogelijke oplossingen voor het falen van het overheidsapparaat.”

Is het geen tijd- en energieverspilling om oude koeien uit de sloot te halen nu de gaten in de wetgeving al lang zijn dichtgemaakt?

DEVLIES. “Neen. Het recht moet zegevieren. Alleen de dossiers waar sterke vermoedens van georganiseerde fraude op grote schaal heersen, lopen nog. Het zou tegen de borst stuiten als misdadigers louter omwille van procedurekwesties vrijgesproken worden. Ondertussen heeft Justitie wel haar lesje geleerd. Voortaan hanteert het Brusselse parket de lifo-methode: last in, first out, om een verhoging van de gerechtelijke achterstand te vermijden.”

Hoe komt het dat de strijd tegen de fiscale fraude zo moeizaam verloopt?

DEVLIES. “De organisatie binnen de FOD Financiën loopt mank. Zo werken Invordering en Douane & Accijnzen slecht samen. Aan deze lacunes moet dringend iets gedaan worden. Gelukkig bestaat er veel goede wil bij de ambtenaren. Stilaan ontwaar ik een nieuwe wind bij Justitie en Financiën.”

Komt er na het falen van alle kandidaten nu eindelijk een externe crisismanager, waar u altijd al voor gepleit heeft?

DEVLIES. “Er moet dringend een eenduidige leiding komen. Het departement werkt al te lang met vervangers en interims. Volgens mij beschikt Financiën wel over geschikte kandidaten. Maar ik wacht nu op het voorstel van Didier Reynders. Naar verwachting zal de vicepremier vóór september 2008 nog de knoop doorhakken om met een schone lei het nieuwe schooljaar te kunnen starten. Een goede werking van de fiscus leidt automatisch tot belangrijke meerontvangsten voor de staat om op termijn een tariefverlaging te kunnen financieren.”

Welke maatregelen staan op stapel?

DEVLIES. “Daar wil ik vandaag niet op vooruitlopen. Het College zal tegen 30 juni zijn eerste actieprogramma voorleggen. Voor de aanpak in de diepte heeft het meer tijd nodig. Maar we hoeven het warme water niet uit te vinden. Veel ideeën zijn al in gang gezet.”

Al meer dan een decennium geleden detacheerde de toenmalige minister van Financiën, Philippe Maystadt (cdH), belastingspecialisten naar het parket om hen bij te staan in de strijd tegen de fiscale fraude. Maar dit korps blijft nog altijd onderbemand.

DEVLIES. “Dit is inderdaad een belangrijk aandachtspunt van het College. Maar ik ga daar nu geen verklaring over afleggen. Ik sprak vorige week wel nog met de procureur-generaal van Brussel. De fiscale dossiers zijn zo complex geworden dat de juristen van het gerecht zonder bijkomende steun of opleiding hun taak niet aankunnen. Zij hebben nood aan versterking. Dat is mogelijk. Kijk maar naar de cel van de BTW-carrousels. Deze task force tussen Financiën en de federale politie levert goed werk. Dat is een goed voorbeeld van hoe de samenwerking tussen de verschillende diensten moet lopen.”

Waarom richt u conform het sociale auditoraat, dat goede resultaten boekt, geen Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) naar Nederlands model op?

DEVLIES. “Laat ons eerst de sociale en fiscale diensten in dit land beter op elkaar afstemmen. Het heeft geen zin over het geslacht der engelen te discussiëren. De creatie van een zoveelste nieuwe instelling zou alleen maar tijd en geld kosten. De overheid beschikt over de nodige mensen en instrumenten om de fraude efficiënt aan te pakken. Alleen de synergie ontbreekt. De strijd tegen het gesjoemel met buitenlandse nummerplaten is daar een mooi voorbeeld van. Ondanks de relatieve eenvoud van het probleem zijn hier niet minder dan vier verschillende overheidsdiensten bij betrokken. Mobiliteit levert de platen af, Binnenlandse Zaken schrijft de buitenlandse belastingplichtige in het bevolkingsregister in, Financiën vordert de verkeersbelasting. De controles zijn de verantwoordelijkheid van Douane (Financiën) en politie (Binnenlandse Zaken). Justitie dagvaardt dan weer diegenen die weigeren of nalaten een boete te betalen. Deze versnippering van bevoegdheden maakt een doeltreffende aanpak zo moeilijk. Het is nu mijn taak de betrokken ministeries op dezelfde golflengte te zetten.”

Informatiedoorstroming speelt daarbij een cruciale rol.

DEVLIES. “Inderdaad. Hier wringt het schoentje binnen Financiën en tussen Financiën en andere betrokken administraties. De databanken moeten dringend aan elkaar gekoppeld worden. De uitwisseling van informatie en het goede gebruik hiervan is dan ook een van de eerste aandachtspunten voor het College. Nu onderzoeken we wat mogelijk is zonder aanpassing van de wet op de privacy. Maar op termijn moeten we deze wetgeving toch aanpassen. Ook de massale doorstroming van dossiers naar het gerecht vormt een probleem voor de werklast. Justitie moet zich concentreren op zware, georganiseerde criminaliteit. Daarom onderzoeken we nu de mogelijkheid om ook op fiscaal vlak – zoals bij de verkeersboetes – minnelijke schikkingen in te voeren. Dat zou al veel tijd en energie uitsparen om overlast voor de rechtbanken te vermijden. Gelukkig werkt Justitie goed mee. Zo hebben de procureurs-generaal van Brussel en Luik al een verbindingsmagistraat aangesteld die tweewekelijks met ons kabinet van gedachten wisselt.”

Heeft België van Duitsland al de beruchte cd-rom uit Liechtenstein ontvangen?

DEVLIES. “Bij mijn weten nog niet. Of er al dan niet landgenoten op het schijfje staan, is vandaag onduidelijk. Wel heeft Frank Philipsen, de topman van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), de lijst opgevraagd. Ondertussen heeft de administratie Financiën heel wat informatie ontvangen in het kader van de Europese spaarrichtlijn. Dit systeem zweet nog haar kinderziektes uit. Er zal nog enige tijd overheen gaan vooraleer dat systeem vlekkeloos loopt.”

Ondertussen blijft de interpretatie van de antiwitwaswetgeving een probleem?

DEVLIES. “In principe moeten de economische beroepen nu elke verdachte transactie melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Hiervoor heeft de regering dertien indicatoren in een Koninklijk Besluit gegoten. Maar volstaat een indicatie of moet een samenhang tussen de voorwaarden bestaan. Daar heerst nog discussie over. De minister van Justitie zal daar binnenkort duidelijkheid over verschaffen. Nu loopt de CFI immers het risico overspoeld te worden met meldingen. Dat staat een efficiënte werking in de weg. Kijk maar naar Nederland dat om die reden haar wetgeving heeft aangepast.”

U bent geboren in Amsterdam. Gaat een calvinist nu de Belgische belastingontduikers bekeren?

DEVLIES. ” (lacht) Ik ben dan misschien wel in Amsterdam geboren – mijn ouders verbleven toen in Nederland – maar ik blijf een echte Belg. Ik heb wel het pragmatisme en de zakelijkheid van onze noorderburen geërfd. Dat komt goed van pas in mijn huidige functie.”

In Vlaanderen zou de fiscale controle veel sterker zijn dan in Wallonië. Gaat u ook dat verschil aanpakken?

DEVLIES. “Naast de coördinatie van de fraudebestrijding is de gelijke toepassing van de fiscale en de sociale wetgeving mijn tweede opdracht als staatssecretaris. Het is mogelijk dat er regionale verschillen bestaan, maar daarvan heb ik geen objectieve cijfers. Goede statistieken zijn een probleem. Uit een studie van het Rekenhof in 2003 blijkt dat de rapporten van Financiën niet meer voldoen. Met de cijfers uit het jaarverslag kun je de efficiëntie van de fiscus niet controleren. Daarom wil het College een performantiemeting organiseren bij alle inspectiediensten, zowel fiscaal als sociaal, om een objectieve vergelijking te maken.” (T)

Door Eric Pompen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content