EIGER

Met de trein doorheen de dodenwand

De Jungfraubahn is de hoogste spoorlijn van Europa. De trein boort zich dwars door de Eiger om uiteindelijk, 3454 meter hoog, op het Jungfraujoch te belanden. De moordende Eiger, met zijn 1800 meter hoge noordwand, heeft altijd een onweerstaanbare aantrekkingskracht uitgeoefend op klimmers en waaghalzen.

TEKST EN FOTO’S : ERIK TANGHE

In 1893 liepen reeds twee spoorlijnen naar Kleine Scheidegg, een kleine nederzetting onderaan de geweldige noordwand van de Eiger (3970 m). Het stationnetje ligt op gelijke afstand van Grindelwand en Lauterbrunnen in Berner Oberland, Zwitserland. In die tijd maakten de spoorwegen een onstuitbare opgang. Steeds hoger was het devies. In Zermatt werd de Gornergrat baan geconstrueerd, terwijl ook de Pilatus reeds bereikbaar was per trein. Toen in 1893 de industrieel Adolf Guyer-Zeller het treintje naar de Kleine Scheidegg bezocht, droomde hij ervan een spoorlijn aan te leggen naar de top van de 4158 meter hoge Jungfrau, die achter de Eiger ligt.

Men vreesde echter dat een rit naar zo’n hoogte schadelijk zou zijn voor het menselijk organisme. Zeven proefpersonen tussen 10 en 73 jaar werden, bij wijze van test, op draagberries vanuit Zermatt naar een hoogte van 3750 meter getransporteerd. Geen van de testpersonen bleek hinder te ondervinden van het hoogteverschil. Bovendien bewezen de uitgeputte dragers dat de toekomstige spoorwegarbeiders ook op grote hoogte de handen uit de mouwen mochten steken.

Gezeten

aan de overzijde van de vallei kreeg Adolf Guyer-Zeller een briljante inval. Het was dom om een spoorlijn naar de top van de Jungfrau te laten vertrekken vanuit het dal. Vanop Kleine Scheidegg leek de oplossing hem veel eenvoudiger. Die nacht tekende hij in zijn hotelkamer voor het eerst het huidige traject doorheen de piramide van de Eiger. Het was een waanzinnig traject. Dwars doorheen de noordwand van de Eiger, in stijgende lijn en met een 180-gradenbocht onder de Monch, om opnieuw het daglicht te zien op het Jungfraujoch.

Drie jaar na de eerste schets, op 27 juli 1896, begon men aan de bouw van de hoogste spoorlijn van Europa. De kosten werden op een slordige 250 miljoen frank geschat. Men hoopte zeven jaar later op de top van de Jungfrau te staan. Het eerste deel in open lucht verliep erg vlot en twee jaar later werd het Eiger-gletsjer-station officieel geopend. Nu boorde het traject zich verder in de granieten piramide van de Eiger. Honderden arbeiders groeven centimeter voor centimeter verder in de berg. Vanuit de tunnel werden gangen gegraven naar de noordwand om het puin weg te krijgen. Op deze plaats werd later Station Eigerwand ingericht, waar de reizigers kunnen genieten van een uniek uitzicht. De trein stopt er 5 minuten.

Adolf Guyer-Zeller stierf kort na de opening aan een hartaanval. Bovendien ontplofte 30.000 kilo dynamiet in station Eigerwand. De knal werd tot in Duitsland gehoord. Het duurde dan ook tot 1912 vooraleer de arbeiders eindelijk de laatste rotsen hadden geruimd om het Jungfraujoch te bereiken. Het schitterende uitzicht over de Aletsch-gletscher, het hen omringende gebergte, een staalblauwe hemel en stralende zon deden hen de miserie van de afgelopen jaren vergeten. De top van de Jungfrau werd nooit bereikt. Met 420 miljoen frank was het oorspronkelijke budget reeds ruim overschreden. Oorlog en krisis waren spelbrekers. Bovendien bleek de spitse top van de berg te klein om de duizenden bezoekers te verwelkomen. Maar het treinspoor naar het Jungfraujoch blijft een overwinning van de mens op de berg.

De Eiger

was niet alleen een uitdaging voor het technologisch vernuft van de mens, ook voor zijn fysieke mogelijkheden. De eerste klimmers kwamen eraan in de zomer van 1935. Het is de gouden eeuw van het alpinisme en alle moeilijke noordwanden zijn reeds beklommen. Allemaal, behalve de onmogelijk geachte noordwand van de Eiger. Lichtjes hol staand en ingesloten tussen twee bergkammen, lijkt hij op een arena. De wand bestaat zowel uit ijs als rots, waardoor de klimmers op alles moeten voorbereid zijn. Bovendien is de noordwand van de Eiger een buffer voor het slechte weer dat in de richting van de bergen komt. De onweders zijn even onverwacht als brutaal. Voortdurend wordt de wand schoongeveegd door lawines en vallende stenen. Het is een aparte wereld, een gevaarlijke wereld.

Max Seldmayer en Karl Mehringer waren de eersten. De eerste dagen verliep alles vlot en de kijkers op Kleine Scheidegg meenden dat het waagstuk zou lukken. Dan werden beide klimmers verrast door één van de beruchte Eiger-buien. Enkele dagen later werden ze rechtopstaand teruggevonden op een kleine richel. Doodgevroren in het noodweer. Ze zijn de eerste slachtoffers.

De beklimming van de noordwand wordt een tijdlang verboden. Bovendien wordt beslist dat de gidsen geen hulp zullen bieden bij het zoeken en bergen van verongelukte klimmers. Tot Hitler een olympische medaille uitlooft voor de eerste beklimmers van het Eiger-bolwerk. Een tweede poging laat dan ook niet op zich wachten. Het is wellicht het grootste drama dat zich ooit in de bergen afspeelde. Het drama van Toni Kurz.

Vier mannen

vertrekken op 18 juli 1936 in de wand. Het zijn Edi Rainer, Willy Angerer, Anderl Hinterstoisser en Toni Kurz. De groep vordert snel tot Angerer door een vallende steen aan het hoofd wordt gewond. Na de derde dag beslist men opnieuw af te dalen, maar de klimmers worden overvallen door onweders. De terugweg wordt nu nog moeilijker en tijdens een poging om een touw te bevestigen, stort Hinterstoisser naar beneden. De gewonde Angerer glijdt ook uit en wordt in zijn val gewurgd door het touw. Rainer wordt tegen een muurhaak getrokken, kan zich niet meer bewegen en vriest vast tegen de rotsmuur. Temidden van de door storm geteisterde 1800 meter hoge duistere noordwand bengelt Toni Kurz als enige overlevende in een lus.

Vanuit één der openingen van het Jungfraus-poorbaantje vertrekt een hulpploeg. Die dag kunnen ze door het slechte weer Toni slechts tot op 100 meter naderen. Met een verschrikkelijk gevoel van onmacht laten ze de jammerende Kurz achter in de koude, donkere wand. Die nacht verliest de drieëntwintigjarige klimmer een handschoen en verandert zijn linkerhand in een onbeweeglijke klomp. ‘s Morgens hangen 20 centimeter lange ijspegels aan zijn voeten. Maar hij leeft… en zal pas sterven wanneer hij zelf (de hulpdiensten konden niet hoger) zijn redders tot op enkele meters is genaderd. Een knoop in het touw vertikt het om door een muurhaak te schuiven.

Het drama

brengt de Eiger weer op de voorpagina. Twee jaar later storten twee Italiaanse alpinisten uit de wand neer, verrast door een Eiger-bui. Niets wijst erop dat hetzelfde jaar de Eiger-noordwand voor het eerst zal worden beklommen. Op 22 juli 1938 ontmoeten twee nieuwe ploegen elkaar op de wand waar ze beslissen samen verder te gaan. Het zijn niet de eersten de besten. Anderl Heckmair en Fritz Kasparek zijn levende legenden en hebben elk een tweede man bij. Wiggerl Vorg staat bekend als de man die overal kan slapen handig in een wand als de Eiger en Heinrich Harrer zal later een schitterend boek schrijven over de historische beklimming.

Na twee dagen klimmen, komen ze op onbekend terrein. Ze zijn reeds hoger dan ooit iemand voor hen kwam. Het terrein is uiterst moeilijk. Eén passage kunnen ze slechts overwinnen door langs bevroren ijspegels naar boven te klauteren. Kasparek maakt een val van 18 meter en Vorgs hand wordt doorboord door één van de punten van Heckmairs stijgijzers wanneer deze een schuiver maakt. Toch bereiken ze de “Spin”, één van de meest bizarre plekken in de wand.

De witte Spin is een sneeuwveld in het bovenste deel van de wand waarin alle sneeuw en lawines wordt verzameld. De witte vlek spreidt zijn tentakels uit in alle richtingen. De Spin ligt op de loer om elke vermetele klimmer in haar web te vangen. Twee lawines razen over de vier kerels die zich nu in de Spin bevinden. Heckmair grabbelt Vorg bij de broek en redt hem het leven. Kaspareks leven hangt aan één vinger vast wanneer hij zich krampachtig vastklampt aan een ijshaak. De Witte Spin is genadig geweest. Nog eenmaal moeten de vier overnachten in de wand. Maar op 24 juli 1938 om 15 u.30 staan de vier klimmers op de top van de 3970 meter hoge Eiger. De noordwand is getemd.

De noordwand is ondertussen reeds vele malen beklommen en heeft evenveel slachtoffers geëist. Enkele jaren geleden beklom de Duitse Thomas Bubendorfer de wand op zijn eentje in slechts vier uur tijd ! Het alpinisme heeft een enorme evolutie doorgemaakt. Toch heeft de noordwand nog steeds een magische klank.

Alvorens weer in het warme treintje van de Jungfraubaan te stappen, zet ik me voor de noordwand en staar lange tijd naar de duistere muur. Ik vraag me af wat iemand drijft om een wand als deze te beklimmen. Misschien zijn zij op zoek naar de schoonheid van dit gruwelijk afwijzend stuk natuur. Misschien willen zij het leven terugbrengen tot zijn primitiefste vorm : het overleven. Misschien weten zij het niet en zullen zij het nooit weten.

De Jungfraubaan is het hele jaar door operationeel. Info : Jungfraubahnen, Harderstrasse 14, CH-3800 Interlaken, Zwitserland. Tel : 0041-36-26.41.11. Fax : 0041-36-26.42.64.

Het tweede station biedt een schitterend uitzicht op de Grindelwand-gletsjer en de Schreckhorn.

In de tunnels van de Eiger-gletsjer werden ijsskulpturen uitgehakt.

Het treintje van de Jungfraubaan op weg naar station Eiger gletsjer. Op de achtergrond de gevreesde noordwand.

Bahnhof Jungfraujoch, met 3454 meter het hoogste station van Europa.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content